Overslaan en naar de inhoud gaan

Kwaliteit van taal in de inburgering

Laatste update: 30 oktober 2024

8. Alfabetisering

8.2 Hoe lang duurt alfabetiseren en wat werkt?

In 2009 werden de resultaten van een grootschalig onderzoek naar de leerlast en succesfactoren bij Alfabetisering NT2 gepubliceerd. Daaruit bleek dat er zeer grote onderlinge verschillen zijn tussen hoe lang anderstalige volwassenen erover doen om te leren lezen en schrijven. Het is daardoor lastig aan te geven hoe lang een inburgeraar er gemiddeld over doet om helemaal te alfabetiseren en niveau Alfa C te behalen. Bij de onderzochte doelgroep deelnemers (oudkomers) werd duidelijk dat dit traject voor hen vaak lang duurde. Na ongeveer 800 tot 900 uur was slechts 10% tot 15% van de onderzochte deelnemers helemaal gealfabetiseerd en hadden ze niveau Alfa C behaald.

Mogelijk zal het onderzoek andere resultaten opleveren als het herhaald zou worden onder de huidige doelgroep van inburgeraars. De doelgroep is immers sterk veranderd van samenstelling. Bovendien kan er nu veel meer op de computer geoefend worden. Werken op de computer was immers destijds al een van de succesfactoren.

Uit het onderzoek kwamen onder meer de volgende succesfactoren naar voren:

  • De inburgeraar kan ook op de computer oefenen met lezen en schrijven
  • De inburgeraar werkt met een portfolio, samen met de docent
  • De inburgeraar heeft contact met Nederlandssprekenden
  • De docent zet waar nodig moedertalen in, bijvoorbeeld bij het geven van instructies
  • Er is contact met Nederlanders
  • De inburgeraar kan ook individueel werken en krijgt niet alleen klassikaal les
  • De inburgeraar maakt huiswerk, is aanwezig in de lessen en komt op tijd.

Verschillende deelnemersprofielen

Het is aan te raden in te kopen bij professionele en goed-gekwalificeerde aanbieders, die inzicht hebben in de diversiteit van de doelgroep en die voor elke doelgroep een passend en uitdagend traject kunnen bieden.
In hoofdstuk 8.4 worden concrete punten genoemd waarop gelet kan worden bij het selecteren op inhoudelijke kwaliteit en een gedifferentieerd aanbod. Kenmerkend aan Alfa NT2-onderwijs is namelijk dat er sterk verschillende deelnemersprofielen zijn, die elk met een zo passend mogelijk traject bediend moeten worden.

Aanbevolen wordt uit te gaan van individuele inburgeraars en rekening te houden met deelnemersprofielen, zoals:

  • De analfabete deelnemer die geen kans heeft gehad naar school te gaan, maar niettemin al snel laat blijken graag en zonder veel moeite veel te leren.
  • De (vaak wat oudere) deelnemer met geen of weinig scholing van wie na een tijd blijkt dat (schools) taalleren en alfabetiseren moeizaam zal gaan of veel tijd gaat vragen.
  • De ‘gemiddelde’ leerder die na 800 uur misschien niveau Alfa C net niet haalt, maar dat in een vervolgcursus wel zou kunnen halen.
  • De anders-alfabete deelnemer die prima kan lezen en schrijven in de eerste taal, maar zich nog wel het Latijnse schrift eigen moet maken.
  • De semi-alfabete deelnemer die ook in zijn eigen taal moeizaam leest en schrijft en weinig ervaring op heeft kunnen doen met gebruik van geschreven taal.
  • De deelnemer met zoveel stress en trauma’s dat het mentale welzijn eerst veel zorg moet krijgen, voordat er weer ruimte ontstaat in het hoofd om te leren.
  • De deelnemer van wie na verloop van tijd blijkt dat hij of zij te maken heeft met ernstige leer- of leesproblemen.

Aandacht voor alle vaardigheden

Naast mondeling Nederlands is ook alfabetisering, het leren lezen en schrijven, een cruciaal en noodzakelijk onderdeel van inburgering in Nederland. Participeren in onze hooggeletterde en inmiddels zeer digitale kenniseconomie kan niet zonder geletterde vaardigheden. Voor bijna elk beroep in Nederland moet je kunnen lezen en schrijven en de meeste communicatie met overheden moet digitaal. Nieuwkomers kunnen pas volwaardig meedoen als zij in de Z-route de basis van het lezen en schrijven hebben.

Portfolio

Uit onderzoek  blijkt dat de inzet van een portfolio bij Alfa NT2 een van de bewezen succesfactoren is voor alfabetisering. Inburgeraars en docenten kunnen het portfolio op vele manieren inzetten - ook als voorbereiding en als concretisering van het PIP. De inburgeraar houdt samen met de docent de vorderingen bij, brengt participatie-activiteiten in kaart en verzamelt bewijzen voor de vooruitgang. Dat is belangrijk voor toename van zelfredzaamheid en autonomie en om eigenaar te worden van zijn/haar eigen PIP en leerproces. Ook in hoofdstuk 4 Motivatie en aansluiten op de leerbehoefte en hoofdstuk 7 Maatwerk en differentiatie wordt aangeraden om te sturen op de inzet van portfoliomethodiek.

Een zorgvuldige intake

Een zorgvuldige intake bij inburgeraars met een Alfa NT2-profiel is erg belangrijk. Allerlei onderzoek duidt erop dat hoge verwachtingen en een ambitieus programma leiden tot goede prestaties. Wordt de inburgeraar echter te laag ingeschat, dan zijn de prestaties ook vaak onder de maat. Het kan echter lastig zijn van tevoren in te schatten hoe succesvol Alfa NT2-inburgeraars zullen zijn in hun inburgeringstraject. Ze zijn immers nog niet eerder naar school geweest en moeten schoolse en cognitieve vaardigheden nog ontwikkelen. Deze vaardigheden komen juist tegelijkertijd met alfabetisering tot ontwikkeling.

Onderdeel van de brede intake is de leerbaarheidstoets. Komt uit die toets naar voren dat de inburgeraar binnen de gestelde termijn niveau B1 kan halen, dan is dat uiteraard goed nieuws. Omdat dit het taalniveau is waarmee iemand uiteindelijk zelfstandig kan meedoen in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Als niveau B1 niet haalbaar lijkt, dan is het goed om meer informatie te gebruiken bij het kiezen van een route. Bij inburgeraars met een Alfa NT2-profiel kan ook de volgende situatie van toepassing zijn: 

  • De inburgeraar had ten tijde van de toets nog weinig schoolse en cognitieve vaardigheden ontwikkeld, maar gaat dit nog ontwikkelen tijdens zijn traject, zodat A2 of B1 toch behaald kan worden.
  • De inburgeraar had ten tijde van de toets veel stress, waardoor hij op dat moment niet kon laten zien wat zijn potentie is.
  • De inburgeraar had ten tijde van de toets nog weinig schoolse en cognitieve vaardigheden ontwikkeld, en dat lukt ook later in het traject ook niet, waardoor hij op een andere, meer praktische manier moet gaan leren.

De uitkomst van de leerbaarheidstoets kan dan worden aangevuld met informatie als: hoe gemotiveerd is iemand, hoe geconcentreerd, heeft iemand doorzettingsvermogen, hoe snel pikt iemand instructie op, enzovoort. Dit soort informatie kan bijvoorbeeld verkregen worden door gestructureerde lesobservaties en gesprekken met de inburgeraar, indien mogelijk al in de periode van de brede intake voordat het PIP wordt opgesteld.

Praktijkgericht taalleren

Om de taal zo goed en snel mogelijk te leren, is het belangrijk dat gemeenten de leerroutes duaal organiseren zodat alle inburgeraars een inburgeringstraject volgen waarin taalonderwijs en participatie (taalcontact en toepassing van taalles) elkaar versterken. Voor snelle leerders draagt dit bij aan het bereiken van een  hoog mogelijk taalniveau en snelle integratie in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Voor analfabeten, semi-alfabeten en anders-alfabeten geldt dat participatie een belangrijke basis vormt voor het leren van de taal. Een praktische setting biedt houvast en het startpunt voor het leren van de taal die mensen nodig hebben om mee te doen in het dagelijks leven. Hoofdstuk 2 biedt inzicht op welke manier gemeenten de verbinding tussen taal en participatie kunnen borgen bij de inkoop van de leerroutes inburgering en een impuls kunnen geven in de uitvoering samen met aanbieders van taal en participatie.

Inhoud