Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking Leerroutes

Laatste update:

4 De Zelfredzaamheidsroute (Z-route)

4.3 Welke beleidsvrijheid hebben gemeenten bij de Z-route?

In hoofdstuk 1.3 zijn drie uitgangspunten beschreven die gemeenten aanvullend op de wettelijke vereisten kunnen toepassen in hun aanbod van leerroutes. Gemeenten hebben beleidsvrijheid op het gebied van maatwerk, integraliteit en kwaliteit. De tips en voorbeelden die daarbij genoemd staan, gelden voor elke leerroute. In deze paragraaf bespreken we waar gemeenten rekening mee kunnen houden bij het invullen van hun beleidsvrijheid voor de Z-route.

Participatieactiviteiten

Activering en participatie zijn belangrijke doelen in de Z-route en het is belangrijk dat het leren binnen een praktische context heeft. Voor participatieactiviteiten is 800 uur opgenomen, waarvan ook de MAP en het PVT deel uitmaken. De gemeente vult die uren naar eigen inzicht op een passende manier in. Het is daarbij belangrijk te kijken naar de persoonlijke situatie van de inburgeraar, interesses en mogelijkheden (denk aan kinderen, gezondheidskwesties, sport/hobby’s).

In het persoonlijk plan kan de gemeente afspraken opnemen over (vrijwilligers)werk of een brancheopleiding. Ook kan de gemeente inzetten op informele taal (met een taalvrijwilliger) of op cursussen en lokale activiteiten rondom thema’s als gezondheid, sport, cultuur, budgetteren, computervaardigheden en het opbouwen van een sociaal netwerk. Het is waardevol als hier verbinding wordt gelegd met lokale organisaties, werkgevers en andere instellingen en netwerken. In Zutphen krijgen statushouders bijvoorbeeld fietslessen.

Pilotprogramma

De Z-route is een van de 6 thema’s van het pilotprogramma Veranderopgave Inburgering van het ministerie van SZW. Voor 6 pilots in het land is een programma opgesteld om in 2020 ervaring op te doen met de elementen uit de Z-route. De koppeling tussen taalonderwijs en participatieactiviteiten speelt in alle 6 de pilots een prominente rol. Samenwerking met lokale partners is hiervoor onontbeerlijk. Zo werkt de gemeente Velsen nauw samen met VluchtelingenWerk, voor zowel de taal- als de participatiecomponent. De gemeenten Enschede, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal en Dinkelland voeren de pilot uit met het ROC van Twente, maatschappelijke organisatie M-Pact en sportbedrijf Sportaal. 

Alle beschikbare informatie over de in totaal 39 pilots van het pilotprogramma vind je in de online publicatie Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering (Divosa). Hier vind je ook de tussen- en eindrapportages per pilot.

Lichamelijke of psychosociale problemen

Het is mogelijk dat inburgeraars in de Z-route (maar ook in de andere routes) met lichamelijke of psychosociale problemen kampen, zoals een lichamelijke handicap, PTSD of slechtziendheid – problemen waardoor de inburgeraar de gewone cursus niet of minder goed kan volgen. De gemeente moet hier zicht op krijgen in de brede intake en zo nodig passende begeleiding organiseren. A

ls er sprake is van een medische beperking, dan kan een medisch advies worden aangevraagd. Eventueel kan DUO op basis daarvan besluiten de inburgeraar gedeeltelijk of geheel te ontheffen van de inburgeringsplicht. Bij een gedeeltelijke ontheffing wordt gekeken aan welke eisen de persoon in kwestie wel en niet kan voldoen. De gemeente heeft ook de mogelijkheid om een individuele deelname aan een gespecialiseerde cursus te kopen, bijvoorbeeld een cursus voor migranten met een visuele beperking.