Overslaan en naar de inhoud gaan

‘Een inburgeraar is ook gewoon een inwoner die ondersteuning nodig heeft’

Workshop inburgering VJC 2024

Anders kijken naar de dagelijkse praktijk, dat is de insteek van de workshop Dwars op Inburgering die Divosa gaf op haar voorjaarscongres. Hoe kijkt het brede sociaal domein naar de Wet inburgering? Waar liggen die strategische verbindingen?

Het team inburgering van Divosa ondersteunt gemeenten en alle andere partijen in de uitvoering van de Wet inburgering die twee jaar geleden van kracht werd. Dat past goed bij een belangrijk uitgangspunt van de wet: leren in de uitvoering. ‘We hebben een goed beeld hoe het gaat in de praktijk en waar de knelpunten zitten’, zegt projectleider inburgering Mirjam Gietema.

Maar in deze workshop op het Divosa Congres dat het thema Dwars heeft meegekregen, gaat ook het team inburgering ‘dwars doen’. ‘Inburgering is toch bij veel gemeenten een aparte koker, waar we in vastzitten. Vandaag gaan we vanuit het brede sociaal domein naar inburgering kijken.’ Met leidinggevenden in het sociaal domein.

Naast de praktische uitvoeringsvraagstukken, benadrukt Gietema, zijn er vier belangrijke strategische uitvoeringsvraagstukken bepalend voor professionals in de uitvoering en voor de mensen die zelf inburgeren. ‘Het is goed om je daar als leidinggevenden en strategen bewust van te zijn. Ook jullie zijn een actor in de uitvoeringspraktijk.’  

Inburgering is toch bij veel gemeenten een aparte koker, waar we in vastzitten

Prikkelen

Om de deelnemers alvast te prikkelen, legt Gietema de vier cruciale strategische uitvoeringsvraagstukken voor. ‘Belangrijke vraagstukken om samen met de professionals in de uitvoering te bespreken.’

1.     Hoe organiseer je de uitvoering van de inburgering? 

Gietema: ’Organiseer en financier je het participatieonderdeel van de inburgering vanuit de Wet inburgering, of vanuit de Participatiewet of de brede sociale basis en de Wmo? Dezelfde vraag geldt voor het financieel ontzorgen en de begeleiding naar financiële zelfredzaamheid, organiseer je dit vanuit de 'inburgeringskoker' of vanuit de (preventieve) schuldhulpverlening, Werk en Inkomen of de brede aanpak bestaanszekerheid. Dit zijn fundamentele keuzes die doorwerken in de uitvoering en onderdeel zijn van het leren in de uitvoering.’

2.       Hoe voer je de wettelijke taken en verantwoordelijkheden uit?

Gietema: ‘De wet biedt veel beleidsvrijheid en stelt gemeenten daarmee voor verschillende keuzes. Neem de vroege start en de brede intake: wanneer maak jij kennis met je nieuwe inwoner? Start je het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) vanuit de opvanglocatie of vanaf het moment van huisvesting in de gemeente? Stuk voor stuk zijn dit fundamentele keuzes die doorwerken in de organisatie, bijvoorbeeld in de samenwerking met COA.’

3.         Hoe faciliteer je het leren in de uitvoering? 

Gietema: ‘Hebben de uitvoeringsteams voldoende tijd om intern en met externe partijen te reflecteren op de uitvoering? Zijn er mogelijkheden om al lerende de uitvoeringspraktijk zo aan te passen dat het aansluit op de situatie van de professionals en de mensen die inburgeren? 

4.       Hoe positioneer je de klantmanager/consulent inburgering?

Gietema: ‘Daar waar de eerste drie punten gaan over de organisatie van de inburgering, heeft de positie van de klantmanager grote impact op de regievoering. Het takenpakket en de caseload zijn bepalend voor de daadwerkelijke ruimte die hij of zij heeft. Dit is van invloed op individuele inburgeringstrajecten.’ 

De vragen zetten de deelnemers aan de workshop meteen aan het denken. ‘We willen graag werken vanuit de bedoeling en niet alleen maar met oog voor het wetmatig kader. Jammer genoeg worden we erg gecontroleerd op aantallen en vinkjes’, vindt een deelnemer. Haar collega’s knikken instemmend.

Het antwoord op al deze vragen heeft volgens Gietema veel impact op de uitvoering. ‘Wees je daar bewust van. Het is erg interessant om juist met de mensen in de uitvoering eens goed te kijken naar de visie, naar de fundamentele keuzes die achter het beleid zitten.’

Workshop inburgering VJC 2024

Foto: Bas Losekoot

Uit de koker

In het tweede deel van de workshop nodigt ze de deelnemende directeuren, strategen en teammanagers uit om ‘uit de koker te springen.’ En een koker, dat is inburgering vaak. Inburgering is een vastomlijnd proces, schetst ze. Een statushouder komt vanuit het azc in een gemeente terecht waar de uitkering wordt aangevraagd en het PIP wordt opgesteld, waarna het inburgeringsprogramma kan beginnen.

Gietema: ‘We vergeten soms dat statushouders ook gewone inwoners zijn die op verschillende manieren ondersteuning van de gemeente kunnen gebruiken. Daarom gaan we vanuit het brede sociaal domein kijken, wat doen we regulier en wat zou er nodig zijn om de inburgeraars die in die koker zitten, mee te nemen in het reguliere werk?’

‘Hoe kun je bijvoorbeeld vanuit belangrijke thema’s zoals wonen, armoede en schulden of onderwijs, bijdragen aan ontwikkeling en integratie van mensen met een inburgeringsplicht? Wat is daarvoor nodig?’ De deelnemers zoeken een thema op wat voor hen het meest cruciaal is en gaan in groepjes in gesprek.

Wonen is volgens een groepje hét belangrijkste startpunt. ‘Het begint allemaal met een veilige plek om van daaruit een duurzaam bestaan op te bouwen. Housing First, nietwaar? Tegelijkertijd zitten hier door de woningnood al heel veel knelpunten. Het is belangrijk om inburgering ook op te nemen in de woonvisie, net zoals passend toewijzen om scheefgroei te voorkomen.’ 

Het begint allemaal met een veilige plek om van daaruit een duurzaam bestaan op te bouwen

Een andere groep heeft zich over het thema gezondheid gebogen. ‘Veel statushouders hebben van alles meegemaakt, deze rugzak kan soms leiden tot vertraging in hun inburgering. Meer aandacht aan het begin, voor preventieve zorg, kan dit mogelijk voorkomen.’ 

Een ander ziet een beleidsadviseur inburgering als echte ambassadeur. ‘Statushouders maken gebruik van de zorg, maar meestal is de zorg niet ingericht op mensen die de taal nog niet zo goed machtig zijn. Wie regelt dan de tolk? Dan wordt er toch naar inburgering gekeken. Daarom is het belangrijk dat de beleidsadviseur inburgering ook een ambassadeur is en voortdurend aandacht vraagt voor mensen met een andere taal en cultuur.’

Danielle van Dijck van werkbedrijf Senzer ziet dat in de arbeidsmarktregio Helmond steeds meer wordt samengewerkt ‘dwars door de domeinen’. ‘Een inburgeraar is niet anders dan een andere inwoner die hulp nodig heeft. Maar we zien in de uitvoering wel dat affiniteit met deze doelgroep heel belangrijk is. En daar komt bij dat deze groep in een korte tijd heel veel moet.’

Al deze thema’s gelden voor al onze inwoners en daar horen statushouders ook bij

Andere deelnemers blijven maatwerk benadrukken. ‘Wat is er passend voor deze betreffende inburgeraar? Dat is toch het uitgangspunt.’

Gietema benadrukt dat daarom de onderliggende visie van elke gemeente zo belangrijk is. ‘Wat is de bedoeling van ons beleid? Willen we vinkjes zetten of gaan we zorgen dat mensen echt mee kunnen doen?’

Maarten van Eijk, Hoofd Werk & Dienstverlening bij Weener XL is helder. ‘We zetten in Den Bosch het meedoen centraal. We willen dat mensen meedoen in onze samenleving, dat staat boven inburgering. We proberen nu de hele keten in deze visie mee te krijgen. Maar het begint allemaal met die keuze.’

Meedoen en meedenken?

Divosa trekt de komende maanden het land in om strategische gesprekken te voeren met directeuren in het sociaal domein over inburgering. Wilt u graag in gesprek, neem dan contact op met Mirjam Gietema.

Contactpersoon