Overslaan en naar de inhoud gaan

Financiële toereikendheid van de energietoeslag

Laatste update:

Inleiding

In 2022 hebben gemeenten de uitvoering van de energietoeslag op zich genomen. Omdat de uitvoering van generiek beleid door gedecentraliseerde gemeenten niet vanzelfsprekend is, toetst Divosa extra op de uitvoerbaarheid én betaalbaarheid van deze taak.

In de zomer van 2022 heeft Divosa een rapportage gemaakt op basis van een uitvraag over het bereik, de capaciteit en het budget van de energietoeslag. Inmiddels onderzoeken meerdere instanties de uitvoering van de energietoeslag en de aanpak van energiearmoede. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een deel van de gemeenten een financieel tekort verwacht op de energietoeslag. (1) Dit blijkt ook uit signalen die Divosa ontvangt.

Inzicht in de financiële toereikendheid van het budget voor de energietoeslag

Om een beter gekwantificeerd beeld te krijgen van de financiële toereikendheid van het budget van de energietoeslag, heeft Divosa een beknopte vragenlijst voorgelegd aan gemeenten.

Op basis van de antwoorden van de 125 deelnemende gemeenten (2) − die in totaal 6 miljoen inwoners vertegenwoordigen − geeft deze rapportage een beeld van de mate waarin gemeenten een overschot, dan wel een tekort ervaren. Ook geeft het meer duiding aan de oorzaken van een eventueel tekort en hoe gemeenten dit opvangen.

Financiële toereikendheid: wat bedoelen we daarmee?

De financiële toereikendheid heeft betrekking op de beschikbare middelen voor de energietoeslag in verhouding tot de gemaakte kosten voor de aanvragen voor de doelgroep van inwoners met een inkomen tot 120% van het minimum. Hierbij gaat het zowel om de kosten om de toeslag uit te keren, als de kosten voor de uitvoering van de regeling. Denk bijvoorbeeld aan kosten voor personele inzet en ICT.

Gemeenten hebben beleidsvrijheid om aan te sluiten bij het lokale minimabeleid en te kiezen voor een andere inkomensgrens. We zien dat 75% van de gemeenten de 120%-norm aanhoudt. Geen van de ondervraagde gemeenten hanteert een inkomensgrens onder de 120%.

Een kwart van de ondervraagde gemeenten heeft ervoor gekozen om de doelgroep te vergroten door de energietoeslag beschikbaar te stellen aan inwoners met een inkomen tot 130%, 140% of zelfs 150%.

De financiële consequenties voor het vergroten van de doelgroep zijn voor de gemeenten zelf. Dit hebben we in de vragenlijst expliciet aangegeven. We hebben gevraagd naar het overschot en/of tekort voor de doelgroep tot 120%. (3)

Lokale noodfondsen

Divosa krijgt signalen dat gemeenten bezig zijn om lokale noodfondsen op te zetten (naast de bijzondere bijstand), omdat de energietoeslag niet toereikend is voor de omvang van het energieprobleem. In hoofdstuk 5 geven we een eerste beeld hoe en in hoeverre gemeenten hier invulling aan geven.

Voetnoten

  1. Gemeenten: Energiearmoedebeleid in stroomversnelling, knelpunten in de uitvoering (TNO, november 2022)
  2. In de methodologische verantwoording lees je meer over de respons.
  3. De exacte doelgroep ligt iets genuanceerder; het moet gaan om zelfstandige huishoudens, waarbij de gemeente dit begrip zelf mag invullen. Zie de handreiking eenmalige energietoeslag van Stimulansz voor een toelichting hierop.