Overslaan en naar de inhoud gaan

Septembercirculaire 2023: het financiële ravijn dreigt nog steeds

De financiële zorgen van gemeenten zijn nog niet voorbij. Gemeenten sprongen het rijk de afgelopen jaren bij de opeenvolgende crises steeds weer bij om ervoor te zorgen dat inwoners niet door het ijs zakten. Denk daarbij aan Tozo, Tonk, de opvang van Oekraïners en de Energietoeslag. Inmiddels lopen gemeenten op hun laatste benen. Het piept en kraakt in de uitvoering. 

Daarnaast is de rijksoverheid niet echt een betrouwbare partner gebleken als het gaat om een structurele oplossing die samenhangt met de uitvoerings- en financiële problemen in het sociaal domein. Ook hier veel ad hoc beleid en incidentele middelen. Daar kunnen de gemeentelijke uitvoeringsdiensten in het sociaal domein slecht mee uit de voeten. De septembercirculaire die op Prinsjesdag uitkwam biedt weinig soelaas. 

Algemene Uitkering

Gemeenten ontvangen het leeuwendeel van hun middelen via het gemeentefonds. Binnen het gemeentefonds is de algemene uitkering de grootste component. In de septembercirculaire zien we voor 2024 - 2025 een verdere oploop van het budget. Gemeenten verwachten echter vanaf 2026 grote tekorten door afname van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Vanaf 2027 stelt het kabinet weliswaar jaarlijks zo’n 1 miljard euro beschikbaar, maar dat is lang niet genoeg om de teruggang te compenseren.

 

meicirculaire 2023

septembercirculaire 2023

2023

35.180.736

35.542.100

2024

37.858.978

38.393.830

2025

39.944.720

40.348.642

2026

38.018.899

38.363.467

2027

39.142.390

40.130.076

2028

40.314.906

41.672.812

Gevolgen voor gemeentebegroting

Bij het opstellen van de meerjarenramingen voorzien gemeenten vanaf 2026 grote tekorten. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat met ingang van dat jaar de algemene uitkering terugloopt, terwijl niet te verwachten is dat de uitgaven dalen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft becijferd dat gemeenten vanaf 2026 ongeveer € 3 miljard moeten inleveren. Dit is een teruggang met ruim 7%. 

De algemene uitkering is vrij besteedbaar voor gemeenten. Er is in theorie wel beleidsvrijheid op vele terreinen, maar de facto is die ruimte zeer beperkt. Dat stelt ook de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn rapport Rust-Reinheid-Regelmaat. Gemeenten hebben vooral te maken met een groot aantal taken die hen door het Rijk zijn opgelegd, zijn vastgelegd in jurisprudentie of die onder de publieke druk ook niet makkelijk zijn aan te passen. Dat beperkt de ruimte om keuzes te maken.

Accres

De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van het accres. In deze circulaire is een nieuwe accresraming opgenomen voor het jaar 2024 en verder. In het coalitieakkoord is besloten dat de fondsen vanaf 2026 niet langer via de normeringssystematiek geïndexeerd worden. Daarmee vervalt de koppeling met de rijksuitgaven. In de Voorjaarsnota 2023 is besloten om het Gemeentefonds vanaf 2027 te indexeren op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. De Bijlagen Miljoenennota 2024 lichten dit toe vanaf pagina 150.

Divosa heeft eerder de Miljoenennota geanalyseerd. De voornemens in de Miljoenennota zijn verwerkt in de septembercirculaire 2023.

Wat vindt Divosa?

Divosa vindt het zorgelijk dat de financiële problemen die zich vanaf 2026 gaan voordoen, niet worden opgelost. Door dit niet tijdig te adresseren worden gemeenten gedwongen om bezuinigingen in de meerjarenbegroting op te nemen. Er zullen dan lastige keuzes gemaakt moeten worden. En dat juist in een periode dat de gemeentelijke dienstverlening toch al onder (financiële) druk staat. Divosa ondersteunt dan ook van harte de oproep van de VNG aan gemeenten om bewust tekorten in de meerjarenbegroting op te nemen.

Verder is Divosa van mening dat:

  • voor de tot het sociaal domein gerekende voorzieningen er jaarlijks een uitlegbaar, passend en voorspelbaar budget moet zijn. Gemeenten zijn niet gebaat bij incidentele toevoegingen aan het gemeentefonds, die ook nog eens te laat in het jaar komen;
  • er een per gemeente toereikend, integraal en herleidbaar (tot de kostensoorten) budget ter beschikking gesteld moet worden, voor de kosten die gemeenten moeten maken als het gaat om de levering van in rechte afdwingbare voorzieningen, voorzieningen die door externe verwijzers worden toegekend of voorzieningen ingevolge door de rijksoverheid opgelegde voorschriften;
  • voor collectieve of algemene voorzieningen die zich beter lenen voor gemeentelijke én landelijke politiek-bestuurlijke keuzes, er één ongedeeld budget in het Gemeentefonds (niet in de AU) komt;
  • als gemeenten een aantoonbaar tekort hebben op de middelen, er een beroep moet kunnen worden gedaan op een vangnetregeling, analoog aan de BUIG en niet pas als een gemeente failliet dreigt te gaan.

Meer informatie

Contactpersoon