Overslaan en naar de inhoud gaan

Tijdens de Divosa-uitwisselingsessie Mogelijkheden van de MAP van 21 mei 2024 ging het over maatwerk, cultuurverschillen en meedenken met mensen die inburgeren. Taciana van den Boogaart en Najima Carroum van de gemeente Almere vertelden over een training die ze zowel fysiek aanbieden, als online - voor werkende inburgeraars. Tiemen Aalbers legde namens Base to Work uit wat het belang is van taal en bestaande voorzieningen.

Aan het begin van de sessie blijkt tijdens een korte vragenronde al meteen dat gemeenten op verschillende manieren uitvoering geven aan de MAP. Sommige gemeenten zetten in op een bedrijfsbezoek, een andere geeft workshops in samenwerking met de taalschool. Ook de start van de MAP verschilt: van zo snel mogelijk na het vaststellen van het PIP tot aan het einde van het inburgeringstraject. 

Over de MAP

De Module Arbeidsmarkt en Participatie is verplicht voor zowel mensen die in Nederland wonen met een asielstatus of als gezinsmigrant. In de MAP zijn 40 praktijkuren verplicht en komen acht thema’s aan bod: 

  • Beroepenoriëntatie 
  • Realistisch beroepsbeeld
  • Beroepskansen
  • Beroepscompetenties
  • Werknemerscompetenties
  • Netwerk opbouwen
  • Werkcultuur
  • Werk vinden

In de handreiking MAP (Divosa • september 2022) vind je werkvormen om het gesprek te voeren over deze thema’s. 

Zelf ontwikkelen

Taciana van den Boogaart en Najima Carroum zijn trainers van de MAP in de gemeente Almere en vertellen over hun aanpak. ‘Wij hebben er als gemeente voor gekozen om de MAP voor de B1-route zelf te ontwikkelen en uit te voeren. Hetzelfde geldt voor de training voor de Z-route voor gezinsmigranten’, zegt Taciana. ‘Dat heeft er mede mee te maken dat we al trainers in huis hebben die sollicitatietraining kunnen geven. Alleen de training voor de Z-route voor mensen met een asielstatus is ingekocht. De ketenpartners vonden het fijn om dit integraal uit te voeren.’

De training voor de mensen die de B1-route volgen, bestaat uit 21 fysieke bijeenkomsten. Hier doen 6 tot 10 mensen aan mee. Gezinsmigranten en asielstatushouders zitten gemengd in de groep. ‘We maken daar geen onderscheid in. De voorwaarde om mee te doen aan de MAP voor de B1-route hebben we vastgesteld op taalniveau eind-A2 op spreken en luisteren. De aanmelding doen we zo snel mogelijk na afronding van het PVT.’

Cultuurverschillen

‘Om de training zo goed mogelijk aan te sluiten op de belevingswereld van de deelnemers hebben wij als trainers zelf een training gevolgd over cultuurverschillen. We hebben naar aanleiding daarvan heel goed gelet op alle materialen en het taalniveau in de training. Past het goed bij de doelgroep? Sommige plaatjes of video’s bijvoorbeeld kunnen heel anders overkomen op een hoger of een lager opgeleid persoon.’

Na drie maanden training beginnen de deelnemers met een praktijkstage. ‘Tijdens de training komen de accountadviseurs van de gemeente een paar keer langs om kennis te maken met de deelnemers. Zij staan in contact met werkgevers en hebben zicht op de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Aan het einde volgt een intakegesprek waarin ze één-op-één kijken wat iemand wil en kan om zo een passende praktijkstage te vinden. Daarin wordt ook het werkverleden besproken en de verwachtingen en mogelijkheden hier in Nederland. Er zijn soms mensen die denken dat ze meteen aan de slag kunnen in een baan waarvoor ze zijn opgeleid in het thuisland. Dat is vaak niet het geval. We maken mensen dus ook echt bewust van het verschil tussen een broodbaan een droombaan.’

Een paar successen kan de gemeente Almere al vieren. ‘We hebben heel intensief contact met deelnemers, dat is mooi om te zien. We zijn goed bereikbaar via whatsapp, mail en per telefoon. De groep ondersteunt elkaar. Mensen zijn ook heel gemotiveerd merken we, er is een hoge aanwezigheid.’ Een intensieve samenwerking met accountadviseurs en het team inburgering maakt dat alles zo goed mogelijk loopt, zegt Taciana. ‘Elke drie maanden hebben we een evaluatiemoment met elkaar. Zo houden we de lijnen kort.’

E-learning voor werkende inburgeraars     

Voor mensen die de fysieke training niet kunnen volgen omdat ze een baan hebben, heeft Almere een e-learning ontwikkeld, gaat Taciana verder. ‘Hierin behandelen we vijf van de acht thema’s van de MAP. Omdat ze al werken hoeven ze bijvoorbeeld het thema Beroepscompetenties niet meer te behandelen. Dat geldt ook voor Je eigenschappen kennen en Werkcultuur.’

Voor de online training maakt Almere gebruik van platform Pluvo. ‘Het handige is dat mensen deze training in hun eigen tijd kunnen volgen. Als ze vragen hebben, kunnen ze die via de chat aan de trainers stellen. In de e-learning zit ook de mogelijkheid om de training te vertalen in je eigen taal.’ 

De e-learning is gebaseerd op de fysieke training die is ontwikkeld voor de B1-route. Trainer Najima Carroum laat tijdens de sessie zien hoe de online leeromgeving eruitziet. ‘De tekst kan voorgelezen worden. We hebben zoveel mogelijk afbeeldingen erin gezet naast de teksten. We verwijzen naar verschillende links, zoals de nationale beroepengids en de beroepentest. Er zitten checkvragen en opdrachten in de tekst ingebouwd om te kijken of mensen begrijpen wat ze lezen.’ 

Binnen negen weken moeten deelnemers de online training hebben afgerond, zegt Najima. ‘Sommigen doen het binnen een dag, anderen hebben er meer tijd voor nodig. De ervaring is dat mensen het een fijne e-learning vinden. Als iemand het heeft doorlopen krijgen wij een seintje. Vinden wij dat iemand overal aan heeft voldaan, dan geven wij dat door aan de klantmanager inburgering voor een eindgesprek.’ 

Een van de deelnemers, werkzaam bij een organisatie die maatschappelijke begeleiding en taallessen aanbiedt, vraagt zich af wat er in het dossier wordt opgenomen van een eindgesprek. Een collega van Najima licht toe: ‘In het dossier wordt een uitgebreide rapportage van de MAP-training opgenomen, dat geldt voor de fysieke en de online learning. Van de praktijkstage wordt ook een eindrapportage gemaakt. Op grond van die rapporten voeren we het eindgesprek. Daarin maken we afspraken over de verdere re-integratie van iemand.’

Taal en tolken

In de sessie komt ook Tiemen Aalbers aan het woord, operationeel manager bij Base to Work, een organisatie die voor meerdere gemeenten de MAP-training en soms ook de praktijkuren verzorgt. ‘Twee jaar geleden zijn we gestart in Heerenveen en Smallingerland. Daar hebben we voor het eerst onze MAP-training aangeboden. De inburgeringswet was net van start gegaan. In onze ervaring tot nu toe wil ik vier punten noemen die wat ons betreft onder de noemer lessons learned vallen. Als eerste is taal gewoon heel belangrijk. Dat is echt een belangrijke les geweest. Soms is jargon gewoon niet goed te begrijpen en is er een hoger taalniveau nodig voordat iemand met de MAP kan starten. Zet in een werkomgeving altijd een tolk in als dat nodig is.’

‘Het volgende punt is het moment waarop je als gemeente de MAP van start laat gaan’, zegt Tiemen. ‘Denk vooral na welk doel je voor ogen hebt. Geef ik de training omdat ik ze kennis wil laten maken met Nederland? Of juist om iemand richting droombaan te krijgen? Alle momenten zijn volgens ons in principe een goede keuze. Praktische zaken komen hier ook om de hoek kijken, wanneer is een goed moment om een training te volgen als iemand ook werk heeft bijvoorbeeld? Het blijft ingewikkeld en het blijft een puzzel.’ 

Behoeften

Een van de deelnemers die zelf MAP-trainingen geeft vraagt zich af hoe om te gaan met mensen die niet aan het werk willen of kunnen. ‘Bijvoorbeeld een vrouw die last heeft van haar gezondheid en een partner heeft die binnenkort aan het werk gaat. Wat mij betreft is ze vrij in haar keuze om te gaan werken of niet.’

Tiemen: ‘Ook in dit geval zou ik goed nadenken over het doel waarmee je de training geeft. Wil ik alleen zorgen dat iemand de MAP kan afvinken? Of willen we deze specifieke groep apart zetten en een training geven die afgestemd is op hun behoeften? Als het mogelijk is zou ik inzetten op dat laatste.’

Een derde les van de afgelopen twee jaar is de samenwerking met bestaande voorzieningen, zegt Tiemen. ‘We zijn in Friesland nu in gesprek met de sociale werkvoorziening. Die gaat de participatieplekken organiseren. Zoek die dus op en ga met ze in gesprek. Als laatste zien we dat veel gemeenten nog geen tijd hebben gehad om de trainers te trainen. Investeer daar echt in, is ons advies.’

Meer weten?

Divosa organiseert vaker online uitwisselingssessies over de inburgeringspraktijk. Wil je hiervan op de hoogte blijven? Kijk dan in de agenda of schrijf je in voor de nieuwsbrief ‘Inburgering in uitvoering’

Contactpersoon