Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkwijzer Gespreksvoering

Laatste update: 01 juni 2019

Bijlage 3 Drie methodieken voor gespreksvoering

Deze bijlage karakteriseert kort drie methodieken voor gespreksvoering die de autonomie van de gesprekspartner respecteren: geweldloos communiceren, motiverende gespreksvoering en oplossingsgerichte gespreksvoering.

De drie methodieken lijken eenvoudig, maar zijn dat in de praktijk niet. Goede toepassing vergt veel training.

1. Geweldloze Communicatie

Dit communicatiemodel is ontwikkeld door de Amerikaanse klinisch psycholoog Marshall B. Rosenberg, geïnspireerd door Carl Rogers en vredesdenkers als Mahatma Gandhi en Martin Luther King. Geweldloos communiceren gaat uit van vijf elementen om je bewustzijn op te richten in de communicatie: waarneming, gevoelens, behoeften, verzoek en mededogen.

Neem waar zonder te beoordelen (waarnemen)

Een waarneming roept geen kritiek of verzet op, maar een oordeel wel. Een waarneming wordt een beoordeling door een interpretatie of analyse.

Uit hoe je je voelt (gevoelens)

Het is belangrijk onderscheid te maken tussen je eigen gevoelens uiten en je gedachten, beoordelingen of interpretaties weergeven.

Neem verantwoordelijkheid voor je eigen behoeften (behoeften)

Wat anderen zeggen en doen, kan wel de aanleiding maar nooit de oorzaak zijn van onze gevoelens. Oordelen over anderen en interpretaties komen voort uit onze eigen niet-onderkende en onvervulde behoeften.

Maak duidelijk wat je wilt (verzoek)

Door een verzoek te uiten in duidelijke, bevestigende, concrete actietaal maak je duidelijk wat je werkelijk wilt. Maak de ander daarbij duidelijk dat het gaat om een verzoek, niet om een eis. Wees je bewust van het doel van je verzoek. Als het je er alleen maar om te doen is om mensen en hun gedrag te veranderen of je zin te krijgen, is Geweldloze Communicatie geen goed middel.

Geef de ander ruimte (mededogen)

Luister naar anderen vol mededogen. Kom niet meteen met oplossingen of adviezen, maar geef de ander de ruimte om zijn hele verhaal te vertellen. Daarbij is mededogen met jezelf ook belangrijk: als je merkt dat je het niet meer kunt opbrengen om echt te luisteren neem je bijvoorbeeld een time-out.

2. Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering is vooral geschikt bij veranderingsprocessen en voor mensen met weinig motivatie, maar niet bij dwang. Deze methodiek is ontwikkeld in de verslavingszorg door therapeut William Miller, die ontdekte dat het begrip tonen bij probleemdrinkers effectiever was dan confronteren. Hij begeleidde ze zo dat ze zelf de voordelen van afkicken en de nadelen van de verslaving gingen noemen (verandertaal).

Bij motiverende gespreksvoering nemen gesprekstechnieken een centrale plaats in, maar de volgende drie uitgangspunten zijn minstens zo belangrijk:

  1. samenwerking (in plaats van confrontatie)
  2. autonomie (in plaats van autoriteit)
  3. ontlokken (in plaats van opleggen)

Mensen staan ambivalent tegenover veranderingen omdat die voor- en nadelen hebben. Met motiverende gespreksvoering kun je je gesprekspartner stimuleren om zelf de voordelen van een verandering en de nadelen van de huidige situatie te benoemen (verandertaal ontlokken). Motiveren doe je ook op de volgende manieren:

  • Uit empathie. Begrip tonen werkt beter dan confronteren.
  • Versterk het vertrouwen; geef de ander het vertrouwen dat hij kan veranderen.
  • Beweeg mee met weerstand. Weerstand zit niet in de ander, maar ontstaat in de wisselwerking met de professional.
  • Ontwikkel een discrepantie: versterk de kloof tussen de gewenste situatie en het huidige gedrag om de ander te motiveren om te veranderen.

Motiverende gespreksvoering is vooral geschikt bij gedwongen veranderingsprocessen en voor mensen met weinig motivatie.

3. Oplossingsgerichte gespreksvoering

Oplossingsgerichte gespreksvoering is ontwikkeld bij het werken met probleemgezinnen die gedwongen aan hulpverlening deelnemen. De methode is gebaseerd op oplossingsgerichte therapie, een van de weinige methodieken voor mensen bij wie de begeleiding niet vrijblijvend is.

Oplossingsgerichte gespreksvoering helpt om positieve doelen te stellen en uit te vinden wat werkt om die doelen te bereiken. De methode richt zich niet op (de diagnose van) het probleem, maar op de oplossing. Dus wat iemand wel wil en iemands sterke kanten zijn de uitgangspunten voor het gesprek.

Probleemgerichte benadering Oplossingsgerichte benadering
Oorzaken zoeken is belangrijk. Oplossingen ontwerpen is belangrijk.
Het verleden is belangrijk. De toekomst is belangrijk.
De begeleider confronteert en betwijfelt de manier van handelen. De begeleider is nieuwsgierig naar de manier van handelen van de ander.
Er is aandacht voor zwakke kanten. Er is aandacht voor sterke kanten.
Oplossingen moeten door anderen worden aangeleerd. De klant heeft de oplossingen al in zich, ze moeten worden ontdekt en toepasbaar worden gemaakt.
De focus ligt op ongezond. De focus ligt op gezond.

 Bij oplossingsgerichte gespreksvoering stel je vragen als:

  • Wat is de gewenste situatie in de toekomst?
  • Hoe ver bent u al?
  • Wat werkt al? Wat heeft gewerkt in het verleden?
  • Hoe kunt u kleine stapjes nemen naar de gewenste situatie?

Ook schaalvragen zijn oplossingsgerichte vragen.

Oplossingsgerichte gespreksvoering werkt sneller dan een probleemgerichte aanpak omdat je minder tijd kwijt bent aan de diagnose. De methode is geschikt voor lageropgeleiden, maar vraagt wel om duidelijke kaders.