Overslaan en naar de inhoud gaan

‘Kleine dingetjes maken soms een wereld van verschil’

De gemeente Apeldoorn heeft een stijgende lijn te pakken als het gaat om vroegsignalering. De gemeente bereikte in het eerste kwartaal van 2024 meer inwoners met schulden dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Ook zijn er meer adviesgesprekken geweest en zijn er meer regelingen getroffen. Een goede ontwikkeling, maar er is nog altijd ruimte voor verbetering, vinden vroegsignaleerders Marloes Jonkman en Eefje Hijwegen. 

De twee maken deel uit van een vroegsignaleringsteam van zes fte’s (zeven personen) dat actief is in Apeldoorn en een paar omliggende dorpen, in totaal voor zo’n 167.000 inwoners. ‘In het team zitten mensen met verschillende achtergronden’, vertelt Marloes Jonkman. ‘Dit is bewust gedaan om de krachten te bundelen en vroegsignalering op die manier zo goed mogelijk vorm te geven. Het zijn mensen die als maatschappelijk werker, bewindvoerder of bij budgetbeheer hebben gewerkt.’ 

Sinds januari maken de vroegsignaleerders deel uit van vijf sociale wijkteams, met daarin onder anderen ook iemand van Zorg en Ondersteuning, Centrum Jeugd en Gezin, Bestaanszekerheid en een maatschappelijk werker. ‘Hierdoor hebben we korte lijntjes, kunnen we snel schakelen en dus ook snel hulp inzetten’, aldus Jonkman. ‘We stellen de inwoner nu veel meer centraal. Voorheen moest iemand bij allerlei loketten steeds weer opnieuw zijn verhaal doen. Nu horen we dat één keer aan en kijken dan welke hulp we kunnen inzetten.’

Impact

Apeldoorn benadert mensen met schulden passief (mail, brief of app) en actief (telefonisch of huisbezoek). ‘Bij een melding van een betalingsachterstand checken we eerst in de Basisregistratie Personen op de woon- en gezinssituatie en Allegro om te zien of iemand al bekend is bij Schuldhulpverlening of Budgetbeheer. Als dat niet het geval is, kunnen we besluiten om tot actie over te gaan’, legt Jonkman de werkwijze uit. ‘We benaderen doelgroepen verschillend. Bij jongeren proberen we eerst contact te leggen door te appen; bij ouderen door te bellen. Als ik een app verstuur, check ik eerst of ik de juiste persoon aanspreek. Ik vraag ze mij te bellen en leg pas aan de telefoon uit waar het over gaat.’

App-berichten als het niet meteen lukt om telefonisch contact te krijgen met een inwoner

Voor jongere:
‘Goedemiddag [voornaam], ik ben [voornaam] [achternaam] van de gemeente Apeldoorn. Ik heb je zojuist gebeld en ik zou graag toe willen lichten waarom ik contact met je zoek. Zou je me terug willen bellen (of appen), of anders even aangeven wanneer ik je kan bereiken? Ik hoop van je te horen, vriendelijke groet, [voornaam]’

Voor niet-jongere:
‘Dag, mijn naam is [voornaam] [achternaam] en ik werk voor Samen055. Ik ben op zoek naar meneer [achternaam]. Ik heb u gebeld en heel graag kom ik met u in contact. Groeten, [voornaam]

Ik kan me voorstellen dat u denkt: wie is dat nu of wie staat er nu weer aan de deur?

- Vroegsignaleerder Marloes Jonkman

Huisbezoeken worden zowel overdag als ’s avonds afgelegd. ‘‘s Avonds zijn we altijd met zijn tweeën en vaak treffen we de mensen die overdag werken dan wel thuis aan’, stelt Jonkman. Deze bezoeken zijn bewust onaangekondigd, maar de vroegsignaleerders zijn zich heel erg bewust van de impact die dit op mensen kan hebben. ‘Als de deur opengaat, zeg ik altijd iets van: ‘Ik kan me voorstellen dat u denkt: wie is dat nu of wie staat er nu weer aan de deur?’.  Ook vraag ik of ze vrijuit kunnen praten en of het gelegen komt. En als er buren in hun voortuinen zitten, hou ik daar natuurlijk rekening mee. Ik praat sowieso altijd heel zacht.’  

Eén lijn

De gemeente Apeldoorn heeft de afgelopen twee jaar een aantal dingen gedaan die hebben geleid tot de werkwijze zoals die nu is, zegt vroegsignaleerder Eefje Hijwegen. ‘Als eerste hebben we een paar heidagen gehad om de mensen met verschillende achtergronden op één lijn te krijgen. Hoe willen we vroegsignalering aanpakken, hoe kijkt iedereen er tegenaan en wat kunnen we afzonderlijk inbrengen?’

Het woord ‘mogelijk’ zorgt ervoor dat je mensen niet meteen in een hokje plaatst

- Vroegsignaleerder Eefje Hijwegen

‘Ook een cursus bij Stimulansz is voor ons heel nuttig geweest’, vervolgt Hijwegen. ‘Die ging met name over de manier waarop je mensen benadert. Hoe krijg je ze mee en wat zijn de theorieën achter het overtuigen van mensen? Kleine dingetjes leveren soms een wereld van verschil in resultaat op. Een voorbeeld: ik introduceerde me aan de telefoon altijd als iemand van vroegsignalering, maar die term zegt mensen meestal niks. Als je zegt: ‘Ik werk bij een team dat in contact probeert te komen met inwoners die mogelijk financiële problemen hebben’, krijg je daar een heel andere reactie op. En het woord ‘mogelijk’ zorgt ervoor dat je mensen niet meteen in een hokje plaatst. Bij het maken van een afspraak is het handig om zelf een tijdstip voor te stellen, in plaats van te vragen wanneer iemand kan. Dat sturen blijkt in de praktijk goed te werken; mensen zeggen daar sneller ‘ja’ op.’

Risicogroepen

Apeldoorn maakt nu ook andere keuzes in de meldingen die worden opgepakt. Voorheen werd gekeken naar de hoogste achterstand, waardoor huurachterstanden altijd hoog op het lijstje kwamen. Hijwegen: ‘De groep jongeren met alleen een achterstand op de ziektekostenverzekering bleef daardoor onderaan bungelen, terwijl dit wel een belangrijke groep is om in de gaten te houden. Net als ouderen boven de 65 jaar, die een risico kunnen vormen omdat ze hun financiën niet meer zo goed kunnen bijhouden’. Huurachterstanden van een maand worden nog steeds gemeld om het verloop van een achterstand te kunnen volgen, maar ze worden niet meer actief opgepakt. 

Hijwegen wijst erop dat de werkwijze van de gemeente Apeldoorn niet vaststaand is: ‘We zijn voortdurend bezig met verbeteren. We houden tweewekelijks een teamoverleg met de vroegsignaleerders en bespreken wat wel en wat niet werkt. Waar gaan we mee door en wat gaan we toch anders doen? Dat houdt ons scherp.’

Tips

  • Werk in wijkteams, zodat er korte lijnen zijn en er snel actie kan worden ondernomen.
  • Controleer bij het contact zoeken of je de juiste persoon voor je hebt.
  • Doe ook ‘s avonds huisbezoeken om werkende mensen te bereiken.
  • Wees je bewust van de impact van een huisbezoek. 
  • Leer hoe je in het contact de beste resultaten kunt behalen, bv. met een cursus. 
  • Bepaal op basis van de risicogroep welke meldingen je actief oppakt.
  • Blijf je werkwijze waar nodig aanpassen om het te verbeteren.