Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking Studietoeslag

Laatste update:

4 Doelgroep

4.1 Structurele medische beperking

Een structurele medische beperking (1) was in de oude individuele studietoeslag ook al een voorwaarde. Wel is de toelichting van wat daaronder wordt verstaan uitgebreid met de inwerkingtreding van de nieuwe studietoeslag. Onder een medische beperking wordt zowel een fysieke als psychische beperking verstaan. Een individuele sociale beperking zoals het verlenen van mantelzorg valt niet onder deze regeling omdat die niet voortkomt uit een in de persoon gelegen ziekte of medisch gebrek. (2)

Structurele en ernstige beperking

De beperking moet structureel van aard zijn en ernstig genoeg om een rechtstreeks verband te kunnen leggen met het niet in staat zijn naast de studie inkomsten te kunnen verdienen. Het structurele karakter kan worden vastgesteld doordat er in de medische beperking niet binnen een afzienbare termijn verbetering te verwachten valt. Wat een afzienbare termijn is kan worden vastgelegd in beleid. Een gebroken been of een medische ingreep met een hersteltermijn van 6 maanden kan in de ogen van de regering niet als structurele medische beperking worden aangemerkt. Zie de modelbeleidsregels studietoeslag (artikel 2 lid 2) voor een voorbeeld.

Ook zijn er medische beperkingen die wel structureel zijn, maar iemand niet of beperkt belemmeren om naast de studie inkomsten te verwerven, zoals (milde en enkelvoudige) dyslexie, astma, diabetes, slechtziendheid of een milde vorm van reuma. Natuurlijk moet het college altijd per geval kijken of voldaan is aan de voorwaarden. Het is daarbij niet relevant dat iemand door economische omstandigheden geen inkomsten kan verwerven.

Of er sprake is van een structurele medische beperking zal in de meeste gevallen beoordeeld worden door een onafhankelijk medisch advies. Daardoor wordt de structurele medische beperking objectief medisch vastgesteld. In artikel 36b lid 2 Pw is het medische advies nu bij wet opgelegd, maar er zijn wel uitzonderingen, zie hoofdstuk 4.3.

Kaders voor het college

De regering wil het nadrukkelijk aan het college overlaten om binnen de kaders van de wet en de toelichting (zoals hiervoor uitgewerkt) regels op te stellen voor de nadere invulling van de gestelde criteria. (3) Het is dus aan gemeente om binnen de kaders van de wet te bepalen wanneer een belanghebbende in staat is een eigen inkomen te verwerven naast een voltijdsstudie, zonder dat dit ten koste gaat van de tijd die nodig is om de studie met succes af te ronden.

Daarvoor zijn geen landelijke richtlijnen te geven omdat iedere situatie anders is. Dat vergt maatwerk. De regeling moet voldoen aan het doel om steun in de rug bieden tijdens de studie.

Iemand die tijdens een groot deel van zijn studie niet kan werken voldoet aan de voorwaarde structureel. Het college bepaalt zelf wat geldt als groot deel. Als na een ingreep iemands medische toestand verbetert, is er sprak van een nieuwe situatie. Er moet dan opnieuw gekeken worden of de belanghebbende nog aan de voorwaarden voor de studietoeslag voldoet.

Praktijkvoorbeeld

Archibald heeft studietoeslag vanaf 1 april 2022. In het medisch advies staat dat binnen een jaar verbetering in de situatie valt te verwachten waardoor Archibald dan misschien wel kan werken naast de studie.

Het college bepaalt dat de studietoeslag in principe ongewijzigd kan doorlopen tot 1 april 2023 zolang Archibald aan de voorwaarden blijft voldoen. Op 1 april 2023 is dan een nieuw medisch advies nodig. Komt uit dat advies dat Archibald nog niet kan werken naast de studie? Dan kan de studietoeslag worden voortgezet. Kan Archibald dan wel werken, dan kan het recht op studietoeslag vanaf dat moment worden beëindigd.

Uitwerking in beleidsregels

Het college mag zelf bepalen wanneer een nieuw medisch advies nodig is om een eventuele verbetering van de medische situatie van belanghebbende vast te stellen.

Zie artikel 8 van de modelbeleidsregels studietoeslag voor een voorbeeld.

Voetnoten

  1. Hiermee wordt bedoeld structureel aanwezige ziekte of gebrek, artikel 36b lid 1 Pw.
  2. Tweede Kamer 2019-2020, 35394, nr.5, p. 6.
  3. Tweede Kamer 2019-2020, 35394, nr.5, p. 6.

Inhoud