Overslaan en naar de inhoud gaan

Bijstandsvorderingen: omvang, aantal en aflossing

Laatste update: 16 januari 2019

8 Aflossing van nieuwe vorderingen

In het hoofdstuk ‘Aflossingen’, keken we naar alle aflossingen die gemeenten in 2017 hebben ontvangen. In dit hoofdstuk hanteren we een andere bril; we kiezen een jaartal (2013) en volgen vanaf dat jaar in hoeverre de nieuw ontstane vorderingen sinds die tijd zijn afgelost. Dit biedt de mogelijkheid om alleen te kijken naar recente vorderingen omdat de praktijk leert dat op oudere vorderingen lastig te innen zijn. We krijgen daardoor een ander beeld van de invordering. Een beeld dat meer recht doet aan vorderingen die worden afbetaald en die daardoor uit het vorderingenbestand verdwijnen.

We gebruiken de gegevens van een analyse op Divosa Benchmarkgegevens over vorderingen die in de periode 2013-2015 zijn ontstaan.

59% van de nieuw ontstane vorderingen afbetaald

59% van het totaalbedrag aan nieuwe vorderingen dat in de periode 2013-2015 is opgeboekt, is eind december 2015 afbetaald
3% is afgeboekt
38% van de nieuw ontstane vorderingen staan nog open om afgelost te worden

Kijken we naar het opgeboekte bedrag, dan ziet dat beeld er anders uit. 29% van de vorderingen is afbetaald. 1% is afgeboekt. 70% staat nog open om afgeboekt te worden. Het zijn dus vooral de kleinere vorderingen die zijn afbetaald.

Onderstaande grafiek brengt alleen de aflossing van nieuw ontstane vorderingen in beeld. Voor alle openstaande vorderingen (dus ook vorderingen die voor 2013 zijn ontstaan) is het beeld ongunstiger omdat moeilijk inbare vorderingen zich ophopen in het vorderingenbestand en er een stuwmeer van oninbare vorderingen ontstaat.

Lagere vorderingen vaker afgelost

Soorten vorderingen die goed worden afgelost, zijn over het algemeen lager dan gemiddeld:

  • Onverschuldigde betalingen blijken makkelijk te innen; 70% van de nieuw ontstane vorderingen in de periode 2013-2015 is eind 2015 al afgelost.
  • Ook de posten ‘boete zonder benadelingsbedrag’, ‘rente en incassokosten’ en ‘overig’ blijken vaker dan gemiddeld afgelost te zijn.

Geen invordering bij de helft van de lopende vorderingen

  • Op ongeveer de helft van de vorderingen die in de periode 2013-2015 zijn ontstaan, vindt eind 2015 geen invordering plaats.

Vorderingen kunnen bevroren worden omdat een debiteur op een andere vordering aflost, er niet voldoende financiële ruimte is om af te lossen (bijvoorbeeld bij een opeenstapeling van schulden) of als de debiteur onvindbaar is. Een schuld kan ook tijdelijk buiten invordering worden gesteld vanwege de aard van de vordering. Krediethypotheken worden pas afgelost als de debiteur weer een inkomen heeft of de overwaarde van het huis heeft kunnen verzilveren.

Vorderingen ontstaan door het overtreden van de inlichtingenplicht het minst vaak afbetaald

  • Vorderingen die in de periode 2013-2015 zijn ontstaan door het overtreden van de inlichtingenplicht, zijn eind 2015 het minst vaak afbetaald. Tussen de 20 en de 40% van de vorderingen is afgelost. Totaal over alle vorderingen is dat 60%.
  • Vooral de vorderingen die zijn ontstaan als gevolg van het verzwijgen van zwarte inkomsten staan eind 2015 nog vaak open. Een kleine 20% is afbetaald.

Voor vorderingen vanwege het overtreden van de inlichtingenplicht geldt dat zij sinds 2013 ook altijd gepaard gaan met een boetevordering. Eén onrechtmatig uitbetaalde uitkering leidt daarom automatisch tot twee vorderingen. Als een debiteur op beide een beetje afbetaalt of eerst de ene vordering afbetaalt en daarna de andere, dan heeft dat invloed op het aantal afbetaalde vorderingen.

Leningen en krediethypotheken staan langdurig open

Krediethypotheken en leningen die in de periode 2013-2015 zijn ontstaan, staan eind 2015 nog relatief vaak open. Bij leningen is een kwart afgelost. Bij krediethypotheken is dit minder dan 20%.

Bij krediethypotheken heeft dit vooral te maken met de aard van de vordering. Die vordering wordt meestal in één klap afgelost als de woning is verkocht of staat langdurig open als iemand weer inkomsten heeft en de krediethypotheek stukje bij beetje weer moet afbetalen. Dat verklaart ook waarom een relatief groot deel de status ‘tijdelijk buiten invordering’ heeft. Bij leningen is de oorzaak waarschijnlijk gelegen in de omvang van het bedrag; dat gemiddeld genomen hoog is.

Verhaal van alimentatie moeizaam

  • 28% van de verhaalvorderingen ontstaan in 2013-2015 is eind 2015 afbetaald.
  • Een meer dan gemiddeld percentage van 9 à 10% is afgeboekt.

Omdat gemeenten alleen verhaalvorderingen opboeken op het moment dat exen niet aan hun alimentatieverplichtingen voldoen, kan dit de moeizame inning verklaren. Het duurt vaak lang voordat gerechtelijke procedures zijn doorlopen en de opgeboekte vordering ook daadwerkelijk geïnd kan worden.

Een stuwmeer van oninbare vorderingen

Omdat ‘moeilijke’ vorderingen open blijven staan en ‘makkelijke’ uit het bestand verdwijnen, neemt het percentage actieve aflossingen op een vorderingenbestand in de loop van de jaren af:

  • In 2013 werd gemiddeld op 35% van de vorderingen afgelost die in datzelfde jaar waren ontstaan
  • In 2015 werd op 30% van de vorderingen afgelost die in de periode 2013-2015 waren ontstaan

Per type vordering kan dit beeld verschillen. Leningen, krediethypotheken, verhaalvorderingen voor kinderalimentatie en onverschuldigde betalingen worden beter afgelost naarmate de tijd verstrijkt. Voor leningen en krediethypotheken heeft dat te maken met de aard van de vordering (een lening). Voor de verhaalvorderingen en de onverschuldigde betalingen is een verklaring niet makkelijk te vinden.