Overslaan en naar de inhoud gaan

Peer reviews in het sociaal domein: (financiële) sturing

Laatste update: 30 april 2024

Meedoen aan een peer review: ‘Veel extra denkkracht in weinig tijd’

Hoe gaan we opgaven regionaal aan, met ruimte voor lokale eigenheid? Hoe verhouden de actuele kwesties zich tot de langetermijncontext? En zo zijn er nog veel meer vraagstukken die menig directeur in het sociaal domein zal herkennen. Een aantal van hen legde de eigen vragen voor in een peer review. Ze vertellen hoe het werkt en wat het oplevert.

De term 'peer review' is vooral bekend uit de wetenschappelijke wereld: onderzoekers leggen de conceptversie van hun artikel voor aan collega’s in hetzelfde onderzoeksveld. De laatste jaren is de peer review ook buiten de academische wereld in opkomst, als manier om als vakgenoten onder elkaar te leren.

Uit de dagelijkse hectiek 

Divosa en het Netwerk Directeuren Sociaal Domein (NDSD) rondden begin 2024 een peer-reviewtraject af waar zes gemeenten gebruik van maakten, elk met een duo. De voorbereiding en begeleiding was in handen van Arjan Ogink van KPMG Health en Onno de Zwart van het Verwey-Jonker Instituut. De drie bijeenkomsten waren steeds aan het einde van de dag, in een informele setting met een hapje erbij. ‘Dat helpt om uit de dagelijkse hectiek te stappen en een veilige en ontspannen sfeer te creëren’, zegt De Zwart. Ogink vult aan: ‘Op zo’n avond zitten we met maximaal vijftien mensen aan tafel en ook dat zorgt ervoor dat mensen vrijuit kunnen spreken. Verder hebben we als belangrijke afspraak dat alles wat deze avonden besproken wordt niet naar buiten gaat.’

Binnenskamers

Herm Kuipers, directeur sociaal domein van de gemeente Amersfoort en lid van het Algemeen Bestuur van Divosa, beaamt dat. ‘Het blijft echt binnenskamers. Het vertrouwen is nog nooit beschaamd. Wat ook meespeelt: in de eigen werkomgeving heb je vaak te maken met tegengestelde belangen, dat speelt hier helemaal niet. Dit voelt soms bijna als lotgenotencontact. In deze omgeving delen we informatie in volledige naaktheid.’ Op deze avonden kan een ander soort openheid ontstaan dan tijdens pauzes of borrels die onderdeel zijn van congressen en dergelijke. Klaas van der Wal, concerndirecteur sociaal maatschappelijk domein in Groningen en ook bestuurslid bij Divosa: ‘Dan hoor je toch vooral wat er allemaal goed gaat. Bij de peer review gaat het juist over de dingen waar we mee worstelen. Als je door kunt vragen op de dingen die niet goed gaan, dan kun je heel veel van elkaar leren.’ 

Extra denkkracht

‘Je kunt gebruikmaken van veel extra denkkracht in weinig tijd’, zegt Van der Wal ook. Wat betreft die factor, de tijd, onderscheidt deze leer- en ontwikkelmethode zich van een Community of Practice, die vaak een langere doorlooptijd kent en ook per bijeenkomst een grotere tijdsinvestering vraagt. De peer review is ook wezenlijk anders dan intervisie, waar vaak issues op het persoonlijke vlak besproken worden. 

Effectievere investering 

Over investeringen gesproken: Kuipers brengt in dat meedoen aan een peer review een zorgvuldige besteding van belastinggeld is. ‘We zijn met 342 gemeenten in Nederland; laten we zo min mogelijk dingen verzinnen die al bestaan. Leren van elkaar en elkaar een stapje verder helpen hoort daarbij. Wij benutten de peer reviews ook om voorstellen voor het college en de gemeenteraad “extern te toetsen”. Wat mij betreft is de peer review effectiever dan menig onderzoek dat in opdracht van overheden wordt gedaan.’

Vast format

De besprekingen mogen dan in een veilige en ontspannen setting plaatsvinden, het gaat er zeker niet vrijblijvend en oppervlakkig aan toe. De avonden verlopen volgens een vast format, legt Ogink uit. ‘Per avond staan de casussen van twee gemeenten centraal. Zij bereiden dat voor, en een onderdeel daarvan is een voorgesprek met Onno of mij. Dat zijn ook waardevolle gesprekken, die vaak tot verdieping van de vraagstelling leiden. Wij zijn allebei actief in het hele land op onderwerpen als robuuste samenwerking in de regio, het IZA. We zien meer worstelingen, bijvoorbeeld over hoe actuele kwesties zich verhouden tot de langetermijncontext. Daardoor kunnen wij niet alleen technisch, maar ook op de inhoud begeleiden.’ 

Direct de diepte in

De inhoudelijke herkenning is er uiteraard ook bij de vakgenoten. Daardoor gaan de gesprekken direct de diepte in, zegt strategisch adviseur Joop van der Zee van de gemeente Utrecht. ‘We stellen elkaar scherpe vragen. We blijven doorvragen tot we bij het onderliggende probleem zijn. Dat je je eigen vraagstuk voor moet bereiden, levert ook al een ander perspectief op. En vervolgens word je tijdens de avond zelf uitgedaagd om er nog weer anders naar te kijken. Iedereen leeft in zijn eigen koker, maar die wordt tijdens deze bijeenkomsten enorm opgerekt.’ Voor Van der Wal leverde dat bijvoorbeeld de bevestiging op van de pluriformiteit van de opgaves voor het Groningse sociaal domein, na alles wat er de afgelopen decennia is gebeurd. ‘Het gaat ook over trots. Zoals ze in Rotterdam trots zijn op het landskampioenschap van Feyenoord en zoals ze in Tilburg veel waarde hechten aan carnaval, zo kunnen wij in Groningen ook trots organiseren.’

Internaliseren

De gesprekken krijgen ook extra diepte, doordat de groep is samengesteld uit directeuren en strategisch adviseurs. ‘Dat zorgt voor over en weer leren’, constateert Van der Zee: ‘De strategen brengen scherpte op de inhoud en de directeuren het bestuurlijk perspectief.’ Nog een ander voordeel dat hij noemt, is dat elke gemeente met een duo meedoet. ‘Dat houdt het levend. Je komt geregeld situaties tegen in je dagelijkse praktijk die raken aan wat er tijdens de bijeenkomsten voorbij is gekomen. Dat kun je samen met je duopartner bespreken. Dan ga je het internaliseren.’

Standaard leermodel

Van der Wal, uit Groningen, noemt als groot voordeel dat er gemeenten uit alle hoeken van het land meedoen. ‘De gemeenten en aanpakken hier in de regio, die ken ik wel. Het is heel leerzaam om te horen hoe andere regio’s in elkaar steken.’  Voor Van der Zee, van de gemeente Utrecht, waren de bijeenkomsten een thuiswedstrijd. ‘Toen ik na de laatste avond naar huis fietste, vond ik het echt jammer dat het traject afgerond was’, blikt hij terug. En Kuipers rondt het gesprek af: ‘Ik gun het elke gemeente om dit te mogen doen. Ik hoop echt dat de peer review een standaardleermethodiek wordt, waar je periodiek gebruik van kunt maken.’