Overslaan en naar de inhoud gaan

Factsheet statushouders en gezinsmigranten: rapportage inburgering, onderwijs, werk en bijstand

Laatste update:

Samenvatting

Op 30 juni 2022, de peildatum van deze factsheet, is bijna 45% van de statushouders geslaagd voor het inburgeringsexamen. Dit percentage is ten opzichte van begin 2022 nauwelijks gestegen. Het percentage geslaagde gezinsmigranten is wel verder toegenomen. Daarnaast wordt op een steeds hoger niveau onderwijs gevolgd. In tegenstelling tot statushouders, is het percentage mannelijke gezinsmigranten dat onderwijs volgt hoger dan het percentage vrouwelijke gezinsmigranten. Het aandeel statushouders en gezinsmigranten dat in de bijstand zit, neemt af. Een mogelijke verklaring hiervoor is het stijgende percentage werkenden. Gezinsmigranten zijn vaker aan het werk dan statushouders. Dit blijkt uit de cijfers van de Divosa Benchmark Inburgering & Statushouders, waar ruim 180 gemeenten aan meedoen.

Statushouders zijn asielmigranten die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Mensen die zich als nareiziger of gezinshereniger vestigen bij een statushouder, vallen onder de groep statushouders. Gezinsmigranten zijn naar Nederland gekomen om bij een gezinslid te verblijven. Overige migranten zijn migranten die in Nederland verblijven als imam, rabbijn, kloosterling of vreemdeling met een niet-tijdelijke humanitaire status. De groep overige migranten is relatief klein. We plaatsen deze twee groepen daarom samen onder de noemer gezinsmigranten. 

Zowel statushouders als gezins- en overige migranten zijn inburgeringsplichtig. De groep inburgeringsplichtigen die zich tussen 2014 en de eerste helft van 2022 (vanuit een opvanglocatie) in een gemeente heeft gevestigd, is door Divosa, BMC en Stimulansz in beeld gebracht in de Divosa Benchmark Statushouders & Inburgering.

De peildatum van deze factsheet is 30 juni 2022. Alleen statushouders en gezinsmigranten die onder de oude wet (Wi2013) vallen, zijn meegenomen in de cijfers in deze publicatie.

Inburgering statushouders vlakt af

Het percentage statushouders dat slaagt voor het inburgeringsexamen, vlakt af. In juni 2022 is 44,1% geslaagd. In juni 2021 was dit 44%. Deze stagnatie is vermoedelijk ontstaan doordat lessen door de coronacrisis niet of maar op kleine schaal konden plaatsvinden en de mogelijkheden tot examinering beperkt waren. Het percentage geslaagde gezinsmigranten ligt iets hoger, namelijk op 48,7%.

Het aantal ontheffingen bij statushouders neemt toe; bij gezinsmigranten is dit stabiel. Uiteindelijk slaagt twee derde voor het examen, waarvan de meesten op basisniveau (A2).

Bij zowel statushouders als gezinsmigranten neemt de inburgeringsduur toe. Wel behalen gezinsmigranten het examen veelal sneller. Ook krijgt deze groep vaker uitstel of vrijstelling, maar minder vaak ontheffing.

Steeds groter aandeel volgt onderwijs op hoger niveau

Iets meer dan 20% van de statushouders in de leeftijdscategorie 18-33 jaar volgt onderwijs. Bij gezinsmigranten is dit percentage bijna 10%. Het overgrote deel van de statushouders volgt onderwijs op mbo 2-mbo 4-niveau. Wel wordt door een steeds grotere groep onderwijs op een hoger niveau gevolgd. Voor gezinsmigranten geldt dat bijna de helft onderwijs volgt op hbo-/wo-niveau.

In de groep statushouders is het aandeel onderwijsvolgende vrouwen sinds de tweede helft van 2021 iets groter dan het aandeel onderwijsvolgende mannen. In de groep gezinsmigranten volgen mannen vaker onderwijs.

Percentage werkenden neemt verder toe

Sinds 2018 neemt het percentage werkende statushouders steeds verder toe. Deze ontwikkeling zet zich voort in 2022. In juni 2022 is 34,5% aan het werk. De dip door de coronacrisis lijkt daarmee definitief voorbij.

De cijfers laten zien dat statushouders in 2021 baat hebben gehad bij de grote vraag naar personeel. Daarnaast lijkt het erop dat naarmate statushouders langer in Nederland zijn, ze vaker aan het werk zijn. Van cohort 2014 is bijna de helft aan het werk. Van de gezinsmigranten heeft 57% een baan.

Voor beide groepen geldt dat mannen vaker aan het werk zijn dan vrouwen, maar het aandeel vrouwelijke statushouders dat aan het werk is, stijgt sneller dan het aandeel mannelijke statushouders.

Gezinsmigranten zijn vaker aan het werk dan statushouders. Ook hebben zij vaker een grote baan (> 0,8 fte of (meer dan) één baan).

Aandeel in de bijstand neemt af

Het percentage statushouders en gezinsmigranten dat in de bijstand zit, neemt verder af. In juni 2022 heeft 55,1% van de statushouders een bijstandsuitkering. De daling wordt veroorzaakt door het hogere percentage statushouders dat betaald werk heeft.

Van de groep gezinsmigranten zit 6,6% in de bijstand. Gezinsmigranten zitten hiermee veel minder vaak in de bijstand dan statushouders. De verklaring hiervoor is dat gezinsmigranten alleen naar Nederland mogen komen als hun in Nederland wonende familielid, waarbij ze zich vestigen, aan bepaalde inkomenseisen voldoet. Het is mogelijk dat gezinsmigranten die een bijstandsuitkering ontvangen, relatief langer in Nederland wonen.

Invloed Wet inburgering 2021

Gemeenten hebben sinds begin 2022 de regierol op inburgering gekregen. De Wet inburgering 2021 beoogt dat mensen sneller kunnen inburgeren en daardoor makkelijker kunnen meedoen in de Nederlandse samenleving.

Hoewel de wet pas sinds kort in werking is en er nog diverse obstakels op de weg van gemeenten liggen, heerst onder gemeenten het vertrouwen dat meer mensen in de toekomst aan de inburgeringsplicht kunnen voldoen. Inburgeraars krijgen betere begeleiding en ontheffingen zijn niet meer mogelijk. Deze begeleiding wordt in sommige gevallen ook ingezet voor de inburgeraars onder de Wet inburgering 2013.

In een volgende factsheet worden ook cijfers over statushouders en gezinsmigranten onder de nieuwe Wet inburgering 2021 opgenomen.

Over de Divosa Benchmark

De cijfers in deze publicatie (peildatum 30 juni 2022) zijn gebaseerd op de resultaten van de 180 deelnemende gemeenten aan de Divosa Benchmark Statushouders & Inburgering. In deze gemeenten woont 61% van de Nederlandse bevolking. Door de cijfers met elkaar te vergelijken en verhalen achter de cijfers te delen, leren gemeenten van elkaar en kunnen ze hun inburgeringsbeleid verbeteren.

De Divosa Benchmark is een samenwerking van Divosa, BMC en Stimulansz en wordt doorontwikkeld om ook onder de Wet inburgering 2021 inzicht te geven in de resultaten van gemeenten. Doet jouw gemeente al mee? Meld je aan op divosa-benchmark.nl.

Inhoud