Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkwijzer Jongeren

Laatste update: 07 augustus 2023

2 Jongeren activeren

2.2 Methoden om jongeren in beweging te krijgen

Hoe komen we van de huidige situatie naar een betere toekomst? De beste garantie voor duurzaamheid is als een jongere zelf een keuze maakt en zelf stappen zet. In principe zijn er vier factoren die ertoe doen:

  1. interne motivatie
  2. externe motivatie in de vorm van groepsdruk en -steun
  3. overzicht over de stappen die de jongere moet zetten
  4. remmende zaken zoals stress

Als jongeren niet in beweging komen, kan dat verschillende oorzaken hebben: te weinig motivatie, te veel aan hun hoofd (stress, overbelasting), of de weg kwijt zijn (niet weten of niet begrijpen). Moeten we meer gas geven, de rem eraf zien te krijgen of een nieuwe bestemming invoeren in het navigatiesysteem? Verschillende problemen vragen om verschillende oplossingen.

Meer gas geven

  • motiverende gespreksvoering
  • oplossingsgericht werken (interne motivatie vergroten)
  • eigen kracht en een informele mentor (JIM= Jouw Ingebrachte Mentor) voor externe steun en stimulans door het sociaal netwerk
  • aansluiten op de straatcultuur

Rem eraf

  • mindfulness
  • draaglast verkleinen om stress te verminderen

Route uitstippelen

  • een plan van aanpak als hulpmiddel om jongeren overzicht te geven over de stappen die ze moeten zetten (zie hoofdstuk 5).
  • een tijdje meelopen als gids, vader- of moederfiguur of lifecoach, vooral nodig bij jongeren die uit het speciaal of praktijkonderwijs komen.

In de rest van dit hoofdstuk bespreken we achtereenvolgens al deze methoden om jongeren te activeren.

2.2.1 Motiverende gespreksvoering

Mensen zijn meestal ambivalent als het om verandering gaat: ze willen het wel en ze willen het niet. De kern van motiverende gespreksvoering is het benutten van deze ambivalentie om de kloof tussen het huidige gedrag en de reden waarom iemand wél wil veranderen te vergroten. Hierdoor ontstaat een onaangename spanning: motivatie om te veranderen. De essentie is om het gedrag van een jongere niet langs een externe meetlat te leggen, maar langs de eigen – ambivalente – redenen om te willen veranderen.

Belangrijk in motiverende gespreksvoering zijn empathie, ambivalentie gebruiken om de discrepantie te vergroten en uitlokken dat een jongere zélf zegt te willen veranderen (verandertaal). Het is belangrijk om te voorkomen dat er discussie ontstaat, want daarmee kan de jongere de wens en verantwoordelijkheid voor verandering weer buiten zichzelf leggen. Meebewegen kan door de jongere een keuze te geven, zelf keuzes te laten maken en het tempo te laten bepalen.

Meer informatie

De volgende bronnen geven meer informatie over motiverende gespreksvoering:

2.2.2 Oplossingsgericht werken

De essentie van oplossingsgericht werken is focus op de oplossing in plaats van op het probleem: wanneer is het probleem opgelost? Laat de jongeren visualiseren hoe die situatie er uitziet en laat ze zelf hun toekomstdroom concreet maken. Een techniek die hiervoor gebruikt wordt is de wondervraag: ‘Als je morgen wakker wordt, is er een wonder gebeurd: je toekomstdroom is uitgekomen. Wat is het eerste waaraan je merkt dat er een wonder is gebeurd? Hoe ziet je leven er dan uit?’

Een ander uitgangspunt is een positieve benadering: uitbouwen wat al goed gaat in plaats van werken aan wat niet goed gaat. Een manier om dit te doen is te zoeken naar uitzonderingen: in welke situaties gaat het al goed, lukt het al? Wat gaat er al goed? Vervolgens is het idee dat je meer doet van wat werkt en minder doet van wat niet werkt en niet probeert te veranderen wat goed gaat.

Meer informatie

De volgende bronnen geven meer informatie over oplossingsgericht werken:

2.2.3 Aansluiten op de straatcultuur

De open benadering die in dit hoofdstuk wordt geadviseerd is een goede standaardbenadering die aansluit bij belangrijke maatschappelijke waarden als zelfsturing, gelijkwaardigheid en eigen verantwoordelijkheid. Soms kan die benadering toch te ver af staan van de (straat)cultuur en waarden van een jongere. In die gevallen kun je beter aansluiten op de masculiene straatcultuur. Daar geldt dat hoe meer respect je verdient, hoe beter er naar je geluisterd wordt. Toon dus lef en een zelfverzekerde houding.

Meer informatie

De volgende bronnen geven meer informatie over aansluiten op de straatcultuur:

2.2.4 Rolmodellen en het sociale netwerk

Mensen tegen wie de jongere opkijkt zoals topsporters, bekende dj’s of mensen in de wijk en het sociale netwerk hebben vaak meer invloed dan professionals. Gebruik maken van samenkracht gaat in wezen om het versterken van ondersteunende sociale relaties. Dat kan bijvoorbeeld door rolmodellen in te zetten of door contact op te nemen met de ouders van de jongere of met VIP’s uit het eigen sociale netwerk. Bemiddel zo nodig in die relatie door de toekomstplannen van de jongere te bespreken en te vragen welke rol de VIP daarin zou willen en kunnen spelen. Een formelere manier om het sociale netwerk te betrekken, is het organiseren van een eigenkrachtconferentie.

In de Thuislozenteams uit de jaren 1990 draaide de hele werkwijze om het terugvinden en herstellen van het contact met iemand die de jongere vroeger vertrouwde, bijvoorbeeld een oom, leraar, sportcoach. Die persoon werd vervolgens gevraagd om een oogje in het zeil te houden en regelmatig aan de jongere te vragen hoe het gaat.

Ook in de JIM-aanpak, ontwikkeld als alternatief voor uithuisplaatsingen, draait het om het inschakelen van het sociale netwerk van een jongere. De JIM is een door de jongere zelfgekozen vertrouwenspersoon, zoals een tante, buurman, goede vriendin of sportcoach. Iemand die zowel van de jongere als de ouders vertrouwen krijgt en met hulpverleners wil samenwerken. De JIM is een steunfiguur voor de jongere en adviseert ouders en hulpverleners.

Meer informatie

De volgende bronnen geven meer informatie over rolmodellen en het sociale netwerk:

  • het boek ‘De JIM-aanpak; het alternatief voor uithuisplaatsing van jongeren’ van Levi van Dam en Sylvia Verhulst
  • www.eigen-kracht.nl

2.2.5 Mindfulness

Door stress kunnen jongeren dichtklappen of juist gaan stuiteren en alle kanten op vliegen. Het vraagt rust om bij jezelf te rade te kunnen gaan en in contact te komen met jezelf om erachter te komen wat je écht wilt. Mindfulness is een manier van aandachtig aanwezig zijn in het hier en nu, een accepterende mindset zonder oordeel. Die houding kan het vermogen om te gaan met de uitdagingen van het leven vergroten. Het kan onder meer helpen stress te verminderen en beter om te gaan met chronische klachten of depressie. Mindfulness vraagt training in het omgaan met de eigen gedachten. Belangrijke elementen zijn vertragen, rust, naar binnen gaan en ervaren wat je voelt en denkt en daar in eerste instantie niets mee doen, alleen maar gewaarworden en onderzoeken.

Als professional kun je jongeren helpen vertragen door contact te maken vanuit oprechte belangstelling, rust en ruimte te bieden, verdiepende vragen te stellen, elk antwoord zonder oordeel te accepteren en erop door te vragen. En stilte te laten zijn. Het gaat vooral om communicatie onder de waterlijn. Het kan ook helpen om het gesprek niet in een spreekkamer te voeren, maar tijdens een wandeling.

Meer informatie

De volgende bronnen geven meer informatie over mindfulness:

2.2.6 Verminderen van de draaglast

Soms is het nodig om dingen uit handen te nemen van een jongere die overbelast is. Dat kan door een tijdje mee te lopen, als ouder of als lifecoach: de jongere helpen keuzes te maken en het leven (weer) op orde te brengen, zodat er weer voldoende stabiliteit is om te kunnen functioneren in een baan of opleiding. Het kan ook door problemen op te lossen. Denk aan een regeling voor afbetaling van schulden, een woning, bemiddelen in een verstoorde relatie met ouders of psychische zorg regelen. Voor een hulpmiddel om de draagkracht en draaglast van jongeren in kaart te brengen, zie de passage over het balansmodel in hoofdstuk 3.2.2.