Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkwijzer Gespreksvoering

Laatste update: 01 juni 2019

2 Basishouding en gespreksvaardigheden

2.1 De basishouding van de professional

Zelfsturing van een klant kun je bevorderen door echt en empathisch te zijn en de klant te accepteren. We noemen dat de basishouding van de professional.

Empathie

Empathie is het vermogen om je in te leven in een ander, proberen de innerlijke wereld van de ander te begrijpen: hoe voelt het om de ander te zijn? Je verplaatsen in de ander leidt tot begrip. Empathie ontstaat door de goede vragen (open vragen) te stellen en te laten merken dat je de ander begrijpt (reflectief luisteren) of probeert te begrijpen (doorvragen).

Onvoorwaardelijke acceptatie

We hebben allemaal de drang om een oordeel te vellen en iets af te keuren. Maar dat vormt een van de grootste blokkades in de communicatie. Laten merken dat je de ander accepteert, zonder daar iets voor terug te willen, bevordert juist de communicatie.

Als klanten zeggen het niet nodig te vinden om iets terug te doen voor de uitkering, kun je de neiging krijgen om daar je eigen oordeel tegenover te stellen. Maar door klanten te accepteren zoals ze zijn, met hun positieve en negatieve eigenschappen, ontstaat er meer ruimte voor een diepgaand gesprek. Dat betekent trouwens niet dat je al het gedrag toestaat. Je kunt iemand als persoon accepteren en tegelijkertijd duidelijk maken dat zijn gedrag tot gevolg heeft dat hij een sanctie krijgt.

Echtheid

Ruimte voor je eigen gevoelens en gedachten in de relatie met de ander is het derde kenmerk van de basishouding. Dat houdt ook in dat je minder positieve gevoelens van jezelf accepteert, bijvoorbeeld dat je je onveilig voelt bij een klant of je ergert aan een klant. Het heeft ook geen zin om dat soort gevoelens te verbergen, want je gesprekspartner merkt het toch wel aan je non-verbale communicatie. Daarom kun je negatieve gevoelens die de relatie in de weg zitten beter uiten. Gebruik daarvoor de regels van feedback uit hoofdstuk 4.

De basishouding is een voorwaarde voor de gidsende stijl (zie 1.1) die het best werkt om mensen te motiveren. De gidsende stijl vormt de gulden middenweg tussen een sturende en een volgende stijl:

Casus: Weinig spraakzame klant

Als je een vraag stelt krijg je een kort antwoord, of alleen maar ‘ja’ of ‘nee’. Daarna valt het gesprek stil totdat jij weer de volgende vraag stelt. Je hebt het gevoel dat je de antwoorden eruit moet trekken.

Niet doen

Als je meer gaat praten om de stiltes op te vullen, zal de klant nog minder gaan praten. Met gesloten vragen nodig je de klant nog minder uit om te gaan praten.

Wel doen

Door open vragen te stellen en langere stiltes te laten vallen, vergroot je de kans dat een klant gaat praten. Vraag ook of je vragen wel duidelijk zijn.