Overslaan en naar de inhoud gaan

Community’s of Practice doen wat ze beloven: leren in de uitvoering stimuleren

De Community’s of Practice Inburgering doen precies datgene waarvoor ze bedoeld zijn: gezamenlijk leren in de uitvoering mogelijk maken en stimuleren. Dit blijkt uit onderzoek van RadarAdvies en Verwonderzoek. Divosa begeleidde twaalf Community’s of Practice (CoP) met als doel samenwerking bevorderen en knelpunten in de Wet inburgering 2021 op uitvoeringsniveau oplossen. Een van de belangrijkste opbrengsten is dat onderlinge relaties verstevigd worden. Deelnemers hebben meer kennis van en begrip voor elkaars rol en weten elkaar beter te vinden. Het onderzoek bundelde ook ideeën om geleerde lessen vanuit een CoP verder te brengen, voorwaarden voor een succesvolle CoP en een aantal tips om zelf een community op te zetten en uit te voeren. 

Lerend stelsel

Veel organisaties hebben meegedacht over het nieuwe inburgeringsstelsel. Bij de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021, brak ook de periode aan om te bekijken of wat er bedacht was, in de praktijk ook echt zo werkt. Werkt het niet? Dan is het aan de professionals en hun organisaties om met elkaar te zoeken naar oplossingen in de lokale uitvoeringspraktijk. Een goede samenwerking is dus noodzakelijk. Om dit te bevorderen en knelpunten in de uitvoering van de wet op te lossen, begeleidde Divosa in 2023 twaalf Community’s of Practice. Knelpunten die niet op lokaal niveau op te lossen zijn, worden via Divosa doorgegeven aan schakel- en stelselniveau. 

Wat is een Community of Practice?

Een CoP bestaat uit ongeveer twintig professionals van verschillende organisaties. Zij hebben bijna allemaal een uitvoerende functie; zijn betrokken bij de directe dienstverlening aan inburgeraars.

In een CoP reflecteren deelnemers op de dagelijkse praktijk en doen zij kennis op. Ook bespreken zij knelpunten en zoeken samen naar oplossingen. Dit kunnen nieuwe werkwijzen zijn voor de eigen aanpak of voor hun eigen handelen. De uitvoeringspraktijk wordt hiermee gaandeweg verbeterd.

CoP’s zijn bottum-up georganiseerd. Deelnemers bespreken met elkaar de onderwerpen waarover zij het willen hebben en formuleren hun eigen doelstellingen. Het leerproces staat centraal en concrete uitkomsten liggen van tevoren niet vast.  Een inhoudelijk deskundige communitytrekker verbindt de deelnemers en jaagt het leren aan. Een procesbegeleider faciliteert de bijeenkomsten en geeft deze zo vorm dat er een veilige en constructieve leeromgeving heerst.

Wat levert leren in een CoP op?

De echte meerwaarde van de  CoP’s zit, zo blijkt uit het onderzoek, in het met en van elkaar leren in de eigen situatie. Deelnemers aan een CoP hebben hun netwerk uitgebreid en verstevigd. Mensen benaderen elkaar sneller en voor hen is duidelijk geworden dat zij tegen dezelfde dilemma’s aanlopen, er is meer onderling begrip. Door de CoP kijken zij meer vanuit gezamenlijkheid en leren van elkaars oplossingen. De community’s vormen een platform om signalen uit de praktijk te delen en waar nodig, via Divosa, op te schalen. Ook is het wettelijk kader van de Wi2021 duidelijker geworden voor de deelnemers; er is meer besef over de ruimte die de wet biedt aan de uitvoering. CoP’s hebben ook geleid tot concrete ‘producten’, nieuwe werkwijzen of verbeterde procesafspraken.

Geleerde lessen delen

Een aandachtspunt is het verspreiden van geleerde lessen. Deze zijn niet alleen relevant voor deelnemers aan de CoP, maar ook voor anderen die aan de uitvoering van inburgering werken. Manieren om lessen de delen zijn:

  • Tijdens bijeenkomsten expliciet benoemen wat de lessen, afspraken of nieuwe inzichten zijn. In de vorm van een nieuwsbrief kunnen deze vervolgens verspreid worden onder deelnemers, hun organisaties en andere geïnteresseerden. 
  • Met meerdere mensen vanuit dezelfde organisatie afwisselend aanwezig zijn bij de bijeenkomsten. Hierdoor leren er meer mensen vanuit eenzelfde organisatie en voelen zij gezamenlijk de verantwoordelijkheid om opbrengsten te delen. 
  • Geleerde lessen bespreken met anderen in de organisatie, bijvoorbeeld tijdens een teamoverleg, en met het management. Deelnemers aan een CoP hebben een uitvoerende rol. Hun managers kunnen opvolging geven aan de uitkomsten. 
  • Een tastbaar ‘product’ maken van de geleerde lessen, bijvoorbeeld in de vorm van een factsheet, infographic of handreiking. 
  • Verbinding leggen met andere bestaande overleg- of samenwerkingsstructuren waarbij beleid en management aangehaakt zijn.

Het perspectief van inburgeraars meenemen: tijdens een CoP-bijeenkomst vertellen statushouders hoe zij hun inburgering ervaren, CoP-deelnemers luisteren. Foto door Nadine van den Berg.

Voorwaarden voor een succesvolle CoP

Er zijn een aantal voorwaarden waar deelnemers van een CoP en hun organisaties aan moeten voldoen, wil de CoP succesvol zijn. Belangrijk zijn:

  • Intrinsieke motivatie en openheid om te leren, te reflecteren en de wens om de uitvoering te verbeteren.
  • Deelnemers die in staat zijn om zelf naar oplossingen te zoeken voor knelpunten en hierin verantwoordelijkheid tonen.
  • Deelnemers die wegwijs zijn in hun eigen organisatie en een directe lijn hebben naar hun manager en/of beleidsniveau.
  • Commitment vanuit de organisatie, op uitvoerings- management en beleidsniveau, om voldoende tijd te investeren en een vervolg te geven aan geleerde lessen.
  • Afspraken over terugkoppeling van resultaten binnen de organisatie.

Tien tips bij het opzetten en uitvoeren van een CoP

  1. Zorg voor diversiteit van deelnemende organisaties; deelname van verschillende instanties zorgt voor een beter besef van ieders rol, onderling begrip en verbetert de samenwerking. Idealiter zijn er 20 deelnemers. 
  2. Betrek inburgeraars, ofwel als deelnemer zelf, ofwel hun perspectief. Bijvoorbeeld door iemand te interviewen of door iemand zijn/haar eigen verhaal te laten vertellen. Dit draagt bij aan kennis en aan begrip en besef van de bedoeling van de Wet inburgering.
  3. Ondersteuning door een communitytrekker en procesbegeleider is essentieel. Communitytrekkers kunnen zich richten op relaties, sfeer en motivatie. Ook buiten bijeenkomsten om. Procesbegeleiders kunnen vanuit hun onafhankelijke positie scherpte en focus aanbrengen. Scheid deze rollen duidelijk van elkaar. 
  4. Investeer in kennismaking; onderlinge relaties worden hierdoor verstevigd, bovendien zorgt het voor eigenaarschap en commitment van de deelnemers. 
  5. Heb oog voor de eigen organisaties en werkprocessen van de deelnemers. Een werkbezoek, presentatie door een organisatie of het faciliteren van een bijeenkomst op een van hun locaties draagt bij aan wederzijds begrip. 
  6. Laat deelnemers zelf de thema’s bepalen die ze willen bespreken. Dit zorgt voor eigenaarschap en flexibiliteit. Hierdoor wordt vrije leer- en experimenteerruimte gecreëerd.
  7. Wissel werkvormen af. Inspiratie kan door bijvoorbeeld een interview met een deskundige of rondleiding bij één van de samenwerkingspartners. Ontwikkeling en uitwisseling kan door deelnemers in werkgroepjes een vraagstuk te laten uitwerken. Een plenaire terugkoppeling met overdraagbare resultaten is hierbij van belang. 
  8. Sluit aan bij bestaande regionale structuren en netwerken. Zo kunnen opbrengsten verder gedeeld en geïmplementeerd worden.
  9. Spreek met elkaar de frequentie van de bijeenkomsten af zodat de tijdinvestering voor iedereen haalbaar is.
  10. Fysiek bij elkaar komen is van belang. Een online bijeenkomst draagt niet bij aan het creëren van een community en de vrije experimenteer- en leerruimte gaan er verloren. 

Evaluatieonderzoek CoP's Inburgering

Eindrapport RadarAdvies en Verwonderzoek • april 2024

Contactpersoon