Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe kan het, dat er ook in tijden van grote tekorten op de arbeidsmarkt de grote meerderheid van de mensen met een ernstige psychische aandoening aan de kant staat? Welke mechanismen zijn hier aan het werk? En hoe zijn die te doorbreken? In het magazine Hoofdzaak } Werk dat 27 juni verschijnt op onze netwerkconferentie staat een analyse met Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, penvoerder van Hoofdzaak } Werk. Je leest hier een preview.

Het verhaal is niet nieuw. Al decennia zijn er hoge drempels voor mensen met een psychische aandoening om mee te draaien in betaald werk. Al net zo lang vormen mensen met een psychische aandoening 30-40 procent van de mensen met een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid. Jaar op jaar constateren onderzoekers dat vooral mensen met een ernstige psychische aandoening geraakt worden. Van hen heeft maar hoogstens zo’n 15-20 procent een betaalde baan van 12 uur of meer per week.

We moeten om de mensen heen gaan staan.

Ziek

Dit beeld is opvallend constant door de jaren heen. Al in 1990 sprak toenmalig premier Ruud Lubbers de befaamde woorden: ‘Nederland is ziek.’ Hij doelde op de 800.000 mensen in de WAO, van wie ook toen al bijna een derde vanwege psychische klachten. Het was de opmaat naar een sterke beperking van de uitkeringsrechten. Maar niet van een trendbreuk in de arbeidsparticipatie van mensen met een (al dan niet ernstige) psychische aandoening. Niet toen de economie eind jaren negentig sterk aantrok. Niet tijdens de opleving van de economie na de kredietcrisis eind jaren 2000. En ook de afgelopen jaren niet, terwijl er zeker sinds de coronajaren bijna in alle sectoren grote tekorten aan menskracht ontstaan.

Taai probleem

Hoe kan dat? En hoe is het op te lossen? Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, puzzelt al een poosje op dit taaie probleem. Zijn analyse ziet er zo uit. Hij tekent een lijn, van links naar rechts, op een groot stuk papier. Links de ‘zorgmarkt’, rechts de ‘arbeidsmarkt’. ‘Uiterst links op de lijn staan de mensen de echt niet kunnen werken en van wie we dat ook niet verwachten,’ legt hij uit. ‘Helemaal rechts op de lijn de mensen in de kracht van hun leven, met een goede opleiding en alle kansen op de arbeidsmarkt.’ Hoe beter de economie ervoor staat, hoe groter de groep aan de rechterkant. Ook is er dan geld genoeg om goed te zorgen voor de groep helemaal links. Idealiter raken deze groepen elkaar naadloos in het midden: als je kunt en wilt werken, heb je werk, zo nodig parttime of met aanpassingen. Als je dat echt niet kunt, krijg je een goede uitkering en alle zorg die je nodig hebt.

‘Maar zo gaat het in de praktijk niet,’ zegt Dannenberg. In werkelijkheid is er in het midden een grote groep ‘onzeker werkenden’ ontstaan. ‘Mensen met tijdelijke banen tegen lage lonen, schijnzelfstandigen met nul-uren contracten, mensen die bij tegenslag zo weer aan de kant gezet worden. Vaak mensen met een lichte verstandelijke beperking, mensen die de taal niet beheersen, mensen zonder relevante opleiding of werkervaring. En heel veel mensen met een psychische kwetsbaarheid.’ 

Zodra het even slecht gaat met de economie, wordt de groep ‘zeker werkenden’ aan de rechterkant kleiner. Tegelijkertijd wordt er dan bezuinigd op de voorzieningen, door strengere regels voor de toegang tot uitkeringen. In betere tijden wordt dit niet hersteld: bezuinigingen worden dan niet teruggedraaid en werkgevers nemen liever tijdelijk en flexibel personeel in dienst, dan mensen met vaste contracten. Zo wordt de groep die tussen wal en schip valt, de ‘onzeker werkenden’ steeds groter. Inmiddels omvat de categorie ‘onzeker werkenden’ al een derde van alle volwassenen, schat Erik Dannenberg. Ook door andere ontwikkelingen is de arbeidsmarkt de afgelopen jaren fundamenteel veranderd, ziet Dannenberg.

We moeten stoppen met mensen apart te zetten, ze tot buitenstaanders te maken.

De eisen aan werknemers worden hoger: meer productiviteit, een hoger tempo, opdraven als de baas dat wil, minder mededogen met mensen met wie het even minder goed gaat. Inclusief denken ‘Er zijn ondertussen allerlei regelingen om mensen met een psychische aandoening te helpen weer aan de slag te komen’, stelt Erik Dannenberg. ‘Er is ook geld genoeg. Maar helaas staan daar heel veel uitsluitingsmechanismen tegenover’, constateert hij. ‘En disfunctioneel beleid’, voegt hij eraan toe. Want: ‘Die regelingen zijn onoverzichtelijk en versnipperd.’ 

Hoe kan dat anders? Dannenberg: ‘Ontschotten. Samenwerken over de grenzen van alle domeinen heen. Budgetten voor zorg, uitkeringen, sociaal domein en re-integratie bij elkaar voegen en flexibel inzetten, zodat mensen krijgen wat ze nodig hebben om weer mee te doen.’ En vooral ook: ‘Zorgen dat meer werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen. Zij kunnen de problemen nu afwentelen, door mensen voor wie je nét even iets meer je best moet doen of die door hun aandoening de hoge normen voor productiviteit niet halen buiten boord te houden.’ Daarmee wordt het probleem afgewenteld op het individu dat langs te zijlijn komt te staan en op de samenleving die opdraait voor de kosten daarvan.

Urgentie

Hoe dat te veranderen is, weet Dannenberg nog niet precies. Hij denkt er wel over mee, onder andere in het recente advies Van overleven naar bloeien van de Raad Volksgezondheid en Samenleving. ‘Het wordt hoog tijd om inclusief te gaan denken. We moeten stoppen met mensen apart te zetten, ze tot buitenstaanders te maken. We moeten om mensen heen gaan staan, zorgen dat ze mee kunnen doen. Daar de voorwaarden voor scheppen. Dat moet het uitgangspunt zijn.’ 

De urgentie is groot. Want ondanks de inzet van trajectbegeleiders, jobcoaches, re-integratiebedrijven, procesregisseurs, aandachtsfunctionarissen, stigmabestrijders, betrokken werkgevers en bevlogen bestuurders is het percentage mensen dat om psychische redenen een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgt opgelopen tot 42 procent van het totaal en heeft nog altijd maar 21 procent van de mensen met een ernstige psychische aandoening betaald werk.

Meer informatie

Netwerkconferentie: Vier jaar Hoofdzaak } Werk

Iedereen die de afgelopen jaren in het kader van Hoofdzaak Werk voor deze doelgroep heeft gewerkt, is welkom op deze speciale dag in Amersfoort. De conferentie staat in het teken van successen vieren, leren van wat beter kan en samen vooruitblikken.