Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking briefadressen en het voorkomen van dakloosheid

Laatste update:

2 Samenwerking met partners

2.5 Regionale samenwerking

We hebben het met z’n allen heel moeilijk gemaakt. Je moet iedereen helpen om zaken te doen met de overheid. Zonder adres kan je niets meer. En als mensen zo afhankelijk zijn van zo’n adres, dan moeten we ook de escaperoutes creëren. Nu is die vraag neergelegd bij individuele gemeenten. Maar dat is te vrijblijvend, gemeenten moeten echt met elkaar afspraken maken. Want er zijn te veel gemeenten die zeggen: zoek het uit.

- Medewerker Sociale Zaken

Het komt regelmatig voor dat een inwoner een briefadres aanvraagt bij de ene gemeente, terwijl de locatie waarop de aanvrager verblijft (of één van de locaties) zich in een andere gemeente bevindt. Bijvoorbeeld wanneer een inwoner van een grotere gemeente een aanvraag doet voor een briefadres, maar verblijft in een recreatiewoning in één van de randgemeenten. Het wordt extra complex wanneer deze recreatiewoning op het terrein staat van een regiogemeente,  met (veel) recreatiewoningen.

Let op: de gemeente waar de inwoner de aanvraag voor het (brief)adres neerlegt, is verantwoordelijk voor het (spoedig) realiseren van een oplossing waarmee een inschrijving wordt gerealiseerd. Wanneer de burger zelf geen briefadres heeft en de gemeenten er onderling niet uitkomen, zal de gemeente waar de burger zich meldt een inschrijving moeten doen. Heeft de burger wel een briefadres(gever) dan is de gemeente waar dat briefadres zich bevindt verantwoordelijk voor de registratie.

Wanneer de gemeente daarbij een uitzondering maakt, bijvoorbeeld omdat het adresonderzoek nog loopt of omdat de inschrijving eigenlijk in de andere gemeente gedaan hoort te worden, kan dit een tijdelijke inschrijving zijn. Aan de inwoner wordt dan meegedeeld wat de duur van de uitzondering is. Deze periode kan door de gemeente dan worden gebruikt om met alle partijen (de inwoner, de andere gemeente en/of de hoofdbewoner of eigenaar) in overleg te gaan en tot een oplossing voor de lange termijn te komen.

Wanneer gemeenten er onderling niet uitkomen, kunnen zij zich wenden tot de helpdesk van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG).

Kleinere gemeenten staan voor heel andere uitdagingen. Veel kleinere gemeenten voeren de participatiewet en/of de WMO niet zelf uit. Ook zijn er lang niet altijd maatschappelijke organisaties in de gemeente aanwezig waarmee een samenwerking kan worden opgezet. Als er in een gemeente nog geen mogelijkheid is tot het verstrekken van een briefadres op het adres van de gemeente of het bieden van ondersteuning bij complexe aanvragen, moeten deze gemeenten dit gaan organiseren. Dit kan op het gemeentehuis maar ook in samenwerking met externe partijen. Zo heeft één kleine gemeente hiervoor een afspraak gemaakt met de winkel waar het lokale PostNL-punt zit. In die winkel zijn een paar extra postvakken gemaakt, en de winkel kan indien nodig (tijdelijk) optreden als briefadresgever.

Let op: het is voor alle gemeenten noodzakelijk beleidsregels te ontwikkelen voor het verstrekken van briefadressen. Betrek bij die inrichting ook professionals uit het sociaal domein. Ook is het voor alle gemeenten noodzakelijk te zorgen dat een briefadres ook feitelijk verstrekt kan worden wanneer er geen briefadresgever is – op het adres van de gemeente of een lokale partner.

Hierbij is een goede afstemming tussen gemeenten in een regio ook noodzakelijk. Treed als centrumgemeente in contact met de regiogemeenten, zeker wanneer daar locaties zijn waar onrechtmatige bewoning veel voorkomt. Spreek gezamenlijk een uniforme werkwijze af. Hierbij is het uitgangspunt dat de gemeente waar de inwoner die nog geen briefadres(gever) heeft zich meldt voor een woon- of briefadres ook de gemeente is waar de daadwerkelijke inschrijving gaat plaatsvinden. Heeft de burger wel een briefadres(gever) dan is de gemeente waar dat briefadres zich bevindt verantwoordelijk voor de registratie.

Voorbeeld

De gemeente Zeewolde heeft in oktober 2021 het beleid rond briefadressen aangepast. Daarbij is de gemeente nu zelf ook aangewezen als briefadresgever. Bij briefadressen wordt maatwerk geleverd en de samenwerking opgezocht met andere partijen. Afhankelijk van de situatie wordt bepaald welke partijen betrokken moeten worden. Dit kunnen externe partijen zijn, zoals de Maatschappelijke Dienst Flevoland (MDF), of interne afdelingen zoals het sociaal domein van Meerinzicht (de samenwerking van de gemeenten Harderwijk, Ermelo en Zeewolde).

Voorbeelddocument