Overslaan en naar de inhoud gaan

Financiële toereikendheid van de energietoeslag

Laatste update:

5 Ruim een kwart van de gemeenten heeft een lokaal noodfonds ingericht

Gemeenten zien dat de energietoeslag niet voldoende toereikend is voor alle inwoners om de verhoogde energielasten en de hoge inflatie van 2022 op te vangen. Zij zien dat, ondanks alle regelingen, een deel van hun inwoners structureel nog steeds niet kan rondkomen.

Gemeenten hebben het heft in eigen handen genomen om lokaal een oplossing te vinden voor deze bestaansonzekerheid. 28% van ondervraagde gemeenten heeft hiervoor een lokaal noodfonds (opgericht); nog eens 9% bevindt zich in de verkennings- of ontwikkelfase van een noodfonds. 

Veruit de meeste noodfondsen (82%) richten zich op inwoners. Overige doelgroepen zijn maatschappelijke organisaties, ondernemers of schuldhulpverlening (‘een regelvrij budget’ om zelf over te beslissen).

Op welke inwoners en situaties het noodfonds zich richt, varieert per gemeente. Bij een derde van de gemeenten met noodfonds is het noodfonds bedoeld voor uitzonderlijke, schrijnende en/of acute situaties, zonder verdere specificering van de doelgroep. Zo geeft een gemeente aan: 'We hebben een noodfonds ingericht voor schrijnende gevallen. We hebben geen specifieke doelgroep daarbij gedefinieerd, maar we voorzien dat we met dit noodfonds de inkomensgroepen bereiken die nét buiten de toekenning van de energietoeslag vallen en inwoners die we normaal niet zien.'

Eén op de vijf gemeenten met een noodfonds richt zich specifiek op de middeninkomens die niet meer in staat zijn om rond te komen. Ook benoemt één op de vijf expliciet dat het noodfonds breed inzetbaar is en zich niet alleen op energiegerelateerde problemen richt. Het budget is dan bedoeld voor bijvoorbeeld woninginrichting, boodschappen of het vernieuwen van identiteitsdocumenten. Vaak kan een aanvraag hiervoor alleen door hulpverleners worden ingediend. 

Andere aanvullende voorzieningen

Aanvullend op of in plaats van een noodfonds blijkt een derde van de ondervraagde gemeenten ook andere aanvullende voorzieningen te treffen (zie onderstaande grafiek). Dit gebeurt op verschillende manieren. Zo heeft bijna de helft van hen een maatwerkvoorziening getroffen.

Ook breiden gemeenten de bijzondere bijstand uit door inkomensgrenzen te verruimen of het budget te vergroten. Een deel van de gemeenten met aanvullende voorzieningen geeft aan dat inwoners gebruik kunnen maken van reeds bestaande externe fondsen, zoals SUNN, voorzieningen via kerken of een lokaal hulpfonds.

Al met al kunnen we dus stellen dat het merendeel van de gemeenten naast de uitvoering van de energietoeslag nog extra stappen zet om de inwoners te ondersteunen.