Spoor 2: Fundamentele herziening

Naast wat we reeds op korte termijn kunnen in de huidige vorm van de Participatiewet, wordt in spoor 2 fundamenteler gekeken naar de doelen en uitgangspunten van de wet en de wijze waarop de wet vanaf de basis opnieuw kan worden opgebouwd: de herziening van de Participatiewet. De principes op basis waarvan de herziene wet gestalte zal krijgen, gaan uit van:

• een realistisch mensbeeld
• het ondersteunen en versterken van de intrinsieke motivatie van mensen
• het bieden van een passend perspectief op participatie
• een toereikend sociaal minimum
• een doelmatig, maar ook voorspelbaar en begrijpelijk vangnet

Waar wordt aan gewerkt?

Om tot de fundamentele herziening te komen wordt er gewerkt aan:

1. Een nieuwe beleidstheorie als basis voor de herziening van de Participatiewet door:
   1. Een probleemanalyse: een analyse van de huidige beleidstheorie en de punten waarop deze aanpassing behoeft. Hiervoor is al veel kennis aanwezig waar uiteraard gebruik van wordt gemaakt.
   2. Ontwerpen:  het opstellen van een aangepaste beleidstheorie met waar nodig herziene doelen en doel-middel-veronderstellingen
   3. Onderzoek:  waar nodig aanvullend toetsen van theoretische aannames in de praktijk
2. Een vertaling van deze theorie naar beleidsopties door: 
   1. Vertalen: Op basis van beschikbare kennis kunnen beleidsopties worden geformuleerd die bijdragen aan de realisatie van de doelen.
   2. Experimenteren en proberen: waar nodig kunnen aanvullende instrumenten worden getest en verkend in de praktijk, samen met bijvoorbeeld gemeenten andere partijen binnen het maatschappelijk middenveld.
   3. De financiële consequenties van de opties wordt doorgerekend. Er wordt onderzocht of de nieuwe beleidstheorie tot aanpassingen in de financieringssystematiek zou moeten leiden.
   4. Opstellen toetsingskader: er wordt een toetsingskader opgesteld om te bepalen in welke mate de opties bijdragen aan de gestelde doelen en randvoorwaarden. 
3. Passende opties voor de financiering van de wet.