Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking Studietoeslag

Laatste update:

2 Recht op studietoeslag

2.1 Studiefinanciering of WTOS ontvangen

In de Participatiewet staat dat het verzoek om studietoeslag kan worden gedaan door iemand die studiefinanciering ontvangt op grond van de WSF, niet zijnde het levenlanglerenkrediet, of die een tegemoetkoming krijgt op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. (1)

Studenten hebben alleen recht op studietoeslag als ze studiefinanciering of een tegemoetkoming WTOS hebben aangevraagd en deze daadwerkelijk ontvangen. Om het recht op studietoeslag vast te stellen is dus een beschikking van DUO noodzakelijk. Het potentiële recht op studiefinanciering of een tegemoetkoming WTOS zonder dat te hebben aangevraagd is niet voldoende. Een student ontvangt het dan namelijk niet en heeft geen toekenningsbeschikking van DUO.

Soms heeft een student recht op studiefinanciering of tegemoetkoming WTOS, maar komt het niet tot uitbetaling. Met dat recht op 0-bedrag voldoet een student wel aan de voorwaarde van artikel 36b lid 3 onderdeel a Pw.

Bij de oude studietoeslag was het wel mogelijk om de individuele studietoeslag toe te kennen aan iemand die recht had op studiefinanciering of een tegemoetkoming WTOS, maar die niet had aangevraagd. Daarin was namelijk alleen de voorwaarde dat iemand ‘recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of recht heeft op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten’.

Het verschil zit is dat voorheen het recht op de studiefinanciering of de tegemoetkoming WTOS al volstond. Onder de nieuwe studietoeslag moet de belanghebbende de studiefinanciering of de tegemoetkoming ook daadwerkelijk ontvangen, al is het een uitkering van een 0-bedrag.

Studentenreisproduct

Een beschikking van DUO voor enkel een studentenreisproduct geeft recht op studietoeslag voor:

  • ho-studenten (hbo, universiteit) van 15 jaar en ouder, en
  • mbo-studenten van 18 jaar en ouder.

Mbo-studenten jonger dan 18 jaar met een studentenreisproduct hebben geen recht op studietoeslag. In artikel 2.3 lid 1 onderdeel a en b WSF 2000 wordt namelijk nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen:

  • een reisvoorziening voor elke mbo-student, ook de 18-minner;
  • studiefinanciering voor elke mbo-student van 18 jaar en ouder.

Bij de mbo-studenten jonger dan 18 jaar moet het recht op het reisproduct dus niet gezien worden als recht op studiefinanciering in het algemeen. Op grond van artikel 2.3 lid 1onderdeel a WSF 2000 heeft deze student namelijk al recht op het reisproduct vóórdat hij recht heeft op studiefinanciering, zoals bedoeld in artikel 3.6 en 4.6a WSF 2000.

Voetnoten

  1. Artikel 36b lid 3 onderdeel a Pw.

Inhoud