Overslaan en naar de inhoud gaan

Factsheet statushouders en gezinsmigranten: rapportage inburgering, onderwijs, werk en bijstand

Laatste update:

5 Onderwijs – statushouders

5.1 Percentage onderwijsvolgenden daalt

In juni 2022 volgt 11% van de statushouders in de leeftijdscategorie 18-65 jaar onderwijs. Hier is een daling te zien ten opzichte van een jaar geleden. Zo volgde in juni 2021 nog 13,6% van de statushouders in dezelfde leeftijdscategorie onderwijs. Het gaat hierbij om door het Rijk bekostigd onderwijs, zoals een vo-, mbo-, hbo- of universitaire opleiding.

In de leeftijdscategorie 18-33 jaar is het percentage dat onderwijs volgt hoger, namelijk 20,8%. Het is logisch dat mensen in deze leeftijdscategorie vaker onderwijs volgen, omdat zij behoren tot de groep die in aanmerking komt voor studiefinanciering. Toch is ook hier een dalende trend zichtbaar. Zo werd er in juni 2021 door 25% van de statushouders in deze leeftijdscategorie onderwijs gevolgd.

In de vorige publicatie bleek al dat de daling in het percentage onderwijsvolgenden vooral wordt veroorzaakt doordat het aantal onderwijsvolgende statushouders in de oudere cohorten (2014, 2015 en 2016) afneemt. De daling onder deze groepen is groter dan de groei onder de nieuwe cohorten. (1)

Het percentage onderwijsvolgenden is in juni 2022 het hoogst onder statushouders die in 2016, 2017 en 2018 naar Nederland kwamen. De cohorten 2017, 2018 en 2019 laten nog groei zien. In de oudere cohorten begint het percentage onderwijsvolgenden te dalen. Een opleiding is immers tijdelijk en iedereen binnen een jaargroep die dat zou willen, heeft op een gegeven moment onderwijs gevolgd.

Wanneer we kijken naar het percentage onderwijsvolgenden naar verblijfsduur, dan zien we dat in jongere cohorten steeds sneller en door een steeds groter aandeel statushouders een opleiding wordt gevolgd. In cohort 2019 is het percentage onderwijsvolgenden in de eerste helft van het derde verblijfsjaar in Nederland bijvoorbeeld al hoger dan in de cohorten 2017 en 2018. Wel zien we dat de snelheid waarmee men na aankomst in Nederland een opleiding volgt, in cohort 2020 is afgenomen.

Wellicht heeft dit te maken met de coronacrisis, wat het starten met een opleiding heeft bemoeilijkt. Daarnaast is te zien dat het percentage onderwijsvolgende statushouders in alle cohorten afneemt. Een mogelijke verklaring kan liggen in de veranderde dynamiek op de arbeidsmarkt, waarbij men eerder begint met werken in plaats van met het volgen van onderwijs.

In de nieuwe Wet inburgering wordt veel belang gehecht aan onderwijs. De wet heeft voorzien in een onderwijsroute die inburgeraars voorbereidt op het volgen van een opleiding in Nederland. Zij moeten daarvoor binnen anderhalf jaar een taaldiploma halen op B1-niveau. Het doel is dat vooral meer statushouders in het bezit komen van een Nederlands diploma. De inschatting is dat 25% van de inburgeraars met een asielachtergrond de onderwijsroute zal afleggen. Gemeenten zijn daar zelf minder positief over. Zij schatten in dat 18% de onderwijsroute zal volgen.

Verschillen tussen groepen

Uit onderzoek van CBS met cijfers tot oktober 2021 weten we dat Eritreeërs uit het cohort 2014 in de leeftijd 18-22 op dat moment het minst vaak onderwijs volgen (55%). Syriërs (77%), Iraniërs (75%) en Irakezen (73%) tussen de 18-22 bleken juist veel vaker onderwijs te volgen. Afghanen (60%) en de overige nationaliteiten (66%) zaten daar tussenin. Dat betekent dat de samenstelling naar herkomst van de groep statushouders in een gemeente ook invloed zal hebben op het percentage onderwijsvolgenden.

Voetnoten

  1. Hierbij speelt ook mee dat de cohorten uit 2015 en 2016 in absolute aantallen grotere cohorten zijn. De afname is dus niet alleen procentueel groter, het gaat ook nog over een grotere groep. Dit heeft daardoor ook wat meer invloed op het totaalcijfer.

Inhoud