Overslaan en naar de inhoud gaan

Bijstandsvorderingen: omvang, aantal en aflossing

Laatste update: 16 januari 2019

Voorwoord

Elke maand betalen gemeenten meer dan driehonderdduizend uitkeringen. Daar wordt weleens te veel uitgekeerd of verrekend. En zo ontstaat er een vordering. En dan zijn er nog de betalingen voor bijzondere bijstand en de leningen. Bijvoorbeeld aan ondernemers in financiële nood. Ook die vormen een groot deel van de vorderingen die gemeenten hebben uitstaan.

Het is behoorlijk wat werk om dat geld weer te innen. En ook niet zo leuk. Want wat een vordering is voor de gemeente, is een schuld voor een persoon. En die persoon zit op het minimum, heeft vaak nog andere schulden en ontbreekt het regelmatig aan de evenwichtskunst om rond te komen van een laag inkomen met het bijbehorend moeras van toeslagen en verrekeningen.

De gemeente heeft dus een grote verantwoordelijkheid om mensen niet nog verder in de financiële problemen te duwen. Ze hebben inmiddels goede ervaringen met het leggen van persoonlijk contact met schuldenaren om afspraken te maken over wat er wél betaald kan worden. En er wordt geëxperimenteerd met brieven die mensen met een schuld door hun taalgebruik aansporen om contact op te nemen met de gemeente zodat de schuld niet blijft dooretteren. Ook zijn er gemeenten die een deel van de schuld kwijtschelden als iemand weer aan het werk is gegaan of jarenlang trouw heeft betaald. De gemeente heeft beleidsvrijheid om dergelijke maatregelen te nemen zolang ze binnen de wettelijke kaders vallen.

Wel kunnen gemeenten nog kritisch kijken naar de redenen waarom de vorderingen in hun gemeente ontstaan. Uit deze factsheet blijkt dat de meeste vorderingen ontstaan doordat de administratie niet snel genoeg is bijgewerkt. Dan heeft een bijstandsgerechtigde bijvoorbeeld doorgegeven dat de uitkering niet meer nodig is, maar blijft de gemeente de uitkering overmaken omdat die melding intern niet tijdig is verwerkt. Een deel van de fraudevorderingen is bovendien te voorkomen door duidelijke communicatie én regelmatig klantcontact

Gemeenten zouden kunnen onderzoeken of dit in de eigen organisatie ook speelt en daarop actie kunnen ondernemen. Een vordering die niet ontstaat, hoeft immers ook niet terugbetaald te worden. Daar is iedereen bij gebaat.

Erik Dannenberg,
voorzitter Divosa