Overslaan en naar de inhoud gaan

Factsheet statushouders en gezinsmigranten: rapportage inburgering, onderwijs, werk en bijstand

Laatste update:

9 Bijstand – statushouders

9.1 Percentage in de bijstand neemt verder af

Het percentage statushouders in de bijstand is verder afgenomen. In juni 2022 heeft 55,1% van de statushouders een bijstandsuitkering. Dit percentage lag in juni 2021 nog op 58,3%. De daling wordt veroorzaakt door het hogere percentage statushouders dat betaald werk heeft. Statushouders zitten hierdoor minder vaak in de bijstand.

Uit onderzoek van het CBS met cijfers tot juli 2021 weten we dat Irakezen uit het cohort 2014 op dat moment het vaakst een uitkering hebben (50%). Daarna komen Iraniërs en Syriërs met 44 en 45%. Afghanen (37%) en Eritreeërs (38%) en overige groepen (37%) hebben minder vaak een uitkering. Dat betekent dat de opbouw van de groep statushouders in een gemeente ook invloed zal hebben op het percentage uitkeringsgerechtigden in een gemeente. Eerder zagen we al dat het percentage werkenden verschilt onder de verschillende groepen. 

Over het algemeen herkennen gemeenten het beeld dat Eritreeërs makkelijker werk vinden dan Syriërs. Daarvoor zijn verschillende verklaringsrichtingen. Een belangrijke demografische verklaring is dat Eritreeërs over het algemeen jonger zijn dan Syriërs. Vanuit de bijstand is het voor jongere mensen vaak makkelijker om aan het werk te komen. Vanuit de Benchmark horen we van gemeenten ook dat Eritreeërs vaak snel aan de slag willen om geld naar hun familie te kunnen sturen of hun vluchtschulden af te betalen. Geld verdienen staat daarmee voorop en het type werk dat zij doen, is voor deze groep wat minder van belang. Uit de CBS-cijfers over de onderwijsvolgenden (18-22 jaar) blijkt bovendien dat Eritreeërs en Afghanen ook minder vaak onderwijs volgen.

Lees ook

Eritrese statushouders vinden hun weg dankzij hun sleutelpersoon (Divosa Benchmark Statushouders & Inburgering: verhaal achter de cijfers, maart 2023)

Inhoud