Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe stel je meetbare waarden in?

Laatste update: 17 december 2024

Van containerbegrip naar KPI: welke stappen doorloop je?

Hoe geef je invulling aan containerbegrippen als normaliseren, afschalen en het vergroten van zelfredzaamheid? En hoe kun je meten of je deze doelstellingen behaalt? Maarten Thönissen van organisatie- en adviesbureau Sofi-E verbindt vertelt hierover in de bijeenkomst ‘van doelstelling naar meetbare waarden’. 

Thönissen richt zich als adviseur op data-ondersteund werken in het sociaal domein. Hij spreekt liever niet van ‘datagedreven’, want dat suggereert volgens hem dat data zeggen wat je moet doen. ‘Als je data te zeer leidend laat zijn, krijg je zoiets als de toeslagenaffaire, waarin naar voren kwam dat mensen met een bepaald type achternaam vaak al zouden frauderen. Daar is op geacteerd en die mensen zitten nu nog altijd met de gebakken peren. Data moeten dus niet leidend zijn, maar kunnen wel helpen om betere beslissingen te nemen.’     

Methodiek voor ieder ander terrein

Om van een containerbegrip naar een meetbare waarde, oftewel een KPI, te komen - en dan vooral van een opgave naar een interventie - hanteert Thönissen een door hemzelf bedachte werkwijze: de Maatschappelijke Organisatie en Beleidsopgave-analyse. Hij legt deze werkwijze in de bijeenkomst uit aan de hand van de Hervormingsagenda Jeugd, om de knelpunten in de jeugdzorg structureel aan te pakken. ‘Een hot item binnen gemeenten, ook financieel. 'Maar je kunt deze methodiek toepassen op ieder ander terrein’, stelt hij. 

Een belangrijk vertrekpunt is het ophalen van informatie uit de leefwereld en de markt (de waarderingsfase), vertelt Thönissen. ‘Wat is de maatschappelijke opgave van jouw gemeente? Hier ga je kijken wie daadwerkelijk Jeugdzorg nodig heeft en wie kan normaliseren zonder die hulp.’ Veel gegevens over de populatie zijn volgens Thönissen gewoon beschikbaar in openbare bronnen, zoals bij het CBS en de BRPGBA. ‘Maak vooral gebruik van alle data die beschikbaar zijn, ook uit het voorliggend veld’. 

‘In de organisatieanalyse bekijk je per doelgroep welke aanpak je als organisatie kiest. Ga je normaliseren of afschalen? Op basis daarvan bepaal je het beleidsprogramma of de in te zetten interventies en vervolgens ook de KPI’s.’

Normaliseren of afschalen?

Naast de populatie-analyse is het zaak ook andere analyses te doen, namelijk een doelgroep-, wijk-, en cliëntanalyse. Want wat is de doelgroep van jouw jeugdbeleid en jeugdzorg? En wat moet je organiseren als gemeente, jeugdzorgaanbieder of onderwijs om het juiste te bereiken? Thönissen: ‘In de organisatieanalyse bekijk je per doelgroep welke aanpak je als organisatie kiest. Ga je normaliseren of afschalen? Op basis daarvan bepaal je het beleidsprogramma of de in te zetten interventies en vervolgens ook de KPI’s.’ 

Hierna volgt evaluatie. Thönissen laat met een populatie-analyse van zijn eigen woonplaats Maastricht zien hoe je de maatschappelijke opgave in beeld brengt. ‘Wie woont er in deze gemeente? Welke kenmerken, problemen en krachten hebben deze mensen? 

Implementeren en ‘steeds weer bijstellen’ 

Als een interventie is bedacht, kan die worden gemonitord in de aanbieders/interventieanalyse. Hiermee wordt onder meer inzichtelijk of de juiste doelgroep is bereikt. Op basis hiervan kan een maatschappelijke businesscase van de interventie worden gemaakt met daarbij de kosten per doelgroep, waar en hoeveel kosten worden bespaard. ‘Je kijkt of de interventies ertoe bij hebben gedragen om de maatschappelijke opgave te halen.’ Omdat de wereld niet stilstaat - er komt een pandemie of een ander kabinet - verandert die opgave volgens Thönissen continu. ‘Je moet dus steeds bijstellen en weer diezelfde cyclus volgen.’

Doe voorwerk voor onderbouwing KPI

Een belangrijke conclusie uit de presentatie van Thönissen is dat je nooit zomaar vooraf KPI’s moet opstellen. Er is eerst uitgebreid voorwerk nodig om tot een onderbouwde KPI te komen. Dat helpt ook om te bepalen welke interventies bepaalde doelgroepen nodig hebben, want een interventie moet doelgroepspecifiek zijn. Bij bepaalde groepen wil je bepaald gedrag normaliseren om zo te voorkomen dat de personen uit zo’n groep om ondersteuning vragen. Terwijl je de ondersteuning aan andere groepen  juist wil versterken. In plaats van dat je zegt dat in zijn algemeenheid minder ouders gebruik maken van jeugdzorg.

Tips

  • Doe grondig vooronderzoek naar de situatie en relevante doelgroepen voordat je een KPI opstelt of interventie bedenkt. 
  • Maak de KPI/interventie zo gericht mogelijk (bijvoorbeeld doelgroepspecifiek) in plaats van generiek.
  • Maak gebruik van openbare data en gegevens die beschikbaar zijn vanuit ketenpartners en het voorliggend veld.

Download de presentatie van Maarten Thonissen.