Overslaan en naar de inhoud gaan

Bijstandsvorderingen: omvang, aantal en aflossing

Laatste update: 16 januari 2019

7 Debiteuren

Bij wie ontstaan vorderingen? We kijken naar geslacht en leeftijd. Deze gegevens worden niet gepubliceerd door CBS. We gebruiken daarom gegevens van een analyse op Divosa Benchmarkgegevens over vorderingen die in de periode 2013-2015 zijn ontstaan. Dat is de ‘instroom’ van vorderingen. Dat is een andere manier van kijken dan op een peildatum te kijken naar de samenstelling van een debiteurenbestand.

Relatief veel vorderingen ontstaan bij mannen

Mannen zijn oververtegenwoordigd bij de debiteuren. 57% van de nieuwe vorderingen die in de periode 2013-2015 zijn ontstaan, staan uit bij mannen, terwijl zij eind 2015 44% van het bijstandsbestand vertegenwoordigen.

Een oververtegenwoordiging van mannen is niet makkelijk te verklaren. Mogelijk komt het omdat mannen sneller de bijstand uitstromen omdat zij vaker fulltime willen werken. Dat betekent dat zij vaker te maken hebben met een administratieve wisseling zoals het stopzetten van een uitkering. Tegelijkertijd werken mannen in de bijstand minder vaak parttime naast de bijstand, waardoor zij minder te maken krijgen met verrekeningen (1).

Vorderingen verhaal (alimentatie) zullen over het algemeen op naam van mannen staan, maar het aantal vorderingen verhaal is relatief gezien erg klein en kan het verschil niet verklaren.

Relatief veel vorderingen ontstaan bij 35-minners

Relatief veel vorderingen die in de periode 2013-2015 zijn ontstaan, staan uit onder 35-minners. Dit is mogelijk te verklaren doordat er juist bij deze leeftijdscategorie veel verandering optreedt in de uitkeringssituatie. Zij hebben vaak meer kans op werk en hebben daarom te maken met meer administratieve wisselingen zoals een uitkering stopzetten of het verrekenen van inkomsten. Juist in deze categorie kunnen daardoor onverschuldigde betalingen ontstaan of vorderingen door het verzwijgen van zwarte of witte inkomsten. In de leeftijdscategorie 55-65 ontstaan juist relatief weinig vorderingen.

Het gaat in deze gegevens om nieuwe vorderingen die in de periode 2013-2015 zijn ontstaan. Dat betekent dat de gegevens niet vertekend zijn door oude vorderingen die al jaren open staan waardoor het debiteurenbestand per definitie vergrijst.

Voetnoten

  1. Zie de Divosa-factsheet ‘Parttime werken in de bijstand’ (pdf, 447 kB)