Overslaan en naar de inhoud gaan

Factsheet Debiteuren

Laatste update: 27 mei 2023

Samenvatting: Het belang van goed debiteurenbeheer

Debiteurenbeheer is van belang voor de financiën van gemeenten en zegt iets over de kwaliteit van uitvoering. Hoe meer openstaande vorderingen kunnen worden geïncasseerd, hoe lager de prijs van een uitkering is. Dit is gunstig voor het budgetresultaat. Daarnaast is een goed debiteurenbeleid ook van belang voor het maatschappelijk draagvlak van de sociale zekerheid: onterecht verkregen uitkeringen moeten worden teruggevorderd.

Om een beter beeld te geven van de landelijke situatie omtrent bijstandsvorderingen én om gemeenten handvatten te bieden bij het omgaan met debiteuren, publiceert de Divosa Benchmark Werk & Inkomen – een samenwerking van BMC, Divosa en Stimulansz – deze Factsheet Debiteuren.

Beeld van debiteuren

Debiteuren in het kader van de Participatiewet (PW), het Bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn over het algemeen mensen die één van deze uitkeringen ontvangen. Het is ook mogelijk dat iemand geen uitkering meer ontvangt, maar er nog wel een vordering openstaat. Er zijn ook vorderingen die verhaald worden bij ex-partner(s) van bijstandsgerechtigden. Het gaat dan om vorderingen bij een ex-partner die onderhoudsplichtig is voor zijn ex-partner (= bijstandsgerechtigde) en/of diens minderjarige kinderen.

In juli 2022 zijn de meest voorkomende vorderingen, de 'overige vorderingen' (40%). Hieronder vallen onder andere:

  • onverschuldigde betalingen;
  • boetevorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht zonder benadelingsbedrag;
  • vorderingen in verband met rente en incassokosten;
  • verstrekte voorschotten. 

Gekeken naar het bedrag, maken geldleningen het grootste deel (43%) uit van de vorderingen. Daarnaast is een belangrijk deel de vorderingen vanwege overtreding van de inlichtingenplicht (20% in aantal, 24% qua bedrag).

Debiteuren van invloed op het BUIG-budget

In deze factsheet wordt nader ingegaan op

  1. vorderingen inlichtingenplicht,
  2. boetevorderingen,
  3. onverschuldigde betalingen (onderdeel van overige vorderingen),
  4. verhaal.

Al deze vorderingen vallen onder de BUIG-gelden en kunnen van invloed zijn op het budgetresultaat van de BUIG.

Van deze vier type vorderingen is ongeveer de helft onverschuldigde betalingen. Dit zijn vorderingen waarbij een klant (uitkeringsgerechtigde) niet de inlichtingenplicht heeft geschonden. Het ontstaan van deze vorderingen is niet te wijten aan de klant en is daarmee feitelijk een procesmatige fout. De uitdaging voor gemeenten is om goed te kijken naar de verschillende werkprocessen, overdrachtsmomenten en doorlooptijden. Als vorderingen daarmee kunnen worden beperkt, scheelt dat de bijstandsgerechtigde ergernis en de organisatie tijd en administratief werk.

Daarnaast bestaat circa 35% uit vorderingen vanwege overtreding van de inlichtingenplicht en zo’n 10% uit boetes. Door te kijken naar het aandeel openstaande vorderingen vanwege overtreden inlichtingenplicht op gemeenteniveau, wordt inzicht gegeven in de fraude-alertheid van de organisatie. Dit kan twee betekenissen hebben, namelijk een laag aandeel kan betekenen dat er weinig fraude (overtredingen inlichtingenplicht) is opgespoord omdat de uitvoering niet fraudealert genoeg is. Echter, het kan ook betekenen dat de preventie op orde is, de organisatie streng is aan de poort of bij lopende uitkeringen juist snel fraude opspoort en dan voor een laag bedrag terugvordert. Een lager bedrag wordt  sneller terugbetaald, waardoor er vervolgens minder openstaande vorderingen zijn.

Als laatste bestaat een klein deel van de vorderingen uit verhaal. Verhaal is dat je als gemeente gebruikmaakt van de bevoegdheid om uitgekeerde bijstandsuitkeringen te verhalen op derden. In de meeste gevallen is dit een ex-partner van een bijstandsgerechtigde. Inkomsten uit verhaal zijn van belang omdat deze  tot de baten worden gerekend en het speelt daarmee een rol in het budgetresultaat en in de prijs van een uitkering. De incassoquote voor verhaal heeft de afgelopen jaren geschommeld tussen de 2,5% en 3,5%.

Aflossing openstaande vorderingen

Vanzelfsprekend is het de bedoeling dat alle vorderingen worden betaald. Gemeenten doen al het mogelijke om ervoor te zorgen dat debiteuren terugbetalen. Overigens zal bij debiteuren die nog een uitkering van de gemeente ontvangen, in nagenoeg alle gevallen aflossing van de vorderingen plaatsvinden door middel van een inhouding op de uitkering. Als er geen lopende uitkering is waarop de vordering kan worden ingehouden, dan moet de debiteur zelf zorgen voor betaling aan de gemeente. Het aflossingsbedrag kan worden bijgesteld, bijvoorbeeld als de draagkracht van de debiteur wijzigt.

De incassoquote – weergave van het percentage van de openstaande vorderingen dat daadwerkelijk wordt afgelost – lag in de afgelopen jaren tussen de 1,2% en 2,5%. Hoe meer er wordt geïnd, hoe beter. Het is gunstig voor de prijs van een uitkering en voor het budgetresultaat van de gemeente. Ook voor de debiteur is het gunstig, omdat deze zijn schuld afbouwt. Van belang is wel dat de gemeente een goed inzicht heeft in het debiteurenbestand. Wie betaalt en vooral, wie betaalt er niet? Zijn alle debiteuren in beeld?

Vanzelfsprekend is het de bedoeling dat elke debiteur aflost. Een debiteur kan overigens meerdere openstaande vorderingen hebben. In dat geval wordt doorgaans eerst op de ene vordering afgelost en daarna pas op een volgende. Het percentage debiteuren dat aflost op ten minste een vordering is de afgelopen jaren gestegen van 38% naar 45%. Echter, gezien de niet toegenomen incassoquote wordt er weliswaar meer afgelost, maar voor een geringer bedrag. Het totaalbedrag incasso stijgt daardoor nauwelijks.

Nieuwe vorderingen voorkomen

Naast een goed inzicht in de debiteuren is het ook belangrijk om aandacht te hebben voor preventie. Hoe zorg je er als gemeente voor dat er zo min mogelijk nieuwe vorderingen ontstaan door overtreding van de inlichtingenplicht of door procesmatige fouten door de gemeente?

Om overtreding van de inlichtingenplicht te voorkomen, wordt zowel preventief als repressief handhaven geadviseerd. Het gaat hierbij respectievelijk om informeren en dienstverlening op maat en controleren en sanctioneren op maat.

Bij het voorkomen van vorderingen onverschuldigde betalingen kan worden gedacht aan het snel afhandelen van beëindiging van uitkeringen, wijzigingen in de uitkering tijdig uitvoeren, inkomsten in een keer goed verrekenen en op het juiste moment in de maand, en voorzichtig te zijn met het verstrekken van voorschotten. Om hier goed inzicht in te krijgen, is het als gemeente raadzaam om goed te kijken naar de procesgang van diverse werkprocessen, overdrachtsmomenten en doorlooptijden.

Over de Divosa Benchmark

De Divosa Benchmark is een samenwerking van Divosa, Stimulansz en BMC Onderzoek. De Divosa Benchmark bestaat uit drie benchmarks: Werk & Inkomen, Armoede & Schulden en Statushouders & Inburgering. De informatie uit deze benchmarks hangt nauw met elkaar samen. Met de benchmarks kunnen gemeenten hun resultaten meten en vergelijken met andere gemeenten. Van elkaar leren en de uitvoering verbeteren staan hierin voorop.

Meer weten of deelnemer worden? Kijk op www.divosa-benchmark.nl.