Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking briefadressen en het voorkomen van dakloosheid

Laatste update:

3 Proces van aanvraag en besluit

3.6 Heronderzoek en uitschrijven van een briefadres

De opdracht aan gemeenten:

  1. Richt een proces in voor heronderzoek en verlenging, bij uitzonderingssituaties.
  2. Uitschrijven bij onvindbaarheid of vertrek naar buitenland.

1. Heronderzoek

Wanneer er bij de beoordeling van de aanvraag een uitzonderingssituatie is afgesproken, waarbij bijvoorbeeld een briefadres is verstrekt om vergaande persoonlijke consequenties te voorkomen, is aan te bevelen concrete afspraken te maken over de duur van deze uitzondering.

Veel gemeenten hanteren hiervoor een periode van 3 tot 6 maanden. Na die periode kan de inwoner vragen om een verlenging van de uitzonderingssituatie. Dat kan gepaard gaan met een heronderzoek, waarbij de gemeente nagaat of de situatie is gewijzigd.

Tussentijds kunnen er ook andere aanleidingen zijn voor een (her)onderzoek van het briefadres. Zo kan het zijn dat de ontvangen post op een gegeven moment niet meer wordt opgehaald door de burger of dat de gemeente vermoedt dat de burger (inmiddels) toch een woonadres gevonden heeft, maar nog steeds gebruikt maakt van het briefadres. Bij een heronderzoek wordt doorgaans dezelfde informatie uitgevraagd als tijdens de aanvraag (zie paragraaf 3.2).

Verlenging

Steeds vaker blijkt een uitzonderingsperiode van 3 of 6 maanden niet voldoende om te kunnen stabiliseren en woonruimte te vinden. 'Tegenwoordig verstrekken we een briefadres standaard al voor 12 maanden. Normaal gesproken hanteerden we een termijn van 6 maanden, dan lukte het meestal wel om in 6 maanden een huis te vinden. Met deze woningmarkt lukt dat niet meer.'

Een briefadres wordt niet verlengd als de burger een woonadres heeft gevonden of wanneer de inwoner uit beeld is verdwenen: de post is niet opgehaald en er het is niet gelukt contact tot stand te brengen tussen de inwoner en gemeente of hulpverleningsorganisatie. Het gevolg hiervan is dat de burger in de RNI wordt geregistreerd als niet-ingezetene.

2. Registratie Niet-ingezetenen (RNI)

Een inschrijving als niet ingezetene heeft voor inwoners forse consequenties. Een medewerker van de gemeente Den Haag verwoordt dat als volgt: 'Bij het uitschrijven komt de inwoner in de Registratie Niet Ingezetenen (RNI). De zorgverzekeraar merkt dat, dus deze stopt de zorgverzekering. De burger wordt daar niet van op de hoogte gesteld. Regelmatig komt die dan een aantal maanden later aan het loket om een aangifte te doen van hetzelfde adres als waar eerder dan al een adresonderzoek is gedaan. Intussen zijn er al allerlei signalen afgegaan: bij de Belastingdienst, de bank… In die situaties zoeken we persoonlijk contact, om te horen: wat voor situatie speelt hier?'

Gezien de forse persoonlijke consequenties moeten gemeenten terughoudend zijn met het uitschrijven (registreren van vertrek uit Nederland) van inwoners. Wanneer het niet duidelijk is of iemand nog binnen de gemeente verblijft, kan dat een reden zijn om uit te schrijven. Gemeenten zijn immers niet verplicht om iemand tot in lengte van jaren ingeschreven te houden als ingezetene. Wanneer iemand onvindbaar is, er geen aangifte is gedaan én de gemeente gedegen adresonderzoek heeft verricht, kan de gemeente overgaan tot uitschrijving uit de gemeente.

Let op: stel dat deze inwoner zich de volgende dag meldt of diens aanwezigheid op andere wijze bekend wordt bij de gemeente (via partners in het sociaal domein, of via een melding via internet, e-mail of whatsApp), dan volgt dus weer onderzoek en als aan de voorwaarden daartoe is voldaan ook weer inschrijving met een woon- of briefadres