Verslag Divosa Najaarscongres 2024
Laatste update: 21 november 2024Michelle van Tongerloo ‘Iedereen kan nu na één tegenslag dakloos raken’
‘Alle hulpverleners en instanties willen iets anders. En iedereen verwacht iets van mij.’ Aan het woord is Elys, een alleenstaande tienermoeder. ‘Michelle belde met elf (!) mensen om ze op één plek te krijgen. Voor mij is het simpel: mijn zoon moet naar school. Dat is een recht, dus waarom moet het zo moeilijk?’ Uiteindelijk betaalde de stichting van Michelle van Tongerloo een gespecialiseerde school voor haar zoon en kon zij haar opleiding afronden.
In het kort
- Steeds meer groepen mensen vallen door het sociale vangnet: ongedocumenteerden, arbeidsmigranten, mensen met onbegrepen gedrag en economisch daklozen.
- Vanuit het idee dat je alles kunt bereiken, wantrouwen we mensen die het zelf niet redden. Mensen kunnen nu na één tegenslag dakloos raken, dat raakt iedereen.
- De straatarts pleit voor minder professionele distantie met regels en protocollen en meer nabijheid.
Van Tongerloo is huisarts en straatarts in Rotterdam Zuid. ‘Als er iemand in staat is om door regels heen te breken, dan is zij het wel,’ weet niet alleen Elys, maar ook de voorafgaande spreker Stan Kaatee, directeur-generaal van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op het Divosa Najaarscongres vertelt Van Tongerloo dat ze op straat steeds meer groepen mensen door het sociale vangnet ziet vallen.
Ongedocumenteerden
In 2017 behandelde Van Tongerloo vooral ongedocumenteerden. Ze vertelt over Amro, geboren op de vloer van een woonwagenkamp en al veertig jaar in Nederland zonder papieren. De eerste keer dat de straatarts hem zag, schold hij haar uit. ‘Ik had hem erop aangesproken dat hij te laat op een afspraak kwam. Later realiseerde ik me dat ík me aan zijn planning moest aanpassen. Hij was druk met overleven en hoe hij dat deed was indrukwekkend. Als hij een misstap had begaan, had hij waarschijnlijk eerder hulp gekregen.’
Arbeidsmigranten
Vervolgens kwamen er arbeidsmigranten. Darius is een Poolse arbeidsmigrant. Hij verloor zijn baan tijdens de coronacrisis, belandde op straat en begon te drinken. Volgens de regels is hij zelfredzaam en daarmee gediskwalificeerd voor hulp. Toen Darius bij Van Tongerloo kwam was zijn gezondheid dramatisch: gordelroos, alvleesklierfalen, leverfalen. ‘Het ziekenhuis weigerde om hem medicijnen te geven’, vertelt Van Tongerloo. ‘Hij moest eerst aan het werk om weer verzekerd te zijn. Dat is toch niet te geloven? Ik belde hen op en zei: als hij dood gaat, zijn jullie verantwoordelijk.’ Inmiddels is Darius elf maanden nuchter, aan het werk en heeft hij een huurhuis.
Mensen met onbegrepen gedrag
Dan volgen er mensen met ‘onbegrepen gedrag’. Ron is een psychiatrisch patiënt met een drugsverslaving. Een Rotterdammer mét een zorgverzekering. De wond op zijn been kan behandeld worden met thuiszorg, maar een huis heeft hij niet. ‘De ggz zei: "wij zijn er voor de psyche en niet voor de woning." Dus hebben we een hotel voor hem betaald’, zegt Van Tongerloo.
Economisch daklozen
Vandaag de dag ziet de straatarts ook veel economisch daklozen letterlijk naast de prullenbak staan. ‘Mensen kunnen nu na één tegenslag dakloos raken, dat raakt iedereen. De markt individualiseert collectieve problemen. Vanuit het idee dat je alles kunt bereiken, wantrouwen we mensen die het zelf niet redden. We sluiten steeds meer mensen uit en kunnen niet meer op een gemeenschappelijke manier problemen oplossen.’
Iemand dichtbij laten komen
Wat een hechte gemeenschap voor mensen kan betekenen, zag Van Tongerloo tijdens haar werk op het eiland Sint Eustatius. Binnen enkele weken had iedereen haar privénummer. In het begin was het even wennen om patiënten zo dichtbij te laten komen, maar sindsdien wil ze niet meer anders. ‘Terug in Nederland kon ik niet meer werken met de professionele distantie van regels en protocollen en miste ik de nabijheid van patiënten.’ Ze ging geld geven en richtte de stichting Lekker Geven op.
Wie kan Emily helpen?
De straatarts sluit af met het verhaal van Emily, een dakloze vrouw van wie de zoon met medische klachten thuiszit van school. Emily loopt vast in een web aan regels en instanties en heeft een postadres nodig om uit de situatie te komen. Ze zit in de zaal. Is er iemand in de zaal die haar daarmee kan helpen, vraagt Van Tongerloo. Een Rotterdamse deelnemer verwijst naar een pilot. Helaas, dat is al geprobeerd. Het antwoord blijft voorlopig uit …
Over Michelle van Tongerloo
Michelle van Tongerloo is huisarts en straatarts in Rotterdam. Als huisarts werkt ze in IJsselmonde, een wijk in Rotterdam-Zuid vol armoedeproblematiek. Daarnaast is zij zelfstandig straatarts bij de Pauluskerk waar ze diverse mensen – vaak dakloos, verslaafd of ongedocumenteerd – zorg biedt. ‘Als straatarts ben je een soort kanarie in de kolenmijn, maatschappelijke ontwikkelingen ontvouwen zich live voor me.’
Steeds vaker ziet ze Rotterdammers die dakloos en onverzekerd rondlopen. In het begin waren dat veelal mensen met bijvoorbeeld gedrags- en verslavingsproblemen die geen plek meer vinden in de ggz of een beschermde woonvorm. Nu ziet zij steeds meer gewone mensen met wie eigenlijk vrij weinig aan de hand is, die veelal ook jong zijn, maar door een paar problemen opeens dakloos zijn geraakt.
Een belangrijk thema in haar werk is kans- en opvoedingsarmoede. Problemen worden vaak van ouder op kind doorgegeven. Veel ziektes worden veroorzaakt door armoede, stress en een ongezonde levensstijl. Dat is geen nieuw inzicht; toch zijn we nog altijd te laat als kinderen met overgewicht, gedragsproblemen en rotte tanden op het spreekuur komen. Van Tongerloo ziet als geen ander hoe hulpverlening kan falen – terwijl vroeg en effectief interveniëren een wereld van verschil kan maken.
Inhoud
Verslag Divosa Najaarscongres 2024
Laatste update: 21 november 2024Groeien als gemeenschap
Groeien als gemeenschap doen we zelf. Als professional, hulpverlener, beleidsmaker en als inwoner staan we aan de basis, om het leven van mensen in een kwetsbare positie beter te maken. Op het Divosa Najaarscongres in Rotterdam hebben we hier uitgebreid bij stilgestaan, vanuit uiteenlopende expertises. In de kern draait het om gelijkwaardigheid en solidariteit. Het draait om contact, in de wijk, bij mensen thuis, of met initiatiefnemers die mooie dingen bedenken. Geef ze de ruimte om hun ding te doen en laat ze niet vastlopen.
De gemeentelijke uitvoering kan niet verder op de oude voet, met een systeem dat verkokerd is geraakt en niet vol te houden is. De landelijke overheid ziet ook dat er nieuwe tijden aanbreken, waarin ze niet tegenover maar meer naast de inwoner staat en waarin we ons niet richten op doelgroepen maar op gemeenschappen. Iedereen heeft potentie en talenten. Samen zijn we in staat om de wijk en de wereld om ons heen een stukje mooier te maken. Hier lees je het uitgebreide verslag van het Divosa Najaarscongres. En vergeet niet de foto's te bekijken in het Flickr-album.
Stan Kaatee 'Overheid en lokale gemeenschap hebben elkaar hard nodig'
Lokale gemeenschappen zijn onmisbaar. De samenleving heeft ze keihard nodig. Daarom is het zo belangrijk dat ze de ruimte krijgen, en niet in de weg worden gezeten door ingewikkelde regels. Dat onderstreept de noodzaak om ons stelsel eenvoudiger te maken, zegt de directeur-generaal Werk van het ministerie van SZW, Stan Kaatee.
In het kort
- Lokale gemeenschappen spelen een belangrijke rol in het verbeteren van bestaanszekerheid.
- Maar de praktijk is soms weerbarstig door ingewikkelde regelgeving.
- Daarom is het belangrijk dat de regels eenvoudiger worden.
Samenwerken op alle fronten
Kaatee is op het Divosa Najaarscongres ingevlogen als vervanger van de minister, die verhinderd was wegens een Kamerdebat over pensioenen. Zijn verhaal draait om de noodzaak om samen te werken, op alle fronten: aan bestaanszekerheid, een eenvoudiger stelsel van uitkeringen en toeslagen, met meer oog voor de menselijke maat.
Ervaring als vrijwilliger
Lokale gemeenschappen spelen hierin een cruciale rol. Kaatee put in zijn bijdrage aan het congres uit eigen ervaring als vrijwilliger bij het platform BUUV in Haarlem. Het platform helpt inwoners op allerlei vlakken, zoals met belastingaangifte en de aanvraag van toeslagen. ‘Lokaal heb je het beste zicht op de behoeftes van inwoners en op het netwerk dat je in kunt schakelen. Eigenlijk zou elke beleidsmedewerker dit vrijwilligerswerk moeten doen. Je komt los van het budgettaire geweld en bent weg uit de Haagse koepel.’
Ongemak
Het werk bij BUUV levert ook het nodige ongemak op, vervolgt Kaatee. Het legt de spanning bloot tussen Haags beleid en lokale praktijk. ‘We bedenken goed bedoelde regelingen, maar die zijn vaak ingewikkeld, weinig efficiënt en ze werken soms tegen elkaar in.’ Als voorbeeld noemt hij een vrouw die tientallen ordners in de kast had staan aan correspondentie met instanties. ‘Dan gaat een abstract begrip als regeldruk wel leven!’
Onmisbaar
Lokale gemeenschappen laten zien dat de samenleving meer is dan de overheid. ‘Onze kracht zit in de lokale gemeenschappen die we met elkaar vormen. Hoeveel inkomensondersteuning je ook biedt – lokale gemeenschappen zijn onmisbaar. Maar je moet ze wel wíllen zien. De voedselbanken, de welzijnsorganisaties, de clubs van vrijwilligers, de mensen die in het buurthuis belangeloos taalles geven of helpen met formulieren.’
Bestaanszekerheid vergroten
De directeur-generaal gaat vervolgens in op plannen van het kabinet om de regels eenvoudiger te maken en de bestaanszekerheid te vergroten, met Divosa als belangrijke partner. Kaatee doet niet geheimzinnig over de knelpunten in het huidige stelsel. Door de verkokering tussen wonen, zorg en sociaal domein is het soms heel lastig om mensen de steun te bieden die ze nodig hebben. Het is belangrijk dat het Rijk haar sturende rol pakt voor het inkomensbeleid, zegt hij. ‘Het is een slechte zaak dat gemeenten nu met lappendeken aan regelingen moeten repareren wat Rijk laat liggen.’
Personeelskrapte
Soms is het zelfs beter als iemand anders dan de overheid helpt, vervolgt hij. ‘We hebben lokale gemeenschappen keihard nodig. Zeker in tijden van grote schaarste – aan middelen, personeel. Daarom is een eenvoudiger stelsel zo belangrijk. Daar willen we samen met u aan werken. Stap voor stap.’
Over Stan Kaatee
Stan Kaatee is sinds oktober 2020 directeur-generaal Werk bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij groeide op in Haarlem en studeerde Bestuurskunde in Leiden. Zijn brede overheidservaring komt tot uiting in onder meer een werkzame periode van ruim drie jaar bij de gemeente Amsterdam en acht jaar als adviseur van voormalig minister-president Mark Rutte.
Michelle van Tongerloo ‘Iedereen kan nu na één tegenslag dakloos raken’
‘Alle hulpverleners en instanties willen iets anders. En iedereen verwacht iets van mij.’ Aan het woord is Elys, een alleenstaande tienermoeder. ‘Michelle belde met elf (!) mensen om ze op één plek te krijgen. Voor mij is het simpel: mijn zoon moet naar school. Dat is een recht, dus waarom moet het zo moeilijk?’ Uiteindelijk betaalde de stichting van Michelle van Tongerloo een gespecialiseerde school voor haar zoon en kon zij haar opleiding afronden.
In het kort
- Steeds meer groepen mensen vallen door het sociale vangnet: ongedocumenteerden, arbeidsmigranten, mensen met onbegrepen gedrag en economisch daklozen.
- Vanuit het idee dat je alles kunt bereiken, wantrouwen we mensen die het zelf niet redden. Mensen kunnen nu na één tegenslag dakloos raken, dat raakt iedereen.
- De straatarts pleit voor minder professionele distantie met regels en protocollen en meer nabijheid.
Van Tongerloo is huisarts en straatarts in Rotterdam Zuid. ‘Als er iemand in staat is om door regels heen te breken, dan is zij het wel,’ weet niet alleen Elys, maar ook de voorafgaande spreker Stan Kaatee, directeur-generaal van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op het Divosa Najaarscongres vertelt Van Tongerloo dat ze op straat steeds meer groepen mensen door het sociale vangnet ziet vallen.
Ongedocumenteerden
In 2017 behandelde Van Tongerloo vooral ongedocumenteerden. Ze vertelt over Amro, geboren op de vloer van een woonwagenkamp en al veertig jaar in Nederland zonder papieren. De eerste keer dat de straatarts hem zag, schold hij haar uit. ‘Ik had hem erop aangesproken dat hij te laat op een afspraak kwam. Later realiseerde ik me dat ík me aan zijn planning moest aanpassen. Hij was druk met overleven en hoe hij dat deed was indrukwekkend. Als hij een misstap had begaan, had hij waarschijnlijk eerder hulp gekregen.’
Arbeidsmigranten
Vervolgens kwamen er arbeidsmigranten. Darius is een Poolse arbeidsmigrant. Hij verloor zijn baan tijdens de coronacrisis, belandde op straat en begon te drinken. Volgens de regels is hij zelfredzaam en daarmee gediskwalificeerd voor hulp. Toen Darius bij Van Tongerloo kwam was zijn gezondheid dramatisch: gordelroos, alvleesklierfalen, leverfalen. ‘Het ziekenhuis weigerde om hem medicijnen te geven’, vertelt Van Tongerloo. ‘Hij moest eerst aan het werk om weer verzekerd te zijn. Dat is toch niet te geloven? Ik belde hen op en zei: als hij dood gaat, zijn jullie verantwoordelijk.’ Inmiddels is Darius elf maanden nuchter, aan het werk en heeft hij een huurhuis.
Mensen met onbegrepen gedrag
Dan volgen er mensen met ‘onbegrepen gedrag’. Ron is een psychiatrisch patiënt met een drugsverslaving. Een Rotterdammer mét een zorgverzekering. De wond op zijn been kan behandeld worden met thuiszorg, maar een huis heeft hij niet. ‘De ggz zei: "wij zijn er voor de psyche en niet voor de woning." Dus hebben we een hotel voor hem betaald’, zegt Van Tongerloo.
Economisch daklozen
Vandaag de dag ziet de straatarts ook veel economisch daklozen letterlijk naast de prullenbak staan. ‘Mensen kunnen nu na één tegenslag dakloos raken, dat raakt iedereen. De markt individualiseert collectieve problemen. Vanuit het idee dat je alles kunt bereiken, wantrouwen we mensen die het zelf niet redden. We sluiten steeds meer mensen uit en kunnen niet meer op een gemeenschappelijke manier problemen oplossen.’
Iemand dichtbij laten komen
Wat een hechte gemeenschap voor mensen kan betekenen, zag Van Tongerloo tijdens haar werk op het eiland Sint Eustatius. Binnen enkele weken had iedereen haar privénummer. In het begin was het even wennen om patiënten zo dichtbij te laten komen, maar sindsdien wil ze niet meer anders. ‘Terug in Nederland kon ik niet meer werken met de professionele distantie van regels en protocollen en miste ik de nabijheid van patiënten.’ Ze ging geld geven en richtte de stichting Lekker Geven op.
Wie kan Emily helpen?
De straatarts sluit af met het verhaal van Emily, een dakloze vrouw van wie de zoon met medische klachten thuiszit van school. Emily loopt vast in een web aan regels en instanties en heeft een postadres nodig om uit de situatie te komen. Ze zit in de zaal. Is er iemand in de zaal die haar daarmee kan helpen, vraagt Van Tongerloo. Een Rotterdamse deelnemer verwijst naar een pilot. Helaas, dat is al geprobeerd. Het antwoord blijft voorlopig uit …
Over Michelle van Tongerloo
Michelle van Tongerloo is huisarts en straatarts in Rotterdam. Als huisarts werkt ze in IJsselmonde, een wijk in Rotterdam-Zuid vol armoedeproblematiek. Daarnaast is zij zelfstandig straatarts bij de Pauluskerk waar ze diverse mensen – vaak dakloos, verslaafd of ongedocumenteerd – zorg biedt. ‘Als straatarts ben je een soort kanarie in de kolenmijn, maatschappelijke ontwikkelingen ontvouwen zich live voor me.’
Steeds vaker ziet ze Rotterdammers die dakloos en onverzekerd rondlopen. In het begin waren dat veelal mensen met bijvoorbeeld gedrags- en verslavingsproblemen die geen plek meer vinden in de ggz of een beschermde woonvorm. Nu ziet zij steeds meer gewone mensen met wie eigenlijk vrij weinig aan de hand is, die veelal ook jong zijn, maar door een paar problemen opeens dakloos zijn geraakt.
Een belangrijk thema in haar werk is kans- en opvoedingsarmoede. Problemen worden vaak van ouder op kind doorgegeven. Veel ziektes worden veroorzaakt door armoede, stress en een ongezonde levensstijl. Dat is geen nieuw inzicht; toch zijn we nog altijd te laat als kinderen met overgewicht, gedragsproblemen en rotte tanden op het spreekuur komen. Van Tongerloo ziet als geen ander hoe hulpverlening kan falen – terwijl vroeg en effectief interveniëren een wereld van verschil kan maken.
Denise Harleman ‘Wie kan jij worden als je bij mij bent?’
Bestaansonzekerheid gaat niet alleen over het gebrek aan geld, maar ook over dat je positie anders wordt dan die van de ander. Dat je je minderwaardig voelt in je contacten en je als inwoner niet voldoet, stelt Denise Harleman, oprichter van Collectief Kapitaal. Zelf ervoer ze dat toen ze als veertienjarige met haar familie in de problemen kwam en werd overgeleverd aan hulpverleners. ‘Ik voelde me een homp klei waarmee anderen gingen kneden.’ Die ongelijkwaardigheid moet worden doorbroken.
In het kort
- Bestaanszekerheid gaat niet alleen om een tekort aan geld, maar ook om dat jouw positie anders wordt dan die van de ander.
- Collectief Kapitaal werkt aan gelijkwaardigheid: iedereen in de samenleving heeft wat te bieden.
- Vertrouwen is geen transactie, maar wel: erachter komen wat de ander nodig heeft om jou als betrouwbaar te ervaren.
Tegenstrijdige denkbeelden
Met haar stichting, ontstaan in coronatijd, onderzoekt Harleman wat solidariteit in onze samenleving betekent. Daar blijken nogal wat tegenstrijdige denkbeelden aan vast te zitten. Want we geven wel geld aan een alleenstaande moeder, maar niet aan iemand in de gevangenis of aan een vluchteling. Er moet immers iets tegenover de gift staan: de ontvanger moet (willen) investeren in de maatschappij, er alles aan willen doen om uit zijn situatie van bestaansonzekerheid te komen, een strijder zijn.
Hoe komt het toch dat we hierin zijn gaan geloven? vraagt Harleman zich af. Hoe komt het dat we van rechten gunsten hebben gemaakt? Haar stichting Collectief Kapitaal wil dit veranderen en startte met het plan om mensen 1.000 euro per maand te schenken. Zonder controle, vanuit vertrouwen en gelijkwaardigheid.
Paternalistisch
‘De mensen die maandelijks 1.000 euro ontvangen, stelden de vraag: heeft geen van de gevers de ingeving gekregen dat wij ook iets aan jullie kunnen geven, aan jullie kunnen leren?’ Daar zit een pijnlijk paternalistisch patroon; wij geven hulp en goed bedoeld advies zonder dat er wederkerigheid in zit. Dat is ongelijkwaardigheid. Collectief Kapitaal doorbreekt dat. Ontvangers zijn geen mensen met problemen maar mensen die dingen mogelijk maken.
Met haar stichting brengt Harleman de mensen samen die verschillende levens leiden. Ze eten samen, voeren zachte gesprekken, leren van elkaar. Ze trekken als reisgenoten op. ‘De basis is vertrouwen. Dat is geen transactie. Maar wel: erachter komen wat de ander nodig heeft om jou als betrouwbaar te ervaren. En dan samen navigeren.’
Het doorbreken van ongelijkheid in onze samenleving gaat traag. The system cannot change the system. De nadruk van het systeem ligt op maakbaarheid, meetbaarheid en op het individu. Beleid, behandelingen en mensen worden nu opgeknipt in stukjes. Het geeft macht als je problemen fragmenteert, want dan is niemand verantwoordelijk voor het geheel. Harleman roept op om hier het overkoepelend perspectief tegenover te zetten. ‘Laten we uitzoeken waar onze vooroordelen zitten. Durf risico’s te nemen, contact te maken. En laten we onszelf de vraag stellen: wie kan jij worden als je bij mij bent?’
Over Denise Harleman
Denise Harleman studeerde theaterwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Als dramaturg en creatief producent werkte ze mee aan tientallen (theater)producties. De rode draad door alle projecten waar ze een bijdrage aan leverde: kunst en verbeelding als verzet. Niet door via de kunst kritiek te uiten, maar door de kunst het alternatief te laten verbeelden.
In 2020 richtte zij Collectief Kapitaal op. Opnieuw een beweging van verzet. Ditmaal tegen structurele systemen van ongelijkheid in Nederland. Vanuit een beweging van gemeenschap en liefde poogt Collectief Kapitaal de dagelijkse beoefening van ongelijkheid om te buigen naar een samenleving van radicale gelijkwaardigheid. Ook de organisatie zelf, die inmiddels bestaat uit meer dan 4000 leden, onderzoekt continu de noodzakelijke voorwaarden om samen te werken en te leven vanuit democratische principes, op basis van vertrouwen, solidariteit en (gelijk)waardigheid.
Als docent is zij verbonden aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Tevens is zij lid van de Raad van Toezicht van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Die verbinding met de kunsten is essentieel in haar werk én visie op de wereld; zonder verbeelding verliezen we ons vermogen om een andere wereld voor te stellen buiten bestaande structuren van macht en ongelijkheid. Verbeelding biedt ons de ruimte de grenzen van het mogelijke te verleggen.
Het congres volgens deelnemers
Wat is het meest opvallende dat je hebt gehoord vandaag en wat neem jij morgen mee naar je werk? Deze vragen legden we voor aan de deelnemers van het congres. Bekijk hun antwoorden en proef de sfeer.
Erik Dannenberg 'Inwoner en overheid: arm in arm naar een nieuw stelsel'
Het huidige sociale stelsel wemelt van de regelingen en goede bedoelingen, en toch vallen veel inwoners buiten de boot. We moeten toe naar een samenleving die inclusief is en waarin iedereen in een kwetsbare positie de hulp krijgt die nodig is. Scheidend Divosa-voorzitter Erik Dannenberg roept het Rijk op dit mogelijk te maken en de kracht van lokale informele netwerken te benutten. In de praktijk gaat het al steeds meer die kant op, zegt Dannenberg op basis van vijf trends die hij op dit moment waarneemt.
In het kort
- Vijf trends waarmee de samenleving haar voordeel kan doen.
- Stop de verkokering en geef inwoners en buurten wat ze echt nodig hebben.
- Personeelskrapte dwingt ons om het roer om te gooien.
Lokale systemen reguleren zichzelf
Nu al laten lokale gemeenschappen zien hoe het succesvol kan. In de wijk kennen mensen elkaar, ze zijn direct betrokken en zitten dicht op het vuur. Lokale systemen reguleren zichzelf en houden zich niet aan indelingen van de overheid. Een wijk hoef je niet te organiseren, een wijk is dat in feite al, zegt Dannenberg. Niet het hulpmiddel en de verantwoording zijn leidend, maar de uitkomst.
Vergrijzing
Het verhaal van de Divosa-voorzitter laat zien dat het niet alleen anders kan, maar ook moet. Nederland vergrijst, de komende jaren gaan veel mensen met pensioen. En dus blijven er minder mensen over die het werk moeten doen. Dannenberg vroeg aan de zaal wie verwacht dat de overheid de komende tien jaar totaal anders gaat werken. Bijna iedereen stak zijn hand op.
Vijf trends
Terugkijkend op acht jaar Divosa en ook vooruitkijkend ziet Erik Dannenberg vijf trends waar we als samenleving ons voordeel mee kunnen doen. In de kern komt het erop neer dat we meer oog zullen hebben voor de inwoner en zijn omgeving, dat hulpverleners meer naast dan tegenover de inwoner komen te staan en dat we loskomen van een verkokerd stelsel dat iedereen in een wurggreep houdt. Zorgwekkend is wel dat veel laagdrempelige initiatieven in de aanloop naar het zogeheten ravijnjaar dreigen te sneuvelen. Zo ver mag het niet komen.
Vijf trends voor de samenleving
Van doelgroepen naar gemeenschappen
We focussen ons te veel op individuen en hun beperking, of iemand nou oud, blind of ziek is. De organisatie is puur daarop afgestemd. We lopen vast in beoordelingen door professionals en formulieren, het is te systemisch. Het is beter om aan te sluiten op de kracht van de wijk en de organische verbanden die daar aanwezig zijn.
Van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie
We zijn als overheid gewend om de inwoners te betrekken bij onze plannen, in plaats daarvan zou de overheid inwoners in hun kracht en initiatieven moeten ondersteunen. ‘Kill your darlings’, zegt Dannenberg. Dit vraagt wel om gelijkwaardig en om een overheid die een stap terug doet en meer mag vertrouwen op de inwoner.
Van individu naar sociaal netwerk
De overheid neemt in de regel alleen aanvragen van individuen in behandeling. Die werkwijze heeft ons veel gebracht maar heeft ook zijn beperkingen. We zien het individu niet meer in zijn omgeving. Beter is daarom om uit te zoomen zodat een probleem ook in context kan worden opgepakt.
Van zorgen voor naar zorgen met
In de klassieke verzorgingsstaat is het de overheid die inwoners helpt. Op basis van een indicatie komt iemand bijvoorbeeld in aanmerking voor een Wmo-voorziening. De terugtredende overheid heeft dat omgegooid en stuurt meer op zelfredzaamheid. Maar dat heeft zo zijn nadelen (‘een zelfredzame dakloze bestaat niet’). ‘Zorgen met’ is een soort tussenvorm waarin de overheid wel aanwezig is en faciliteert maar geen eigenaar wordt van een probleem. Dannenberg spreekt in dat verband van ‘samenvaardigheden’.
Van indicatie naar relatie
Indiceren betekent bureaucratische rompslomp, met veel formulieren en veel professionals die we eigenlijk niet vertrouwen. Dit is alleen al vanwege de oplopende personeelskrapte niet vol te houden en bovendien heeft het iets statisch. Dannenberg ziet tal van voorbeelden waarbij de overheid niet tegenover maar naast je zit, op ‘regelbare vlamhoogte’ en waar je snel kunt acteren, op basis van vertrouwen.
Over Erik Dannenberg
Erik Dannenberg (1964) is sinds 1 januari 2017 voorzitter van Divosa. Hij draagt zijn voorzitterschap over op 1 januari 2025. Hij heeft ruime ervaring in het sociaal domein. Na zijn studie Maatschappelijk werk is hij actief geweest in de hulpverlening aan mensen die verslaafd waren, dakloos waren geraakt en aan gezinnen met meerdere ernstige problemen; eerst in uitvoerende en al snel in leidinggevende rollen.
Van maart 2005 tot maart 2014 was Dannenberg wethouder in de gemeente Zwolle met diverse portefeuilles in het sociaal domein.
Mahfoud Mokaddem en Sibel Saki ‘Je bent ervan tot iemand anders ervan is’
Onvoorbereid en onbevangen. Zo werkt Mahfoud Mokeddem, acteur, theatermaker en docent op het mbo. Van zijn moeder leerde hij dat ‘ik’ een woord is van de duivel. En dat het belangrijk is om nieuwsgierig te zijn en veel vragen te stellen. Op het Divosa-najaarscongres brengt hij dat advies met veel humor en warmte in praktijk. En nodigt hij een deelnemer uit de zaal uit voor een vraaggesprek.
Op het podium vertelt Sibel Saki hoe ze als dochter van arbeidsmigranten die het niet breed hadden opgroeide in een Vogelaarswijk en snel volwassen moest worden. Nu werkt Sibel Saki als afdelingshoofd in het sociaal domein voor de gemeente Rotterdam.
Haar visie? ‘Het maakt niet uit met welke vragen iemand komt. Je bent ervan totdat iemand anders ervan is.’ Het afdelingshoofd ziet dat iedereen wel wil helpen, maar dat mensen soms niet weten hoe. ‘Het is goed om dat eerlijk naar iemand uit te spreken, zodat er een verbinding kan ontstaan’. Ze gelooft niet in de scheiding tussen mens en professional. ‘Vaak gebeuren de mooiste dingen als je geen procedures hoeft te volgen. Dan denk ik soms: 'Wow, we hebben dit echt gedaan.’
Mahfoud Mokaddem sluit zich hier volledig bij aan, gebaseerd op zijn ervaringen met persoonlijk contact met mbo-leerlingen. Hij eindigt met een oproep: geen oordeel, geen verwachting, geen excuus!
Erik Dannenberg draagt de voorzittershamer over
Na acht jaar is het tijd voor Erik Dannenberg om de voorzittershamer over te dragen aan Victor Everhardt. Dannenberg blikt terug en vooruit. ‘Het sociaal domein vormen we samen. Het werk is nog lang niet klaar. Ik hoop dat jullie naar de inwoners blijven kijken, niet wantrouwend of keurend. Maar ga naast de mensen staan.’
In het kort
- Dannenberg heeft zijn opdracht voltooid: maak van Divosa de vereniging van het brede sociaal domein.
- Het werk is nog niet klaar. Dannenbergs devies: blijf naar inwoners kijken.
- Zijn opvolger Victor Everhardt belooft te verbinden en voor de uitvoering te staan.
Ontregelend
Na een filmpje met befaamde uitspraken van Dannenberg, waaronder zijn optreden als incognito straatkrantverkoper, spreekt vicevoorzitter Iris Leene hem toe: ‘Acht jaar geleden startte je met een opdracht: maak van Divosa de vereniging van het brede sociaal domein. Dus niet meer alleen van werk en inkomen, maar ook van zorg en jeugd.’ Ze lacht. ‘Dat heb je ook gedaan, op een ontregelende manier. Je bent niet iemand die volgens de wetten spreekt. Je bent een verhalenverteller.’
Refererend aan het zojuist vertoonde filmpje zegt Leene: ‘Je hebt ons een spiegel gegeven om te laten zien voor wie we ons werk doen. Je hebt ons de trap gegeven. Het voetbalveld. En de bloem, met een voorspellende theorie dat wij als gemeenten over alle leefdomeinen gaan van inwoners. Dank je wel daarvoor.’
Blijf het goede werk doen
Dan volgt er een tweede video, waarin diverse bestuursleden, vrienden en collega’s Dannenberg toespreken. Daarna gaat een zucht door de zaal. Ook de voorzitter zelf moet even lucht happen. ‘Ik kijk met zoveel plezier terug op alle werkbezoeken, gesprekken, bijeenkomsten. We staan niet alleen, het sociaal domein vormen we samen.’
Het werk van Divosa is nog niet klaar. ‘Mijn opvolger krijgt geen gespreid bedje’, lacht Dannenberg. ‘Ik hoop dat jullie naar de inwoners blijven kijken. Niet wantrouwend of keurend, maar ga naast mensen staan’, roept hij op. ‘Blijf het goede werk doen.’ Dat hij daar zelf een lichtend voorbeeld in is, blijkt uit een spontane actie van Anke van der Vliet uit de bijstandsbank, die hem een VVV-bon overhandigt ‘waarmee hij iets voor mensen kan doen.’
Dan kondigt Leene de nieuwe voorzitter van Divosa aan. ‘Vanmiddag is het in de ALV bekrachtigd door onze leden: in Victor Everhardt zien we een waardig opvolger. Als bestuurder van Platform31 houdt hij zich bezig met sociale vraagstukken, hij is wethouder geweest en staat voor de uitvoering. Victor zal zich met hart en ziel inzetten voor de opgave van Divosa: ervoor zorgen dat gemeenten de grote maatschappelijke vraagstukken goed kunnen oppakken. Ook Victor is het te doen om de inwoners.’
Lees ook het nieuwsbericht: Victor Everhardt nieuwe voorzitter van Divosa
Hamer
Dan is het moment aangebroken. Dannenberg pakt de voorzittershamer. Een exemplaar dat paste bij zijn start als voorzitter. ‘Acht jaar later heeft Divosa contact met vijf ministeries in plaats van één, we zijn flink gegroeid.’ Lachend tovert hij een tweede, tien keer zo grote hamer tevoorschijn: ‘Er moeten potjes gebroken worden in Den Haag, schotten worden weggehaald. Dit exemplaar lijkt me passender.’
Everhardt krijgt onder een daverend applaus de hamer aangereikt. ‘Welk heilig huisje ga je inslaan?’ vraagt dagvoorzitter Wendelien Wouters. ‘Ik ben een vriendelijke man, hoor’, lacht Everhardt. ‘Ik wil graag verbinden. Maar ik ga elke muur in Den Haag slechten die de uitvoering tegenhoudt. Dan neem ik deze hamer mee.’
Marianne van den Anker 'Koester onze plekken van waarde’
Gemeenten moeten de kracht van de wijk veel meer benutten. Dat geeft inwoners meer energie en het is goed voor het vertrouwen in de overheid en de democratie. Bovendien voorkomt het dat kwetsbare inwoners in het criminele circuit belanden, zegt Marianne van den Anker, ombudsman Rotterdam-Rijnmond.
In het kort
- In de wijk zitten veel ‘plekken van waarde’.
- Maar vaak is het bikkelen door de zogeheten lokettenjungle.
- Breng de betrokken partijen daarom bij elkaar en organiseer het anders.
Samenaarschap
Van den Anker ziet veel in de waarde van samenwerking en eigenaarschap, of liever gezegd ‘samenaarschap’. Ze neemt daarin zelf het voortouw door verschillende partijen bij elkaar te brengen, zoals gemeenten, woningcorporaties en fondsen. Samen kunnen zij ervoor zorgen dat waardevolle initiatieven in de wijk succesvol zijn, met structurele financiering waarover goed is nagedacht.
Bikkelen
In de praktijk is het vaak bikkelen voor deze zogeheten ‘plekken van waarde’. ‘Neem nou de leeszaal Vreewijk, een podium voor schrijvers en waar boeken van hand tot hand gaan. Het bestuur van de leeszaal heeft grote moeite om aan geld te komen. De reden: fondsen kunnen het initiatief vaak niet labelen: valt het nou onder welzijn of cultuur? Dat leidt tot frustratie bij de initiatiefnemers, die jaren achtereen op zoek zijn naar geldschieters. Niemand denkt structureel met ze mee.’
Lokettenjungle
Van den Anker hekelt de enorme lokettenjungle, een term die scheidend Divosa-voorzitter Erik Dannenberg ook vaak heeft gebruikt. Het goede nieuws is dat de lokale politiek zich ervan bewust is dat we hier van af moeten en dat het dus anders moet. ‘We zien elke dag hoeveel instanties in de weer zijn om mensen te helpen, of het nou om vervoer, een jeugdvoorziening of welzijn gaat. Er zijn veel tafels, maar er is geen samenaarschap.’
Afvinkparticipatie
De Rotterdamse ombudsman hekelt ook wat zij noemt de ‘afvinkparticipatie’, waarbij inwoners op papier wel bij de uitvoering worden betrokken terwijl het in de praktijk weinig voorstelt. Dit leidt tot ellende in het kwadraat. Zonde, inwoners blijven teleurgesteld achter. ‘Zorg er dus voor dat zij zeggenschap krijgen, inspraak hebben, en kunnen meepraten en meebeslissen.’
Herstel van vertrouwen
Groeien als gemeenschap staat niet op zichzelf, het zorgt voor herstel van vertrouwen in de overheid, is de overtuiging van Van den Anker. Mensen hebben zoveel energie, maak daar gebruik van en zorg ervoor dat ze niet van bakje naar bakje worden gesleept. Dat is niet alleen op lokaal niveau belangrijk, het gaat ook om het functioneren van de democratie. We hebben een belangrijk publieke zaak te verdedigen.’
Over Marianne van den Anker
Marianne van den Anker is sinds 1 maart 2022 de ombudsman Rotterdam-Rijnmond. Ze zet vol in op herstel van vertrouwen als het misgaat tussen inwoners of ondernemers en hun gemeente. Maar ze wil problemen ook zo snel mogelijk zien en aankaarten – liefst nog voordat er klachten zijn. Daarom is ze veel buiten kantoor te vinden, om in de haarvaten van de samenleving te horen wat er allemaal speelt.
Als luis in de pels gaat ze de strijd aan tegen de lokettenjungle, bureaucratische hindernissen en systeemgeweld. Voor haar is het vanzelfsprekend dat de menselijke maat centraal moet staan, hoewel ze beseft dat dit geen eenvoudige opgave is. Het versterken van het vertrouwen in de overheid is een grote drijfveer en vormt de rode draad in haar carrière.
De ombudsvrouw is wethouder en raadslid geweest in Rotterdam. Haar loopbaan begon als bestuurskundige en criminoloog in de academische wereld. Naast het schrijven van boeken en haar vaste optredens als radiopresentator op NPO Radio 1 heeft ze zich ontwikkeld tot een krachtige bestuurder met een groot maatschappelijk hart. Haar missie is om de leefwereld te verenigen met het systeem en op die manier de wereld een stukje beter te maken, met liefdevolle confrontaties als haar middel.
Natasha Mohamed-Hoesein ‘Benut de kracht van onzichtbare kleine initiatieven’
‘Het bestrijden van armoede begint niet bij grote beleidsprogramma’s, maar juist bij kleine initiatieven op plekken waar hulp het dichtst bij mensen komt.’ Wethouder Natasha Mohamed-Hoesein komt net bij een werkbezoek aan een klein initiatief vandaan. Vrijwilligers plaatsten een koelkast in de buurthuiskamer, zodat mensen in armoede er iets uit kunnen pakken.
In het kort
- Natasha Mohamed-Hoesein prijst onzichtbare lokale initiatieven die het verschil maken.
- De gemeente Rotterdam wil het makkelijker maken voor deze organisaties om levensvatbaar te blijven.
Parels
Parels die opgepoetst kunnen worden. Zo omschrijft Natasha Mohamed-Hoesein de kleine onzichtbare initiatieven graag. ‘Deze initiatieven in de wijk worden met liefde gerund en niet aan de grote klok gehangen. Ze ontstaan uit een stukje betrokkenheid en vaak uit ervaring.’
Andere voorbeelden zijn vrijwilligers die helpen met moeilijke brieven, studentenverenigingen die inzamelen voor de voedselbank, of kleine kastjes in de wijk met kleding of voedsel. Natasha Mohamed-Hoesein: ‘Het mooie aan deze initiatieven is de laagdrempeligheid. Een blik soep in een kastje kan het verschil maken als je elke dag de eindjes aan elkaar moet knopen.’
De wethouder gaat verder. ‘Als gemeente helpen we mensen met voorzieningen en inkomensondersteunende regelingen, maar we doen dat met een lekkende emmer vol verschillende wetten en regelingen in de hand. En soms lukt het ons niet om de juiste mensen te bereiken, maar kunnen lokale initiatieven dit wel.’
Elkaar in de ogen kijken
‘Uiteindelijk gaat het om het benutten van de kracht van informele organisaties in de wijk. We zijn inmiddels moe van de woorden samenwerken en maatwerk, maar die zijn wel noodzakelijk. De kracht van gemeenschappen is die samenwerking. Hun kracht zit niet in structuur en financiën, maar in verbinding. Elkaar in de ogen kijken,’ zegt Natasha Mohamed-Hoesein.
Subsidies laagdrempeliger maken
De gemeente Rotterdam wil de subsidies voor initiatieven laagdrempeliger maken. Natasha Mohamed-Hoesein: ‘We moeten het makkelijker maken voor organisaties om levensvatbaar te blijven, met minder bureaucratische rompslomp. Als bestuurders en leidinggevenden is het dagelijkse kost om meegezogen te worden in de deadlines en af te vinken dossiers. We moeten niet vergeten voor wie we het doen. We moeten de stad in en niet in de ivoren toren blijven zitten. Je woont ook zelf in een wijk, kijk ook daar om je heen.’
Over Natasha Mohamed-Hoesein
Natasha Mohamed-Hoesein is namens DENK sinds 2023 wethouder Armoedebestrijding, Schuldhulpverlening en Taal van de gemeente Rotterdam. Mohamed-Hoesein wil opkomen voor mensen die zich niet gehoord voelen en steun nodig hebben. Ze vindt bijvoorbeeld dat Rotterdammers een vast inkomen moeten hebben. Dat draagt volgens haar bij aan gelijkwaardigheid in de maatschappij. Al eerder zat zij voor DENK in de gemeenteraad. Daarvoor was zij werkzaam als advocaat en werkzaam op het gebied van de sociale advocatuur.
Congres in beeld
Hieronder vind je een selectie van de foto's van het congres. Meer foto's bekijken? Je vindt ze op: www.flickr.com We vullen het album in de loop van de week nog verder aan.
Aftermovie
Bekijk hier de aftermovie van het Divosa Najaarscongres 2024.
Colofon
Divosa
Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
www.divosa.nl
Tekstredactie
Chrisje Meima
Sal Stam
Margit Timmen
Fotografie
Bas Losekoot
Video
Joshua Jacobs
Frank Heukels
Website
Jasja van Moorsel
Social media
Joshua Jacobs
Frank Heukels
Versie
november 2024