Substantiële stijging aanvragen en ondersteuning aan gezinnen met laag inkomen
Gemeenten hebben huishoudens met een laag inkomen in 2021 op jaarbasis gemiddeld met bijna 876 euro ondersteund. Dat is een substantiële stijging ten opzichte van het jaar ervoor: in 2020 bedroeg de ondersteuning gemiddeld 755 euro. Ook het aantal aanvragen per 10.000 inwoners is gestegen, van 574 aanvragen in 2020 naar 742 aanvragen in 2021. Dat blijkt uit cijfers van de Divosa Benchmark Armoede & Schulden, een samenwerking van Divosa, Stimulansz en BMC.
Het armoedebeleid van gemeenten fungeert als vangnet voor mensen die door een laag inkomen niet kunnen meedoen in de samenleving of onverwachte noodzakelijke kosten hebben. Gezinnen kunnen met de ondersteuning via minimaregelingen bijvoorbeeld meedoen aan sport en cultuur. Ook hebben zij toegang tot betaalbare zorg en andere eerste levensbehoeften, zoals voedsel en kleding. Bepaalde kosten worden kwijtgescholden of vergoed, zoals gemeentelijke belastingen en bewindvoerderskosten. Daarnaast kunnen gezinnen onverwachte noodzakelijke kosten via de bijzondere bijstand betalen, zoals een kapotte koelkast.
Meestal gaat het om mensen die leven op of onder 120 procent van de bijstandsnorm, wat neerkomt op ruim 1844 euro per maand voor een gezin. Voor een alleenstaande is dat circa 1291 euro. Deze bedragen zijn inclusief vakantiegeld en exclusief toeslagen. Gemeenten kunnen per regeling hun eigen inkomensgrens kiezen.
Gemiddeld 876 euro ondersteuning aan gezinnen
De stijging betreft alle facetten van de bijzondere bijstand; de stijging is niet aan een specifiek onderwerp gekoppeld. Er is sprake van een toename in uitgaven van beschermingsbewind, kwijtschelding van gemeentebelastingen en van de uitgaven en aanvragen van onverwachte kosten. De uitgaven van collectieve aanvullende verzekering blijven gelijk.
Gemiddeld 742 aanvragen per 10.000 inwoners
Gemiddeld kregen gemeenten in 2021 per 10.000 inwoners 742 aanvragen voor minimaregelingen. Dit is een substantiële stijging van 22% ten opzichte van 2020 (574 aanvragen per 10.000 inwoners). Deze stijging werd vorig jaar al voorspeld, omdat er toen een daling zichtbaar was vanwege de effecten van coronamaatregelen.
In 2021 waren er nog coronamaatregelen van kracht, in de vorm van diverse lockdowns. Dit is nog steeds terug te zien in de uitgaven per huishouden voor de participatieregelingen voor sport en cultuur, die (zeer licht) verder zijn gedaald in 2021. Dat is logisch, omdat er tijdens de lockdowns minder mogelijkheden waren om te participeren. Sportverenigingen en cultuuractiviteiten lagen gedeeltelijk stil.
Tegelijkertijd was er in 2021 in vergelijking met 2020 weer meer mogelijk. Ook stegen de prijzen van benzine en boodschappen; inwoners kregen het financieel zwaarder. Waarschijnlijk hebben meer huishoudens daarom een aanvraag gedaan.
Hogere energieprijzen speelden overigens nog geen substantiële rol in 2021. Het benchmarkteam verwacht dat de aanvragen en de uitgaven per huishouden over 2022 verder zullen stijgen.
Jaarkaart
In de infographic Hoe zetten gemeenten minimaregelingen in? staan de zes belangrijkste jaarcijfers uit de Divosa Benchmark Armoede & Schulden. De cijfers geven de gemiddelden weer in Nederland in 2021.
Meer weten?
Wil je meer weten over hoe gemeenten minimaregelingen inzetten? Of wil jouw gemeente ook meedoen aan de Divosa Benchmark Armoede & Schulden? Neem dan contact op met het benchmarkteam via Erika Dekens van Divosa (edekens@divosa.nl) of Wilma Kuiper van Stimulansz (wilma.kuiper@stimulansz.nl).
Informatie
- Hoe zetten gemeenten minimaregelingen in? (infographic • Divosa Benchmark Armoede & Schulden • november 2022 • pdf, 117 kB)
- divosa-benchmark.nl