Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkwijzer Jongeren

Laatste update:

7 De pedagogische benadering: leren

7.2 Vaardigheden van de professional

Begeleiden in een echte leeromgeving

Leren is het meest effectief in de zone van naaste ontwikkeling; net buiten je comfortzone, maar niet te ver daarbuiten, want dan wordt je overvraagd. Meer hierover in de video Zone of Proximal Development van Lev Vygotsky. Focus op dingen die de jongere nog net niet zelfstandig kan, maar met een beetje hulp wel. En een echte leeromgeving werkt beter dan een kunstmatige of gesimuleerde omgeving. First place, then train is het belangrijkste principe van Individuele Plaatsing en Steun (IPS) als aanpak bij re-integratie van voor mensen met beperkingen en van het pedagogische concept natuurlijk leren.

Gebruik het dagelijks leven van jongeren als leeromgeving om basiscompetenties te ontwikkelen (1).

Zelf ontdekken is een effectievere manier van leren dan iets voorgeschoteld krijgen. Maak daarom gebruik van het pedagogisch gesprek als instrument om jongeren zelf dingen te laten ontdekken door het stellen van richtinggevende open vragen. Beweeg mee met de manier van redeneren van de jongere en stimuleer je gesprekspartner om die redenering scherper te maken. Vervolgens stel je kritische vragen om de jongere zwakke punten in de eigen redenering te helpen inzien. Ten slotte stel je sturende vragen (wat niet hetzelfde is als iemand vertellen wat te doen) die leiden naar een beter begrip en betere antwoorden. Dit kun je organiseren door jongeren een klus te laten klaren die ze zelf belangrijk maar lastig vinden en ze daarbij te begeleiden. Het gaat niet om het testen van wat de jongere zelfstandig kan (zoals in traditioneel onderwijs), maar om de vooruitgang. Je leert jongeren dingen zelfstandig te doen die ze nog net niet zelfstandig kunnen (2).

Casus: hoe help je een jongere een verzekering afsluiten?

Een professional treft een jongere die op zoek blijkt naar een verzekering voor de tweedehands auto die hij net heeft gekocht.

Jongere (J) Weet jij een goede verzekering?
Professional (P) Geen idee. Waar zou je informatie daarover kunnen vinden?

(J) Weet ik niet. Wat voor verzekering heb jij dan?
(P) Gewoon bij de ANWB, maar ik weet niet of dat de beste is.
(J) Die neem ik dan ook. Kun jij dat voor me regelen? Ik weet niet hoe dat moet
(P) Wat weet je dan niet?
(J) Waar ik dat moet regelen.
(P) Hoe zou je daar achter kunnen komen dan?
(J) Op internet zoeken misschien?
(P) Loop maar even mee, dan gaan we naar een computer… Ga maar zitten, zoek het maar op
(J) Hier is de website; daar staat een nummer. Kun jij daarheen bellen voor mij?
(P) Waarom kun je niet zelf bellen dan?
(J) Je weet toch...
(P) Nee, ik weet niks (lachend). Leg eens uit.
(J) Ik weet niet wat ik moet zeggen.
(P) Waarom wil je ze bellen dan?
(J) Om een verzekering af te sluiten.
(P) Dat kun je dan toch zeggen? Hier is een telefoon, bel maar. De jongere belt en krijgt een telefoniste aan de lijn.
(J) Hallo, met …, ik wil een autoverzekering afsluiten. De telefoniste vraagt gegevens op.
(J) Ik wil graag betalen via een acceptgiro.
Telefoniste (T) Dat kan niet, ik heb een bankrekeningnummer van u nodig.
(J) Hoezo kan dat niet? Mijn vader betaalt altijd met een acceptgiro. En ik heb geen bankpas bij me.
(T) Dat kan bij ons helaas niet, ik heb echt een bankrekeningnummer van u nodig.
(J) Begint te schelden.
(P) Drukt telefoon weg. Wat doe je nou? Krijg je op die manier een verzekering voor elkaar? (J) Die trut moet normaal tegen mij doen!
(P) En nu dan? Ga je nu onverzekerd rond rijden?
(J) Nee, dan krijg ik een bekeuring.
(P) Misschien moet je dan even naar huis gaan en je bankpas ophalen.
(J) Komt een half uur later terug met bankpas. Hij belt opnieuw en regelt een verzekering.

Aansluiten bij verschillende leerstijlen

Leren is effectiever als je kunt aansluiten op iemands favoriete manieren om nieuwe dingen te leren. Volgens Kolb zijn er vier verschillende leerstijlen (3).

  • Denkers leren door theorie te verkennen, verbanden leggen en te beredeneren. Ze krijgen graag uitleg, concepten en theorie aangereikt zoals in het traditionele onderwijs.
  • Beslissers leren door te experimenteren, problemen op te lossen, beslissingen te nemen en praktisch gebruik te maken van ideeën. Ze zijn vaak niet zo geïnteresseerd in de hele theorie, maar krijgen liever een checklist. Het is de (aangeleerde?) favoriete leerstijl van veel consulenten en klantmanagers.
  • Doeners leren door ervaring op te doen, dingen uit te proberen en al doende te verbeteren. Ze gaan het liefst aan de slag met een opdracht zonder al te veel uitleg.
  • Dromers houden van observeren en reflectie, hun fantasie de vrije loop laten, brainstormen en iets van verschillende kanten bekijken. Ze buigen zich het liefst over reflectievragen. Dit is vaak de favoriete leerstijl van mensen met een coachend of begeleidend beroep en ook een impliciete aanpak in veel begeleidingsmethodieken die gebaseerd zijn op praten.

Het is belangrijk om te voorkomen dat je eigen voorkeur leidend is in hoe je het met een jongere aanpakt.

Je kunt snel een indicatie krijgen van iemands leerstijl door te vragen hoe iemand zich de werking van bijvoorbeeld een nieuw mobieltje (of tv of spelcomputer) eigen maakt: gewoon op knoppen gaan drukken en kijken wat er gebeurt (doener), de gebruiksaanwijzing lezen (denker), tips vragen aan iemand die hetzelfde toestel heeft (beslisser) of op zoek gaan naar overeenkomsten met een bekend toestel en van daaruit verder ontdekken (dromer). Een andere manier is te vragen hoe de jongere zich iets aangeleerd heeft. Hobby’s zijn een goed onderwerp. Wat kun je goed? Hoe heb je dat geleerd?

Blijf niet bij iemands favoriete leerstijl, maar doorloop ook alle andere leerstijlen om zo tot compleet leren te komen. Begin bijvoorbeeld door iets te doen, reflecteer daar dan op, leg dan de achterliggende theorie uit en probeer die ten slotte met een korte checklist uit. Je kunt op elk punt in deze cirkel starten.

De video Leerstijlen (2:09 minuten) laat zien hoe een professional het startpunt van de leercirkel afstemt op een jongere. In dit voorbeeld is de jongere een dromer. Daarom begint de professional bij observeren en reflectie. Daarna volgen uitleg, een checklist en ten slotte doen.

Toelichting: Jeffrey is een dromer, het ‘rondje Kolb’ begint daarom bij observeren en reflectie, dan uitleg, dan een checklist, dan doen.. Het startpunt hangt af van de jongere.

Bekijk de video op Vimeo.

Voetnoten
  1. Lees meer over het dagelijks leven als leeromgeving in Natuurlijk willen risicojongeren leren (pdf, 4,2 MB) door Henk Spies.
  2. De documentaire Japanse levenslessen laat zien hoe een Japanse leraar het ontwikkelen van levensvaardigheden combineert met traditioneel onderwijs.
  3. Op YouTube staan verschillende filmpjes over de leerstijlen van Kolb.