Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking maatwerk Participatiewet bij verblijf in en uitstroom uit instellingen

Laatste update:

1 Detentie

1.4 Maatwerk bij zoekperiode na detentie

Als iemand na detentie bijstand wil aanvragen, dan geldt bij jongeren tot 27 jaar een zoekperiode van 4 weken. Omdat jongeren hierdoor vaak in de financiele problemen komen, is maatwerk gewenst.

De aanvraag kan al voorafgaand aan de vrijlating gedaan worden. Als de gedetineerde vanuit de PI kan zoeken naar werk of scholing, dan kunnen de laatste 4 weken van detentie worden gebruikt als zoekperiode.

Lukt het vanwege beperkende voorwaarden of omdat de PI dit niet kan aanbieden bij kortgestraften, niet om 4 weken voor vrijlating bijstand aan te vragen, dan gaat de termijn van 4 weken lopen na afloop van detentie. Dat betekent dat de aanvraag pas na afloop van de zoekperiode van 4 weken en daarmee pas 4 weken na het verlaten van de penitentiaire inrichting gedaan kan worden. Een voorschot moet binnen 4 weken na de aanvraag verstrekt worden. Dat betekent dat er minimaal 4 en maximaal 8 weken zitten tussen het moment van invrijheidstelling en een eerste storting op de rekening. Als iemand geen financiële reserves heeft, is die periode veel te lang. In dat geval kan bijzondere bijstand voor broodnood worden verstrekt tijdens de zoekperiode. Bij aanvraag kan direct een eerste voorschot verstrekt worden. Dat moet binnen 4 weken (artikel 52 Participatiewet), maar mag ook eerder.

Jorn moet een gevangenisstraf van 6 weken uitzitten. De gemeente is hiervan op de hoogte en maakt al zodra hij de penitentiaire inrichting in gaat een plan van aanpak met hem voor daarna.

  • Hij kan geen gebruik maken van internet in de penitentiaire inrichting. In het plan van aanpak staat dat Jorn zich op de dag dat hij vrijkomt meldt via Werk.nl. Zo kan zijn uitkering snel opgestart worden.
     
  • Als hij vrijkomt, kan hij weer (tijdelijk) bij zijn ouders terecht. In het plan van aanpak staat dat Jorn zich bij vrijlating om die reden meldt om bijstand bij de gemeente waar zijn ouders wonen.
     
  • Er wordt bekeken of Jorn zodra hij vrijkomt voldoende inkomsten heeft om de periode tot het eerste voorschot te overbruggen. Hij gaat bij zijn ouders wonen, die zorgen voor onderdak en eten. Voor de Zorgverzekering heeft hij geen geld. Er wordt met Jorn afgesproken dat als hij de aanvraag 4 weken na de melding doet, hij snel een voorschot krijgt. Daar kan hij de zorgverzekering van betalen.