Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkwijzer Gespreksvoering

Laatste update: 01 juni 2019

4 Confronteren

4.3 Wanneer werkt het niet?

Als je maar enigszins twijfelt of je moet confronteren, dan kun je dat het beste laten (bij twijfel niet inhalen). Kies niet voor een confrontatie in de volgende gevallen:

Kwetsbare klanten

Een confrontatie incasseren vraagt veerkracht. Daarom werken hardere confrontaties als uitdagen of oordelen niet bij klanten met de volgende kenmerken:

  • een negatief zelfbeeld
  • onvoldoende contact met de werkelijkheid (bijvoorbeeld door een psychose)
  • gebrek aan zelfinzicht
  • te weinig begrip van waar het over gaat (bijvoorbeeld door een verstandelijke beperking)

Zachte confrontaties kunnen wel goed werken bij kwetsbare klanten.

Open deur

Als de confrontatie alleen maar iets bevestigt wat de klant allang wist, is die zinloos. Zo heeft het bijvoorbeeld geen zin om iemand met overgewicht te vertellen dat je van snoepen dikker wordt. Je kunt dan beter onderzoeken wat iemand zou kunnen helpen om gezonder te gaan leven.

Onvermogen

Het heeft geen zin om iemand te confronteren met iets wat hij niet kan veranderen, bijvoorbeeld een fobie. Wanneer iemand niet zelf het vermogen heeft om zijn gedrag te veranderen, ligt hulp of ondersteuning bieden meer voor de hand. Wel kan iemand niet geholpen of ondersteund willen worden. Een methode als motiverende gespreksvoering (zie bijlage 3) heeft dan meer kans van slagen dan een confrontatie.