De overheid zou meer moeten investeren in kinderen, stelt Divosa. Het nieuwste rapport van de Kinderombudsman laat zien dat kinderen waarvan de ouders in conflict met de overheid zijn, hun vertrouwen in de overheid al kunnen verliezen. Rijk en gemeenten moeten de impact op kinderen serieus nemen en hen een volwaardige plaats geven in beleid en uitvoering.

Het rapport 'Waar ik bij ben' laat zien dat het welzijn van kinderen onder druk staat door de dagelijkse zorgen die hun ouders hebben over het conflict met de overheid. De Kinderombudsman beveelt Rijk en gemeenten aan om bij conflicten aandacht voor ouders én kinderen te hebben. Het is belangrijk om met beiden in gesprek te gaan, ook als je als overheid niet alle antwoorden hebt. Eerlijk zijn over wat je niet kunt oplossen is belangrijker dan helemaal niet zichtbaar zijn.

Het kind is óók inwoner

Gemeenten en Rijk onderkennen de noodzaak van goede dienstverlening en investeren daarin. Met Werk aan Uitvoering, POK- en SPUK-middelen worden gemeenten gestimuleerd om zich meer te richten op de inwoners. Toch worden kinderen vaak vergeten. Dat moet anders, vindt Divosa. De overheid moet weer een betrouwbare partner voor inwoners worden. De Kinderombudsman laat zien dat we daar niet vroeg genoeg mee kunnen beginnen: het kind is óók een inwoner die aandacht verdient.

Dit is des te belangrijker nu er veel gebeurtenissen zijn die grote indruk maken op kinderen. Denk aan de recente politiemeldingen bij Veilig Thuis van kinderen die meededen aan Extinction Rebellion, maar ook de impact van de Toeslagenaffaire en de onzekerheid als je in het bevingsgebied van Groningen woont. Kinderen zijn niet direct partij in de conflicten, maar de impact op hen is groot. Bovendien kleuren deze gebeurtenissen het beeld dat kinderen van de overheid hebben.

Verdrag van het Kind

Het pleidooi van Divosa is in lijn met het kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties. Daarin staat dat de belangen van het kind de eerste overweging moeten vormen bij besluiten die genomen worden waar ook kinderen de impact van voelen (artikel 3). Bovendien heeft ieder kind het recht zijn mening te geven over zaken die hem/haar aangaan. Die mening moet serieus genomen worden (artikel 12).

Meer informatie

Contactpersoon

Nikki Lübeck

programmamanager Robuuste rechtsbescherming en Rechtshulp en sociaal domein