Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Benchmark Werk & Inkomen • Jaarrapportage 2021

Laatste update:

Voorwoord: We moeten minder naar leeftijd kijken, en meer naar competenties

Minder mensen in de bijstand, dat is het goede nieuws dat de Divosa Benchmark Werk & Inkomen 2021 brengt. Lieten de cijfers over 2020 door de coronacrisis nog een stijgende lijn zien, eind december 2021 was het aantal mensen met een bijstandsuitkering 2,4% lager dan eind 2020. Dat is lager dan de bijstandscijfers van eind 2019, van voor de coronapandemie dus.

Ondanks alle lockdowns zijn we veerkrachtig gebleken, er is sprake van een fors economisch herstel. De instroom lag afgelopen jaar 6 procentpunt lager dan in 2020. Aan de andere kant vonden ook meer mensen in de bijstand een baan. Het aandeel mensen dat uitstroomt naar werk was sinds 2014 niet zo hoog als vorig jaar.

Ravage in koopkracht

De realiteit is nu, voorjaar 2022, weer heel anders. De inflatie brengt – mede door de hoge energieprijzen – een ravage aan in de koopkracht van mensen. En dat treft vooral de lage en middeninkomens. Het consumentenvertrouwen heeft een dieptepunt bereikt, mede door de oorlog in Oekraïne. En we weten allemaal wat dat betekent: mensen gaan op hun geld zitten. Zo creëren we als we niet uitkijken zelf onze volgende economische recessie. 

Tegelijk is er een structurele vraag op de arbeidsmarkt: elke dag gaan er meer mensen met pensioen dan er van school komen. En dat biedt kansen voor mensen die langer in de bijstand zitten. Toch blijft de gemiddelde verblijfsduur van mensen in de bijstand toenemen, blijkt uit de benchmarkcijfers.

Vooral het aandeel van mensen in de bijstand van 45 jaar en ouder blijft gestaag groter worden. Zeker, die groep weegt zwaarder mee in cijfers naarmate het bijstandsvolume lager is. Maar het laat ook zien waar de kansen en uitdagingen voor gemeenten en hun inwoners zitten. 

Onbenut en ongekend talent

We kennen in Nederland veel onbenut en ongekend talent. Ik vind dat we in onze samenleving minder naar leeftijd moeten kijken, en meer naar competenties. Mensen zijn meer dan een gat op hun cv. Wat heeft iemand gedaan toen hij of zij niet werkte? En welke competenties zijn daarbij verworven? 

Zo weten we dat mensen die na een burn-out of faillissement weer aan de slag gaan, vaak sterker zijn dan ooit. Of misschien heeft iemand voor een ziek kind of zieke ouder gezorgd, en kent deze alle ins en outs van het zorgsysteem. Hoe waardevol is dat? 

Eén ding staat vast: we zullen met z’n allen ongelofelijk creatief moeten zijn. De arbeidsmarkt heeft geweldig veel mensen nodig in de zorg, techniek, kinderopvang, en ga zo maar door. Begin 2022 waren er ruim 300.000 onvervulde vacatures en stonden ruim een miljoen mensen aan de kant van de arbeidsmarkt. We kunnen het ons eenvoudigweg niet veroorloven om zoveel mensen aan de kant te laten staan. 

Open vizier

Tot mijn vreugde zie ik dat zowel publieke dienstverleners als werkgevers steeds meer met open vizier naar mensen kijken. Dat laten ook ontwikkelingen zien als open hiring, waarbij er minder nadruk ligt op diploma’s en meer op competenties. Ook het feit dat werkgevers steeds vaker met loonkostensubsidies werken, zoals blijkt uit de benchmark, stemt mij hoopvol. 

Loonkostensubsidie is een mooi instrument dat mensen helpt die nog op ‘de oprijstrook van de snelweg’ rijden om aan de slag te gaan in een gewone baan. Ze verdienen gewoon hun geld, terwijl werkgevers gecompenseerd worden voor ‘het productieverlies’. Ook sw-bedrijven groeien meer en meer uit tot mensontwikkelbedrijven, waar mensen na verloop van tijd bij reguliere werkgevers aan de slag gaan.

Het is mooi om te zien dat die menselijke richting merkbaar en zichtbaar wordt in de benchmarkcijfers. Tijdens bijeenkomsten zien we dat buurgemeenten en regiogemeenten veel van elkaar leren door hun cijfers en aanpakken te vergelijken. ‘Benchlearnen’ is daarvoor een prachtige term. Het is geen competitie, maar waardevol dat gemeenten zichzelf blijven ontwikkelen door van elkaar te leren hoe ze hun inwoners zo goed mogelijk kunnen helpen.

Erik Dannenberg,
Voorzitter Divosa