Overslaan en naar de inhoud gaan

Maatwerk Participatiewet voor dak- en thuisloze jongeren

Laatste update:

2 Het probleem

2.1 Hoe raken jongeren dak- of thuisloos?

Jongeren komen door de volgende oorzaken op straat te staan:

  • Woonsituatie       
    De thuissituatie is vaak niet houdbaar. De spanningen lopen op en jongeren gaan zelf weg. Of de ouders of verzorgers zetten hen het huis uit. Soms omdat de relatie niet goed is, maar soms ook omdat de ouders of verzorgers bang zijn dat ze vanwege de kostendelersnorm worden gekort op hun uitkering of inkomensafhankelijke regelingen (toeslagen, gemeentelijke belastingen).
    Jongeren die bij vrienden of familie op de bank slapen, mogen zich vaak niet inschrijven op het slaapadres. Ook hier speelt de (al dan niet terechte) angst voor de kostendelersnorm, inkomensafhankelijke regelingen en deurwaarders een rol. Maar ook als de vrienden of familieleden het wel goed vinden dat de jongere zich inschrijft, gebeurt dit vaak niet omdat alle betrokkenen de situatie als tijdelijk zien.
     
  • Financiële situatie
    Veel jongeren die zich melden bij de gemeente, hebben geen inkomen, wel schulden en soms ook geen (functionerende) bankrekening. Dit maakt het voor hen bijzonder lastig om hun problemen zelf op te lossen.
     
  • Participatie
    Veel jongeren zijn uitgevallen in het onderwijs, zowel mbo als hbo. Sommige hebben een bijbaan, maar meestal hebben zij geen werk. Is er geen briefadres, dan vervalt de bankrekening en is werk in loondienst niet mogelijk.
     
  • Gezondheid
    Deze jongeren hebben te maken met gezondheidsproblemen: verslaving, psychische en psychiatrische problematiek, licht verstandelijke beperkingen en een slechte lichamelijke gezondheid. De professionals die wij spraken, gaven zonder uitzondering aan dat de dak- en thuisloze jongeren die zich bij hen melden, vaak een veelheid aan problemen hebben. Dit blijkt ook uit onze gesprekken met de ervaringsdeskundigen.

Voor jongeren die nog niet dak- en thuisloos zijn, is de inzet van de gemeente gericht op het voorkomen van het verlies van woonruimte en herstel van de relaties binnen het eigen netwerk.

Van de jongeren die al dak- of thuisloos zijn, is de een beter dan de ander in staat om (tijdelijk) onderdak te vinden bij vrienden of familie. De gemeente probeert dan in eerste instantie het netwerk te versterken en aan te sluiten bij de eigen mogelijkheden om problemen op te lossen.

Voor niet-zelfredzame jongeren moet met grotere spoed worden gezocht naar woonruimte. Door de coronacrisis raakt het netwerk van jongeren sneller uitgeput. Dit vergroot het risico om dak- en thuisloos te raken.