‘Mijn afweging is altijd: wordt het werk er beter van?’
Nicoline Emck, teamleider sociaal team, gemeente Vijfheerenlanden:Ruis en ballast zoveel mogelijk weghouden bij de leden van het sociaal team. Dat ziet teamleider Nicoline Emck als haar belangrijkste opgave. Het resultaat is dat haar vijftien medewerkers zich kunnen concentreren op hun vak: de inwoners zo goed mogelijk ondersteunen.
‘Mijn medewerkers staan in de frontlinie, ze hebben te maken met de kwetsbaarste mensen in onze gemeente. Tegelijk zijn ze gebonden aan regels, budgetten en wachtlijsten. Het is mijn taak om te zorgen dat ze dit zware, complexe werk zo goed mogelijk kunnen doen, dat ze er plezier in hebben, dat ze vertrouwen ervaren. Mensen verlenen betere hulp als er niets in de weg zit. Bovendien houden ze hun werk dan ook vol als de omstandigheden moeilijker worden, bijvoorbeeld door de groeiende zorgvraag en bezuinigingen.
Veilige sfeer
Het begint met een goede sfeer, geen gekke onderstromen of toestanden. Mijn fijne en kundige team bestaat uit vijftien medewerkers. Iedereen is anders, maar wij respecteren de onderlinge verschillen, zoals achtergrond of (geloofs)overtuiging. In een veilige sfeer is er ruimte om jezelf te zijn, af en toe stoom af te blazen en een lolletje te maken. Onze maandelijkse gezamenlijke lunch is zo’n ontspanningsmoment. Verder ben ik oprecht geïnteresseerd in mijn medewerkers en vraag regelmatig hoe het gaat. Hoe zit je erbij, is je caseload in balans? Maar ook: hoe was je weekendje weg, slaapt de baby al wat beter?’
Kantoortuin
‘Ik ben gemakkelijk benaderbaar, ik heb geen aparte werkplek, maar zit gewoon in de kantoortuin. Daardoor hoor en zie ik alles. Speelt er iets, dan kunnen we er direct over praten. Nabijheid helpt ook om werkendeweg te sturen. Een voorbeeld: ons team kiest iedere maand een speerpunt. Nu is dat casusregie: de regie over de hulpverlening in gezinnen die extra ondersteuning nodig hebben. Dan vraag ik een medewerker: vertel, op welke manier voer jij de regie? Zo kan ik heel organisch volgen of afspraken in praktijk worden gebracht.
Van mijn persoonlijkheid is ooit eens zo’n kleurenprofiel gemaakt en mijn mensgerichte kant is exact in evenwicht met mijn resultaatgerichte kant. Ik stort opdrachten niet zomaar uit over de teamleden, ik streef naar draagvlak en consensus. Maar ik wil samen met hen wél resultaten boeken. Bijvoorbeeld op het vlak van de financiën. 2026 wordt het ravijnjaar. De gemeente moet ombuigen en het is de bedoeling dat wij wel goed passende, maar betaalbaardere alternatieven in kaart brengen. Bij nieuwe zaken kijken we daarom of er andere zorgaanbieders zijn. Of dat bijvoorbeeld de welzijnsorganisatie of vrijwilligers kunnen worden ingeschakeld.’
Golfbewegingen
‘Inmiddels werk ik vijfentwintig jaar bij de gemeente. Beleid komt en gaat in golven. In essentie gaat het altijd om de vraag hoe ver de verantwoordelijkheid van de overheid reikt en wat je van inwoners zelf verwacht. Soms slaat de wijzer de ene kant uit, soms de andere kant. Neem de sociale basis, waar je iedereen nu over hoort. Dat is niet nieuw, het is niks meer of minder dan dat we zorg en ondersteuning zo veel mogelijk in de lokale gemeenschap organiseren. Dan moet je dus als gemeente niet je dorpshuizen of jongerencentra sluiten.
Als er vanuit beleid plannen onze kant opkomen waarvan ik niet direct de meerwaarde zie, dan vraag ik door. Wat is het nut, wat merken inwoners hiervan? Zo moet het team de caseload verwerken in een bepaald format op de computer. Maar een van mijn medewerkers doet dit liever op papier. Ik vind dat prima, want zo kunnen we de cases ook bespreken. Mijn afweging is altijd: wordt het werk er beter van? Tegelijk ben ik zeker niet star; meebuigen is soms voor iedereen beter. Ik vaar mee op de golven als dit ten goede komt aan inwoners en medewerkers.’
Vraagverheldering
‘Ons team kent nauwelijks verloop, maar de werkdruk is onverminderd hoog. Alle vier de gebiedsteams hebben wachtlijsten. Ik benadruk in het team dat die niet verdwijnen als ze harder gaan werken. Ik benadruk ook dat die wachtlijsten mijn probleem zijn – niet dat van hen. Ik ga naar de manager als het te gek wordt, ik sta boze inwoners te woord als het escaleert. De werkdruk moet hen er ook niet van weerhouden om de ‘vraag achter de vraag’ helder te krijgen, het netwerk te activeren en zo veel mogelijk hulp zelf te verlenen, in plaats van mensen door te verwijzen. Dit kost meer tijd, maar verhoogt de kwaliteit van ons werk en geeft de medewerkers veel energie.
Schild
Ik zie mezelf als schild: als het nodig is, scherm ik mijn medewerkers af voor de ‘ruis’ van boven – van beleid of bestuur – én voor de buitenwereld, zoals ontevreden cliënten. ‘We kunnen op je bouwen’, hoor ik vaak. Je kweekt een sterke band door er te zijn voor de ander. Dat werkt twee kanten op: mensen zetten ook een extra stapje voor mij. Ik behartig hun belangen vol vuur en passie, zodat zij hun werk kunnen doen zonder te veel stress, gedoe en afleiding. Zo krijgen zij de kans om zich te concentreren op hun belangrijkste taak: onze inwoners zo goed mogelijk ondersteunen.’
Nicoline Emck is teamleider van een van de vier gebiedsteams in de gemeente Vijfheerenlanden. Alle inwoners, van 0 tot 100, kunnen daar terecht voor vragen over opvoeding, jeugdhulp, Wmo-voorzieningen en individuele begeleiding, geestelijke gezondheidszorg en werk en inkomen.