Overslaan en naar de inhoud gaan

Factsheet statushouders: rapportage werk, onderwijs en inburgering eerste helft 2021

Laatste update: 10 maart 2022

Statushouders starten steeds sneller met opleiding

Meer statushouders volgen onderwijs en starten ook sneller met een opleiding na het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Dat blijkt uit cijfers van 176 gemeenten die meedoen aan de Divosa Benchmark Statushouders, over de periode tot de zomer van 2021. 17% van de volwassen statushouders in deze gemeenten volgt een opleiding. Vooral onder vrouwen groeit het aantal studenten. Onder de nieuwe Wet inburgering wordt verwacht dat een kwart van de statushouders de onderwijsroute gaat volgen.

Statushouders die naar Nederland komen, volgen steeds meer onderwijs en starten daar ook sneller mee. 17% van de volwassen statushouders stond in de zomer van 2021 ingeschreven bij een opleiding. Onder de 18 tot 33-jarigen die in aanmerking komen voor studiefinanciering is dat 30%. Elk jaar groeit het percentage dat onderwijs volgt gestaag. Het gaat hierbij om door het Rijk bekostigd onderwijs, zoals een vo-, mbo-, hbo- of universitaire opleiding

Deze grafiek laat de ontwikkeling zien van het percentage statushouders dat sinds 2014 in Nederland is en onderwijs volgt. Hieronder vallen mensen die in 2014 zijn gekomen, maar ook mensen die pas een jaar in Nederland zijn. Daarbij is het aantal mensen dat onderwijs volgt in een bepaalde leeftijdscategorie afgezet tegen het totaal aantal mensen in deze leeftijdscategorie.

Opvallend is dat steeds meer vrouwelijke statushouders onderwijs volgen. In de leeftijdsgroep 18-33 steeg het percentage vrouwen dat onderwijs volgt in twee jaar tijd van 16,7% naar 30,1%.

Statushouders die een opleiding volgen, starten daar ook sneller mee dan een aantal jaren terug. Onder de mensen die in 2019 naar Nederland zijn gekomen, is het percentage dat onderwijs volgt in hun tweede jaar in Nederland bijvoorbeeld hoger dan in de groepen die in 2017 en 2018 zijn gekomen.

Vooral mbo-niveau

De meeste statushouders volgen een opleiding op mbo-niveau. In de loop der jaren zien we een verschuiving van mbo1-niveau naar mbo2-mbo4. Ook stijgt het percentage statushouders op hbo en universiteit. Dit komt omdat statushouders opleidingen stapelen en omdat de groep die een hogere opleiding wil volgen eerst de inburgering afrondt en zich daarna inschrijft voor een opleiding.

Nieuwe Wet inburgering

In de nieuwe Wet inburgering die sinds begin 2022 van kracht is, wordt veel belang gehecht aan onderwijs en dat meer statushouders een Nederlands diploma behalen. In de inburgering is daarom een speciale ‘onderwijsroute’ ingebouwd die inburgeraars voorbereidt op het volgen van een opleiding in Nederland. Zij moeten daarvoor binnen anderhalf jaar een taaldiploma halen op B1-niveau. De inschatting is dat 25% van de inburgeraars met een asielachtergrond de onderwijsroute zal afleggen (1). Voor jongere statushouders lijkt dat heel haalbaar, voor statushouders van boven de 33 zal er vaker dan nu naar een opleiding moeten worden toegewerkt.

Op dit moment is nog onzeker hoe gemeenten de onderwijsroute gaan invullen. Tussen onderwijsinstellingen en het Rijk loopt een discussie over de bekostiging van de onderwijsroute. Voor statushouders is het belangrijk dat hier uiteindelijk werkbare afspraken voor komen. Voor gemeenten is het belangrijk dat zij de mogelijkheid hebben om zelf te kiezen met welke aanbieder zij in zee gaan.

Ontwikkelingen op werk, inburgering en bijstand

Ook op het gebied van werk, inburgering en bijstand zijn de ontwikkelingen positief bij de gemeenten die meedoen aan de Divosa Benchmark Statushouders. Na een kleine coronadip, blijft het percentage werkende statushouders stijgen. In de zomer van 2021 was 32% van de statushouders die sinds 2014 in Nederland zijn aan het werk. Het percentage statushouders in de bijstand is gedaald naar 56%.

Op het gebied van inburgering ontstaat er wat stagnatie. 44% van de statushouders die sinds 2014 in Nederland zijn, is geslaagd voor het inburgeringsexamen en dat percentage lijkt zich niet verder te ontwikkelen. Mogelijk heeft de coronacrisis de inburgering vertraagd. Er waren tijdelijk minder lessen en minder examens. Ook stijgt het aandeel statushouders dat een ontheffing krijgt en dus nooit zal slagen voor de inburgering.

Onder de nieuwe wet kunnen inburgeraars minder snel een ontheffing krijgen en is de ambitie dat meer inburgeraars een hoger taalniveau halen dan het basisniveau waar de overgrote meerderheid nu voor kiest.

Om welke statushouders gaat het?

In het onderzoek gaat het om statushouders tussen de 18 en 65 jaar die vanaf januari 2014 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen en ingeschreven zijn bij de gemeente. De Divosa Benchmark Statushouders rapporteert dus over de hele groep statushouders die sinds 2014 in Nederland is. Ook genaturaliseerde statushouders blijven we volgen.

Over de Divosa Benchmark

De cijfers komen uit de Divosa Benchmark Statushouders, waarmee 176 gemeenten inzicht krijgen in de situatie van statushouders door de jaren heen. Door de cijfers met elkaar te vergelijken en verhalen achter de cijfers te delen, leren gemeenten van elkaar en kunnen ze hun inburgeringsbeleid verbeteren.

De Divosa Benchmark is een initiatief van Divosa, BMC en Stimulansz en wordt doorontwikkeld om ook onder de nieuwe Wet inburgering inzicht te geven in de resultaten van gemeenten. Doet jouw gemeente al mee? Meld je aan op divosa-benchmark.nl