Overslaan en naar de inhoud gaan

Factsheet statushouders en gezinsmigranten: rapportage inburgering, onderwijs, werk en bijstand

Laatste update:

7 Werk – statushouders

7.3 Mannen vaker aan het werk

Hoewel het aandeel werkende statushouders blijft stijgen, is er nog een duidelijk verschil in de arbeidsparticipatie tussen mannen (47%) en vrouwen (17%) zichtbaar. Interessant is dat de relatieve stijging van het aandeel werkende vrouwen de laatste jaren groot is geweest ten opzichte van die van mannen.

Uit onderzoek van het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) blijkt dat er verschillende redenen zijn waarom de arbeidsparticipatie van vrouwelijke statushouders achterblijft bij die van mannen. Ten eerste zien gemeenten dat mannen kansrijker zijn op de arbeidsmarkt; ze zijn vaak al wat langer in Nederland en hebben over het algemeen meer werkervaring in het land van herkomst. Als de man eenmaal aan het werk is en het echtpaar daardoor uit de bijstand komt, verdwijnt ook de vrouw uit beeld bij de gemeente.

Ook traditionele rollenpatronen kunnen een rol spelen bij de keuze om de vooral de man aan het werk te helpen. Uit gesprekken met vrouwelijke statushouders bleek dat zij wel gemotiveerd zijn om te werken, maar dat zij eerst een stabiele situatie voor hun gezin willen creëren voordat zij die stap willen zetten. Ook blijkt dat zij soms meerdere tussenstappen nodig hebben om aan het werk te komen. Hun arbeidstoeleiding is meestal met een uitgebreid traject gericht op de vraag: ‘wat zijn mijn talenten en mogelijkheden?’. Het KIS-rapport bevat verschillende tips voor gemeenten over hoe zij de arbeidstoeleiding van vrouwelijke statushouders kunnen inrichten.

Ook uit de door Regioplan uitgevoerde evaluatie van het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ (subsidieprogramma Instituut Gak) komt als aanbeveling naar voren dat de arbeidsbemiddeling van vrouwen aandacht en een specifieke aanpak verdient.

Inhoud