Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking Participatieverklaringstraject (PVT)

Laatste update:

3 Algemene aandachtspunten

In dit hoofdstuk bespreken we enkele algemene aandachtspunten wat betreft de uitvoering van het PVT. Waar moeten gemeenten rekening mee houden bij het aanbieden van het PVT? Dit hoofdstuk is ook zelfstandig te lezen.

Bied de cursus niet te vroeg aan

Als het doel van de cursus is dat nieuwkomers niet alleen kennisnemen van (de Nederlandse) waarden, maar ook daarop gaan reflecteren en deze waarden beter gaan begrijpen, dan wordt afgeraden om de cursus vlak na definitieve huisvesting in de gemeente aan te bieden.

De eerste maanden na huisvesting komt er veel op inburgeraars af: ze moeten hun huis inrichten, gezinsmigranten moeten op zoek naar een inburgeringscursus, en ze moeten hun eigen buurt nog leren kennen. Pas als ze hun eerste draai hebben gevonden ontstaat er een moment waarop stilgestaan kan worden bij het leven in Nederland en hoe het met ze gaat. Dan kan ook dieper worden ingegaan op de Nederlandse waarden en normen.

Er zijn echter ook gemeenten die ervoor pleiten om zo vroeg mogelijk te starten met het PVT. Een van de redenen hiervoor is de wens om de inburgeraar zo snel mogelijk te laten participeren in de samenleving.

Geef de cursus in de eigen taal of met een tolk of eigen taalondersteuner

Dat waardenoverdracht bij voorkeur in de eigen taal of met behulp van een tolk of taalondersteuner kan plaatsvinden, is wellicht niet verrassend. In een vreemde taal gaat er veel diepgang verloren omdat het niet mogelijk is om begrippen te verhelderen en met elkaar in discussie te treden. Mocht de enige mogelijkheid zijn de cursus geheel in het Nederlands aan te bieden, dan wordt benadrukt dat nieuwkomers wat meer kennis van het Nederlands moeten hebben en dat er voldoende begeleiding is om deelnemers te ondersteunen.

Kenmerken van de trainers

Het is essentieel dat de trainer bekend is met zowel de Nederlandse cultuur als (interesse heeft in) de herkomstcultuur van de nieuwkomers. Dit is belangrijk om expliciet een vergelijking te kunnen maken tussen de cultuur van herkomst en de Nederlandse cultuur. Van daaruit kunnen deelnemers komen tot meer kennis en begrip voor de Nederlandse kernwaarden. Ook moet de trainer over voldoende interculturele sensitiviteit beschikken om de dialoog goed te kunnen begeleiden.

Zorg voor een veilige sfeer

Voortbordurend op het vorige punt is het belangrijk een veilige sfeer te creëren tijdens de bijeenkomsten. De trainer dient deelnemers uit hun schulp te halen zodat iedereen een bijdrage kan leveren, de sfeer goed blijft en vertrouwen wordt opgebouwd. Alles zodat de deelnemers het beste uit zichzelf kunnen halen en met elkaar in gesprek gaan.

Het gaat erom dat groep zich prettig genoeg voelt om vrijuit te praten. Sommige inburgeraars zijn streng religieus, de kunst is om dat prettig bespreekbaar te maken. Mensen op het gemak stellen is dus essentieel. De menselijke maatstaf is het belangrijkste, dan kan je het programma wel mooi uitgeschreven hebben, maar de menselijkheid zou centraal moeten staan.

- Medewerker gemeente

Samen eten zorgt voor een veilige sfeer:

Als je bij mensen aan tafel zit kan je je niet anders voordoen dan je bent. Als daar ruimte voor is dan zou ik het zeker aanbevelen om op die manier een vertrouwensband te creëren. Je komt meer op één lijn te staan en dat geeft vertrouwen. Zo zorgen we voor het aangaan van een verbinding.

- Medewerker gemeente 

Ook het inzetten van inburgeraars die het PVT al hebben doorlopen, kan bijdragen aan een veilige en laagdrempelige sfeer. Geef de oud-deelnemers de ruimte om hun eigen (PVT-)ervaringen te delen. Oud-deelnemers kunnen ook ingezet worden om aspirant-deelnemers te motiveren naar bijeenkomsten te komen. Daarnaast kan het als prettig worden ervaren dat inburgeraars zichzelf in de oud-deelnemers herkennen. 

Herhaal regelmatig de kernwaarden

Het herhalen van de kernwaarden is essentieel voor het beklijven van de informatie.

Herhaling is echt de sleutel, want er komt zoveel op die mensen af. Dus we zijn constant aan het herhalen. Vrijheid is nog de makkelijkste, maar als we het over solidariteit hebben, dan is dat lastig. In al die bijeenkomsten komen die dingen steeds terug en het helpt om heel veel concrete voorbeelden te noemen, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en je buurvrouw helpen met boodschappen doen.

- Medewerker gemeente

Sluit aan bij de dagelijkse praktijk van inburgeraars

De bespreking van de kernwaarden hoort aan te sluiten bij de dagelijkse praktijk van inburgeraars. Dat kan door gebruik te maken van actuele thema’s die afgeleid zijn van de kernwaarden. Voorbeelden hiervan zijn zwemdiploma’s, de soorten onderwijs voor kinderen, tuinhekjes, een verjaardag van de buurvrouw, bezoek aan een ziekenhuis (waar mannen en vrouwen bij elkaar op een zaal liggen) of een afspraak bij de huisarts. Het onderwerp geluidsoverlast kan bijvoorbeeld gekoppeld worden aan persoonlijke ruimte en elkaar de ruimte geven. Op deze manier wordt het concept ‘vrijheid’ concreet gemaakt.

Maak onderwerpen als racisme en (onbewuste) discriminatie ook bespreekbaar, bijvoorbeeld door het delen van een ervaringsverhaal van een trainer of oud-deelnemer. Bespreek welke rechten deelnemers hebben en waar ze vervolgens een melding kunnen doen mochten zijzelf in een soortgelijke situatie terechtkomen. Wanneer de kernwaarden gekoppeld worden aan zaken uit het dagelijkse leven, krijgen de waarden betekenis en gaan ze van een abstract niveau naar iets concreets. Hierdoor blijven de kernwaarden beter ‘hangen’. 

Je moet jezelf afvragen: als ik nu naar een ander land zou verhuizen, wat zou ik dan willen weten? Dan gaat het toch om zaken direct om je heen.

- Medewerker gemeente

Hierbij is het beeldend vertellen ook belangrijk.

Een voorbeeld met betrekking tot solidariteit: ‘Nederland ligt onder zeeniveau. Als we geen belasting zouden betalen, hebben we geen geld voor dijken en zouden we allemaal verdrinken.’

Pas het programma aan op de behoeftes van deelnemers

Volgens gemeenten is het belangrijk om goed naar de groep inburgeraars te kijken en met ze te praten, zodat het programma eventueel aangepast kan worden op hun wensen en behoeftes.

Eigenlijk moet je niet kijken naar hoeveel uur ergens voor staat, maar naar: wat hebben deze mensen eigenlijk nodig en dan heb je vaak niet voldoende aan de verplichte uren. Zet in wat er nodig is en niet wat er wettelijk verplicht is.

- Medewerker gemeente

Hieronder valt ook de mogelijkheid om het programma tussentijds te kunnen wijzigen op basis van de behoeftes van de deelnemers. Het kan zinvol zijn om hierover met de deelnemers in gesprek te gaan. Vraag actief aan deelnemers met welke informatie zij geholpen zijn. Dit zijn niet altijd thema’s die al voorkomen in het programma, maar die mogelijk wel behandeld kunnen worden. Een voorbeeld hiervan:

Bij het werkbedrijf hadden zij bijvoorbeeld een PowerPoint en ik zei ‘oh, alsjeblieft niet’. Help ze in groepjes om een CV te maken. Praat met ze, ga naast ze zitten. Daar heb je zelf ook veel meer aan, in plaats van ‘dit moeten we doen volgens het boekje’.

- Medewerker gemeente

Houd rekening met kenmerken van nieuwkomers

De groep nieuwkomers is een diverse groep. Het is belangrijk om de werkvormen goed aan te laten sluiten op verschillende groepen. Een relevant onderscheid is dat naar opleidingsniveau en herkomstland.

Hoog- versus laagopgeleiden

Hoogopgeleide nieuwkomers zijn, in vergelijking met hun laagopgeleide medecursisten, in staat sneller de stof te begrijpen en makkelijker de koppeling tussen een bezoek en een kernwaarde te maken. Lager opgeleiden hebben hier meer moeite mee. Voor hen is een intensiever traject, nog meer dan voor hoogopgeleiden, een voorwaarde voor kennisoverdracht en voor een dieper begrip van de kernwaarden.

Herkomstland

De afstand tot de Nederlandse cultuur is van invloed op de manier waarop kennisoverdracht over Nederlandse waarden het beste gedaan kan worden. Eritreeërs en Syriërs, momenteel de grootste groepen nieuwe asielmigranten in Nederland, verschillen wat betreft hun culturele afstand tot Nederland aanzienlijk van elkaar.

Eritreeërs hebben naar eigen zeggen meer ‘moeite’ om aan de Nederlandse waarden te wennen dan Syriërs, met name als het gaat om vrijheid van religie en seksuele voorkeur. De Eritrese cultuur kenmerkt zich als zeer collectivistisch, met duidelijke machtsverhoudingen waarin directe confrontaties met anderen wordt vermeden en waarin sterke genderrollen zijn. Eritreeërs zijn opgegroeid in een militair regime, hebben zelden geleerd een eigen mening te vormen, en kennen geen democratie, verkiezingen of vrijheid van meningsuiting en godsdienst. (1) Daarom hebben Eritreeërs over het algemeen meer ondersteuning nodig om te begrijpen hoe Nederland werkt. Het lesprogramma moet voor deze groep zodoende meer bij de basis beginnen, en vaak zal er ook meer tijd nodig zijn voor waardenoverdracht.

Ten slotte

Elke gemeente heeft de vrijheid om het PVT in te richten naar eigen behoefte. Toch kan er veel inspiratie opgehaald worden uit de wijze waarop andere gemeenten het PVT vormgeven en kernwaarden naar de praktijk vertalen. De laatste aanbeveling is dan ook om meer gebruik te maken van de kennis en de ervaring van andere gemeenten. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van themabijeenkomsten, werkbezoeken of via het forum VNG.

Voetnoten

  1. Deze informatie hebben we gekregen van uitvoeringsorganisaties, en komt overeen met de handreiking voor ondersteuning van Eritrese nieuwkomers bij hun integratie (Kennisplatform Integratie & Samenleving, 2017).