Overslaan en naar de inhoud gaan

TNO-rapport Energiearmoede brengt lokale verschillen in beeld

Onlangs presenteerde TNO het rapport Energiearmoede, waarin op een systematische manier de energiearmoede in Nederland in kaart is gebracht. Gemeenten krijgen hiermee een goed inzicht in hoe groot de energiearmoede in de eigen gemeente is, en hoe deze zich tussen 2020 en 2022 heeft ontwikkeld. 

Tussen 2020 en 2022 zijn er naar schatting 90 duizend energiearme huishoudens bijgekomen, van 512 duizend in 2020 naar 602 duizend in 2022. Dat is een stijging van 6,4% naar 7,4% van het totaal aantal huishoudens. De financiële compensatiemaatregelen, waaronder de energietoeslag, hebben de stijging van energiearmoede tussen 2020 en 2022 sterk geremd. Zonder financiële compensatiemaatregelen was het aantal energiearme huishoudens ten opzichte van 2020 naar schatting verdubbeld tot ruim een miljoen huishoudens (12,5% van het totaal).   

Energiearmoede staat niet op zichzelf

Bij het vaststellen van de energiearmoede nam TNO verschillende aspecten mee in haar onderzoek, waaronder de betaalbaarheid van energie, de energetische kwaliteit van een huis en de mogelijkheid om te investeren in de energetische kwaliteit van het huis. Dit laat zien dat energiearmoede niet op zichzelf staat. Financiële situatie en woonsituatie hangen nauw samen. Ook ziet TNO dat zorgkosten van huishoudens hoger zijn naarmate de energiekwaliteit van hun huis slechter is.

Daarmee maken de bevindingen vooral duidelijk dat de groep met energiearmoede de groep is die te maken heeft met een gebrek aan bestaanszekerheid of de groep waarvan de bestaanszekerheid niet is gegarandeerd. Het TNO-rapport biedt relevante informatie over de ontwikkeling van energiearmoede binnen de eigen gemeente. Gemeenten kunnen hun minimabeleid en inzet op vroegsignalering hierop aanpassen.

Contactpersoon