Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking Inburgeringsplichtige gezinsmigranten

Laatste update:

2 Achtergrond en wettelijke kaders

2.3 Wettelijke kaders voor gezinsmigranten

Inburgeringsplichtige gezinsmigranten krijgen door hun komst naar Nederland te maken met diverse wetten en regels, die we hieronder kort schetsen.

Wet inburgering in het buitenland

De meeste gezinsmigranten moeten voordat zij een verblijfsvergunning kunnen aanvragen eerst slagen voor het Basisexamen inburgering in het buitenland. Het Basisexamen is op A1-niveau en bestaat uit de onderdelen spreekvaardigheid, leesvaardigheid en Kennis van de Nederlandse Samenleving. Het examen vindt plaats op een Nederlandse ambassade of consulaat in het herkomstland, of een land in de buurt. De gezinsmigrant moet binnen een jaar nadat het examen is behaald een aanvraag doen voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Dit is een speciaal visum waarmee men Nederland kan inreizen. De aanvraag voor een mvv wordt samen met de aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend.

Voorwaarden verblijfsvergunning

Zowel de gezinsmigrant, als de referent moeten aan voorwaarden voldoen bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning voor de gezinsmigrant. De referent moet 21 jaar of ouder zijn, de Nederlandse nationaliteit hebben of een geldige Nederlandse verblijfsvergunning voor een niet-tijdelijk doel en over voldoende, duurzaam en zelfstandig inkomen beschikken. Dit betekent dat de referent genoeg geld verdient om minimaal één jaar voor zichzelf en de gezinsmigrant te zorgen.

Ook de gezinsmigrant moet 21 jaar of ouder zijn en in het bezit zijn van een geldig paspoort. De gezinsmigrant moet het ‘Basisexamen inburgering in het buitenland’ hebben gehaald of hiervoor een vrijstelling hebben gekregen. Ook moet de gezinsmigrant een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) hebben. Om Nederland in te reizen, dient de gezinsmigrant de mvv binnen drie maanden na uitgifte op te halen bij een Nederlandse ambassade of consulaat. Daarna heeft de gezinsmigrant 90 dagen de tijd om Nederland in te reizen. Na aankomst in Nederland kan de gezinsmigrant binnen twee weken de verblijfsvergunning ophalen.

Verblijfsrecht

De gezinsmigrant krijgt een verblijfsvergunning die afhankelijk is van de vergunning van de partner. Dit heet een afhankelijke verblijfsvergunning. Als de partner Nederlander is, is na drie jaar naturalisatie mogelijk. In andere gevallen kan na vijf jaar een zelfstandig verblijfsrecht (als de relatie is verbroken) of een permanent verblijfsrecht worden aangevraagd. De gezinsmigrant moet dan wel aan de inburgeringsplicht hebben voldaan.

Gezinsmigranten die in Nederland inburgeringsplichtig worden

Soms worden gezinsmigranten inburgeringsplichtig als ze al een tijd in Nederland wonen. Dit geldt met name voor jongeren die 18 jaar worden. Onder de Wi2021 zijn gezinsmigranten vanaf 16 jaar inburgeringsplichtig. De meeste jonge gezinsmigranten worden – vanwege de leer- en kwalificatieplicht – echter pas daadwerkelijk inburgeringsplichtig als zij 18 jaar worden. Meer informatie over de inburgeringsplicht voor jongeren is te lezen in de Q&A schoolgaande jongeren.

Wet inburgering 2021

Om aan de inburgeringsplicht te voldoen moeten gezinsmigranten een leerroute doorlopen. De wetgever gaat ervanuit dat verreweg de meeste gezinsmigranten in staat zullen zijn om de B1-route te volgen: zij komen veelal uit landen waar zij in hun jeugd formeel onderwijs hebben genoten en in het verleden is het ontheffingspercentage voor het Basisexamen inburgering in het Buitenland bijzonder klein gebleken. Als op basis van de brede intake en de leerbaarheidstoets blijkt dat de Z-route de aangewezen route is voor een gezinsmigrant, dan ziet deze er voor gezinsmigranten anders uit dan voor asielstatushouders. Laatstgenoemden moeten voldoen aan een urennorm van in totaal 1.600 uren taalonderwijs en activering en participatie (minstens 800 uur). Voor gezinsmigranten bestaat de Z-route uit 800 uur taal, inclusief aandacht voor KNM. De urenverplichting voor het participatieonderdeel vervalt voor hen.

Naast de leerroute moeten gezinsmigranten het Participatieverklaringstraject (PVT) en de Module Arbeidsmarkt & Participatie (MAP) doorlopen om aan hun inburgeringsplicht te voldoen.

Lening aanvragen

Gezinsmigranten betalen zelf de kosten van het taalonderwijs en de inburgeringsexamens. Gezinsmigranten kunnen hiervoor een lening van maximaal € 10.000,- aanvragen bij DUO. In 2021 hebben 1020 gezins- en overige migranten in 2021 een lening aangevraagd en gekregen. DUO betaalt de taalaanbieder uit de lening van de gezinsmigrant. Voorwaarde voor lenen is wel dat de taalaanbieder een (Blik op Werk)keurmerk heeft. Hoeveel een gezinsmigrant kan lenen, is afhankelijk van het inkomen van de partner. Een van de voorwaarden voor een DUO-lening is dat het onderwijs moet aansluiten bij de route en het niveau dat in het PIP is vastgesteld. De gezinsmigrant moet zes maanden na het inburgeren beginnen met het terugbetalen van de lening met rente en heeft hiervoor 10 jaar de tijd.

In de volgende hoofdstukken beschrijven we op welke manieren gemeenten invulling moeten en kunnen geven aan hun taken en verantwoordelijkheden bij de inburgering van gezinsmigranten.