Financiële toereikendheid van de energietoeslag
Laatste update:Woord vooraf
Met een nooit eerder gezien hoog bereik van inwoners is de energietoeslag een groot succes gebleken. Ongeveer 90% van de inwoners met een laag inkomen heeft de energietoeslag 2022 ontvangen. De hoge bereikcijfers zijn meteen ook de belangrijkste verklaring die gemeenten geven voor het ontstaan van de tekorten: er zijn meer mensen geholpen dan verwacht. Het budget is op basis van lagere inschatting toegekend dan het daadwerkelijke aantal inwoners tot 120% van het sociaal minimum. Nu de werkelijke kosten zijn gemaakt, wordt duidelijk dat de helft van de gemeenten niet toekomt met het budget.
Divosa heeft twee verzoeken aan het Rijk:
- Compenseer vanuit het Rijk de tekorten die bij gemeenten voor de energietoeslag van 2022 zijn ontstaan door een individuele nabetaling per gemeente met een tekort.
- Voorkom een tekort voor de energietoeslag 2023 met een nieuwe verdeelsleutel én door binnen de verdeelsleutel rekening te houden met de verhoging van het sociaal minimum. Op het moment dat de verschillen in 2023 ook substantieel zijn, zal financiële compensatie op zijn plaats zijn.
Een tijdslijn tot nu toe
In 2022 hebben gemeenten de uitvoering van de energietoeslag op zich genomen, met de toezegging dat het budget toereikend zou zijn. Toen bleek dat het verkregen budget niet afdoende was, werd dit gecompenseerd zoals minister Schouten eind maart 2022 aangaf in reactie op een motie van de Tweede Kamer.
Het kabinet heeft in april 2022 besloten om de middelen voor de energietoeslag te verhogen met een extra 175 miljoen euro voor de financiële dekking. Dit was in dezelfde periode dat de energietoeslag van 200 euro met 600 euro werd verhoogd naar 800 euro. Deze 175 miljoen euro kwam bovenop de kosten die nodig waren om deze ophoging uit te keren.
Het argument om 175 miljoen extra uit te keren was dat aan de financieringswijze via het gemeentefonds een financieel risico kleeft voor gemeenten. Het financieel risico van gemeenten is met de verhoging van het richtbedrag van de eenmalige energietoeslag van 200 euro naar 800 euro substantieel toegenomen. Met de extra financiële tegemoetkoming van 175 miljoen werd ervan uitgegaan dat er voldoende financiële zekerheid was. De financiële garantie heeft ertoe geleid dat gemeenten financieel risico hebben durven nemen en zo’n groot bereik hebben gehad.
Sinds april 2022 is er veel veranderd en is de energietoeslag steeds complexer geworden. In juli 2022 is de energietoeslag opnieuw verhoogd, met 500 euro naar 1300 euro. Hiervoor is een budget van 500 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de uitkering van de verhoogde energietoeslag en 50 miljoen euro voor de uitvoering. Bij de verhoging in juli is niet meer gesproken over het financiële risico dat de financieringswijze via het gemeentefonds met zich meebrengt, terwijl dat risico met de verhoging opnieuw toe was genomen.
Om een beter gekwantificeerd beeld te krijgen van de financiële toereikendheid van het budget van de energietoeslag, heeft Divosa in december 2022 een uitvraag gedaan onder gemeenten. Op basis van de reacties zien we dat de helft van de 125 ondervraagde gemeenten − die gezamenlijk 6 miljoen inwoners vertegenwoordigen − een financieel tekort constateren. Een gebruikte verdeelsleutel kan in afwijkingen resulteren. Er gaat echter iets mis in de verdeling van middelen op het moment dat slechts een kwart van de gemeenten precies uitkomt met het budget.
Tekort, oplossingen en gevolgen
In de praktijk zien we grotere verschillen: bij de ondervraagde gemeenten met een tekort varieert dit tekort van 2% tot 100%, met een doorsneetekort van 15% ten opzichte van de beschikbare middelen.
Een generieke nabetaling is niet de oplossing. De helft van de gemeenten ervaart immers geen tekort en zullen onnodig bijgeplust worden. Bovendien zal de helft van de gemeenten die een tekort ervaren dan nog steeds een tekort ervaren en de andere helft zal teveel ontvangen. Daarbij wil Divosa voorkomen dat gemeenten met een overschot dit moeten gaan terugvorderen. Dit was niet de afspraak en deze middelen zijn vaak gestoken in aanvullende maatregelen.
We vinden dat het Rijk de verantwoordelijkheid moet nemen ten aanzien van de imperfecties van de verdeelsleutel. Een nabetaling aan gemeenten met een tekort ligt daarom het meest voor de hand. Ook wil Divosa voorkomen dat gemeenten bij de energietoeslag 2023 opnieuw risico lopen op een tekort. Divosa verwacht dat de aanpassingen in de verdeelsleutelsystematiek daar aan bijdragen.
Een volledige vergoeding van de kosten voor het uitkeren en de uitvoering van de energietoeslag, voorkomt dat de uitvoering van deze regeling ten koste gaat van andere dienstverlening binnen het sociaal domein. In de huidige situatie zijn niet alle gemeenten in staat om alle ballen in de lucht te houden, waardoor keuzes worden gemaakt in de aanwending van de beperkte beschikbare middelen. Als financiële compensatie voor 2022 uitblijft, voorziet Divosa ook andere consequenties. Zo zouden gemeenten bij de toekenning van de energietoeslag 2023 op de rem kunnen gaan staan, bijvoorbeeld door de vermogenstoets toe te passen.
Door de verschillen die tussen gemeenten zijn ontstaan in de toereikendheid van middelen in 2022, wil het Rijk de middelen van de energietoeslag 2023 op een andere manier verdelen onder gemeenten. Zij zullen de verdeelsleutel baseren op CBS-data over huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum.
Divosa denkt dat het een goede stap is om via CBS-data beter aan te sluiten bij de daadwerkelijke omvang van de doelgroep. Echter, CBS-statistieken lopen twee jaar achter op de huidige situatie. Met de stijging van het sociaal minimum met 10% is in absolute termen de potentiële doelgroep die in aanmerking komt voor een energietoeslag verruimd. Omdat de CBS-statistieken twee jaar achterlopen, is het wenselijk dat bij het vaststellen van de doelgroep en toekenning per gemeente rekening wordt gehouden met deze stijging.
Daarnaast is het wenselijk dat bij de verdeling van de middelen rekening wordt gehouden met het aantal huishoudens in een schuldregeling. Deze huishoudens komen namelijk doorgaans wel in aanmerking voor de energietoeslag, omdat het besteedbare inkomen van deze huishoudens onder de grens van 120% van het sociaal minimum ligt.
Mocht blijken dat de verdeelsleutel − ondanks de aanpassingen − nog steeds een substantieel verschil in toereikendheid laat zien, dan is het wenselijk dat gemeenten alsnog een beroep kunnen doen op een evenredige compensatie vanuit het Rijk. Ook in 2023 blijft een financiële garantie van het Rijk dus wenselijk. De werkelijkheid is immers soms anders dan vooraf is bedacht en berekend.