Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkwijzer Dilemma’s bij de inkoop van inburgeringsvoorzieningen voor de Wet inburgering 2021

Laatste update:

2 Hoe weeg je keuzes bij dilemma’s goed af?

Soms verhinderen dilemma’s dat er keuzes gemaakt worden. Onderstaand beoordelingskader (figuur 2) kun je gebruiken voor het toetsen van deze dilemma’s. Het helpt je om een analyse te maken en de argumenten op een rij te zetten. Het biedt de mogelijkheid om een stapje terug te zetten en van een afstand naar het dilemma te kijken, om vanuit die positie een oplossingsstrategie te ontwikkelen.

De dilemma’s die zich voordoen, kunnen doorgaans vanuit vier perspectieven bekeken worden:

  1. het perspectief van de inburgeraar;
  2. het perspectief van het college van B en W of de gemeenteraad;
  3. het bedrijfseconomisch perspectief;
  4. het perspectief van de uitvoering.

De vier blokken in het midden van figuur 2 tonen de verschillende perspectieven van waaruit dilemma’s ontstaan en waarop ze effect hebben. Per blok is het van belang de risico’s en kansen in kaart te brengen (blok rechts) om tot een afgewogen beslissing te komen.

Welk perspectief doorslaggevend is en hoe zwaar de argumenten wegen, hangt sterk af van de lokale context. Aanvullend op de stakeholdersanalyse kan een risico-inschatting gemaakt worden van de impact van de verschillende keuzes.

Figuur 2: Beoordelingskader dilemma’s aan de hand van voorbeeld: bepalen schaalniveau inkoop

Voorbeeld

Dilemma: lokaal, regionaal of bovenregionaal inkopen?

In een gemeente met dertig inburgeraars per jaar speelt de politieke wens om taalvoorzieningen lokaal te organiseren. Argumenten hiervoor zijn: i) nabijheid van de inburgeringsvoorzieningen draagt bij aan lokaal wortelen, ii) er kan goed samengewerkt worden met de lokale welzijnsinstelling en iii) de inburgeraar heeft weinig reistijd.

Deze keuze voor ‘lokaal’ heeft gevolgen voor de betrokken partijen:

  • Voor de inburgeraar: de nabijheid van de inburgeringsvoorzieningen gaat vermoedelijk ten koste van het aantal mogelijkheden om met een leerroute te kunnen starten en geeft wellicht een wachttijd op de start van de leerroute.
  • Voor de bedrijfsvoering van de taalaanbieder: een groepsomvang van circa tien personen is optimaal voor taalaanbieders.
  • Voor de bedrijfsvoering van de gemeente: met kleinere groepen werken kan de kosten opdrijven.

Een van de beleidsuitgangspunten van de gemeente is dat ze maatwerk wil bieden aan inburgeraars. Uitgaande van een verdeling over de leerroutes conform de verwachtingen van het ministerie (60% B1, 25% onderwijs en 15% Z-route) is er met dertig inburgeraars grote onzekerheid of de leerroutes jaarlijks kunnen starten.

Alle argumenten overziend kan de conclusie zijn dat zelfstandig inkopen onvoldoende volume biedt om voor aanbieders een aantrekkelijke partij te zijn, met als gevolg: geen inschrijvingen op de aanbesteding. 

Ook de bedrijfsvoering van de aanbieder is van belang

Een van de risico’s bij inkoop is dat er geen passend of geldig aanbod wordt gedaan. Om dat te voorkomen is het belangrijk proportionele eisen te stellen aan de aanbieders.