Overslaan en naar de inhoud gaan

Wet inburgering in vraag en antwoord

Laatste update: 01 april 2025

7 Kinderopvangtoeslag

1. Wanneer heeft een inburgeraar recht op kinderopvangtoeslag (KOT)?

Ouders kunnen Kinderopvangtoeslag ontvangen als hun kind deelneemt aan een in het Landelijk register Kinderopvang (LRK) geregistreerde kinderopvang. Binnen de Wet kinderopvang zijn inburgeringsplichtige ouders een aparte doelgroep (Artikel 1.6.g). Een inburgeringsplichtige ouder heeft recht op kinderopvangtoeslag. De toeslag kan alleen aangevraagd worden indien beide ouders (of toeslagpartners indien meerdere volwassenen een huishouden vormen) voldoen aan de voorwaarden voor KOT. Beide ouders (of toeslagpartners) moeten werken, studeren, re-integreren of een verplicht inburgeringstraject volgen dat is aangeboden door de gemeente of bij een cursusinstelling met een Blik op Werk keurmerk. Indien een van de ouders nog in het buitenland buiten de EU/EER verblijft (bijvoorbeeld in het land van herkomst), is er geen recht op KOT voor de inburgeringsplichtige ouder in Nederland. Om een indicatie te krijgen van de hoogte van de KOT kan op toeslagen.nl een rekentool worden ingevuld. De vergoeding per uur kinderopvang zal bij een laag inkomen heel hoog zijn maar is nooit 100%, er is altijd een eigen bijdrage voor ouders. Er geldt een maximum aantal uren waarop recht bestaat. Ook dit is in de rekentool opgenomen. Als het recht op KOT eindigt omdat iemand niet meer inburgeringsplichtig is, kan gedurende het kalenderjaar nog gebruik worden gemaakt van de niet-gebruikte uren van het maximum. Er is geen uitlooptermijn zoals bij mensen die werkloos worden, dus er worden geen extra rechturen meer opgebouwd.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

2. Wanneer heeft een inburgeraar geen recht op KOT?

Er is geen recht op KOT indien:

  • De inburgeringsplichtige kiest voor zelfstudie of om lessen te volgen bij een taalschool zonder Blik op Werk keurmerk.
  • De inburgeraar een toeslagpartner (dat kan ook een huisgenoot zijn) heeft en deze (toeslag)partner niet aan de KOT-eisen voldoet omdat hij of zij bijvoorbeeld niet werkt, niet verplicht inburgert, niet re-integreert en geen opleiding volgt (zie voor een volledig overzicht toeslagen.nl).
  • De inburgeraar getrouwd is en deze partner (de partner wordt gezien als toeslagpartner) in een land buiten de EU/EER verblijft.
  • Als de inburgeringsplicht vervalt of hieraan is voldaan.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

3. Waar moeten gemeenten en inburgeraars op letten bij het adviseren van inburgeraars?

  • Als de toeslagpartner buiten de EU/EER verblijft, is er geen recht op KOT. Het komt voor dat de inburgeringsplichtige ouder bij het aanvragen van de toeslag aangeeft dat er geen toeslagpartner is (want die is niet in Nederland/EU/EER). De toeslag wordt toegekend, maar na enige tijd komt de partner zelfstandig of middels gezinshereniging naar Nederland. Indien dit tijdens een controle naar voren komt, zal de eerder toegekende toeslag als onrechtmatig worden bezien en zal de Belastingdienst/Toeslagen de eerder toegekende toeslag terugvorderen. Bij een huwelijk is namelijk altijd sprake van toeslagpartnerschap, ongeacht van waar de partner verblijft. Door de relatief hoge bedragen die worden uitgekeerd bij de KOT, kunnen deze bedragen hoog oplopen.  
  • Ook bij inburgeringsplichtigen wordt er voor de kinderopvangtoeslag een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van ouders. Ook als zij die de taal nog niet volledig machtig zijn. Wanneer er wijzigingen zijn in de situatie -zowel vanuit de kinderopvangorganisatie als de ouders- moeten deze wijzigingen door de ouders zelf, of door een gemachtigde, worden doorgevoerd op toeslagen.nl of via de App Kinderopvangtoeslag. Het kan hier gaan om de jaarlijkse verhoging van de uurtarieven van de kinderopvang, een wijziging in het aantal opvanguren of van opvanglocatie maar ook een verandering in inkomen of gezinssamenstelling van de inburgeringsplichtige ouders. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn op de hoogte van de KOT die ouders ontvangen en bij correctie achteraf kan dit tot vorderingen of nabetalingen leiden. Dit geldt voor alle ouders die KOT ontvangen maar bij de doelgroep inburgeraars is er een groter risico doordat mensen kort in Nederland zijn en de taal nog niet voldoende machtig zijn.
  • Het is van groot belang dat wijzigingen tijdig worden doorgeven door de ouder. Dan sluit de toeslag aan bij de actuele situatie. Zodra de aan de inburgeringsplicht is voldaan moet dit worden doorgegeven aan Belastingdienst/Toeslagen.
  • Naast Kinderopvang is er ook deelname aan voorschoolse educatie (VE) mogelijk voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Indicatiestelling loopt via het consultatiebureau. Dit wordt ook besproken in de brede intake voor de inburgering die door de gemeente wordt gedaan bij aanvang van de inburgeringstermijn.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

4. De inburgeraar maakt gebruik van de Z-route of de Onderwijsroute. Is er recht op KOT?

Ja, deelnemers aan alle leerroutes binnen de Wet inburgering 2021 hebben indien zij een cursus volgen die voldoet aan de eisen in beginsel recht op KOT. Het is daarbij wel van belang dat de ouder en eventueel diens toeslagpartner aan de overige eisen voldoet (zie vraag 1).

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

5. Hoeveel uur mag iemand zijn kinderen naar de opvang brengen?

Een inburgeringsplichtige ouder heeft, indien wordt voldaan aan alle eisen, recht op maximaal 230 uur KOT per maand (5 hele dagen per week). De hoogte van de KOT is gebaseerd op o.a. het aantal uren dat het kind naar de opvang gaat en het inkomen van de ouder(s). Het aantal uren KOT is dus niet afhankelijk van het aantal uren inburgering dat er wordt gevolgd.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

6.  De inburgeraar heeft alleen les in de ochtend. De opvang hanteert hele dagen. Krijgt hij de hele dag vergoed?

Ja, de inburgeraar kan KOT krijgen over vijf hele dagen kinderopvang per week (maximaal 230 uur per maand). Het aantal lesuren en/of de lestijd is daarbij niet relevant, uitgangspunt voor de hoogte van de KOT is het aantal opvanguren waarvoor aan de kinderopvangorganisatie wordt betaald en het inkomen van het huishouden.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

7. De Z-route bestaat uit een taaldeel en een participatiedeel. Kan voor beide delen KOT worden aangevraagd?

Nee, op dit moment niet. Indien de ouder (en eventuele partner) aan de voorwaarden voor de KOT en inburgeringstraject voldoet, bestaat alleen voor het taaldeel aanspraak op KOT. Voor het participatiedeel bestaat op dit moment geen recht op KOT.

(update 2 februari 2023)

8. Moet de inburgeringsplichtige bewijzen opsturen naar de Belastingdienst/Toeslagen om aan te tonen dat er recht is op KOT?

Nee, dit gebeurt automatisch. De Belastingdienst vraagt ter controle de benodigde gegevens op bij DUO. In het uitzonderlijke geval dat DUO deze gegevens niet heeft, zal de Belastingdienst/Toeslagen de inburgeringsplichtige vragen om informatie op te sturen. De inburgeringsplichtige zal hierover een brief ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

9. Wat heeft de voorkeur; de voorschoolse educatie of de reguliere kinderopvang bij inburgeringsplichtigen?

De overheid ziet graag dat ouders hun kind een goede start geven in Nederland en dat ze zo vroeg mogelijk bekend worden gemaakt met de Nederlandse taal en onderdeel uitmaken van de samenleving. De voorschoolse educatie geeft jonge kinderen extra aandacht en ondersteuning op het gebied van taal. De meeste kinderen van inburgeringsplichtigen zullen voldoen aan de criteria van gemeenten die gehanteerd worden voor de indicatie voor voorschoolse educatie. Ook voor kinderen van gezinnen waarbij 1 ouder van Nederlandse afkomst is, is het van belang om extra aandacht te geven aan de Nederlandse taal. Er kunnen praktische redenen zijn om te kiezen voor reguliere kinderopvang, bijvoorbeeld vanwege de leeftijd van de kinderen of de openingstijden. Ook kan het soms worden gecombineerd.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

10. Is een inburgeringsplichtige ouder verplicht om gebruik te maken van de voorschoolse educatie voor zijn of haar kind?

Nee, hiertoe is men niet verplicht. Gemeenten zijn wel verplicht om voorschoolse educatie aan te bieden door bijv. tijdens de intake te vragen of zijn hun kind naar de voorschoolse opvang willen sturen. Hierbij kan uitleg gegeven worden over de voordelen van de VE voor het kind en de ouders. De gemeente is verplicht om de keuze van de ouders vast te leggen in het Persoonlijk Inburgeringsplan (PIP). Hiermee wordt het bespreken van het onderwerp geborgd tijdens de intake. Desondanks zijn ouders vrij om geen gebruik te maken van de voorschoolse educatie.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

11. Wat kan een gemeente betekenen voor een inburgeraar waarvan de toeslagpartner verblijft in het buitenland?

Er kan voortvloeiend uit de wet geen aanspraak gemaakt worden op KOT als een toeslagpartner in een land buiten de EU verblijft (binnen de EU/EER kan dit wel). Dit kan bij inburgeringsplichtigen spelen als een van de ouders met kinderen naar Nederland is gekomen en de partner nog in het land van herkomst is. Er is dan geen recht op KOT. Gemeenten kunnen deze ouders voor de bekostiging van kinderopvang ondersteunen vanuit de SMI-regeling van gemeenten voor gezinnen die geen recht hebben op KOT, op basis van een zogeheten sociaal medische indicatie. Dit is wel vaak tijdelijk en betreft maatwerk door de betreffende gemeente. Ook kunnen kinderen met een indicatie voor voorschoolse educatie of kortdurend peuteraanbod (peuterspeelzaal) via de gemeente een tegemoetkoming in de kosten krijgen. Er moet net als bij de kinderopvang nog een kleine eigen bijdrage worden betaald. Voor VE geldt wel dat kinderen een indicatie moeten hebben, dat verloopt via het consultatiebureau en is nadrukkelijk bedoeld voor kinderen die de Nederlandse taal nog niet voldoende machtig zijn.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

12. Iemand is inburgeringsplichtig en krijgt bijstand. Onder welke titel moet er KOT aangevraagd worden? De Participatiewet of de Wet inburgering?

Als een ouder onder meerdere titels aanspraak kan maken op KOT, dan geldt dat hij/zij dit kan aanvragen onder de wet waarbij hij/zij recht heeft op de meeste uren KOT. Voor inburgeringsplichtigen is dit de Wet Inburgering 2021.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

13. Als iemand inburgeringsplichtig is en een inburgeringscursus volgt en zijn bijstandsuitkering wordt gestopt ivm werk, is er dan nog recht op KOT? Moet iemand dan alles opnieuw aanvragen?

Opnieuw aanvragen hoeft niet maar het is van groot belang de wijzigingen direct door te geven aan de Belastingdienst/Toeslagen om te zorgen dat de gegevens correct en actueel zijn en om terugvordering te voorkomen bijv. omdat het inkomen hoger is dan de bijstand. De inburgeringsplicht geeft recht op KOT indien aan alle overige eisen wordt voldaan (zie vraag 1). Het recht op KOT blijft bestaan als de inburgeraar inkomen uit werk heeft ipv een bijstandsuitkering. De hoogte van de KOT zal waarschijnlijk veranderen door het nieuwe inkomen (KOT zal bij een hoger inkomen dalen en de eigen bijdrage zal daardoor stijgen).

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

14. Als iemand niet meer inburgeringsplichtig is, maar nu een re-integratietraject doet bij zijn gemeente, is er dan recht op KOT? Hoe vraagt hij dit aan?

Als iemand heeft voldaan aan de inburgeringplicht is er op die grond geen recht meer op KOT. Er kan dan wel recht op KOT bestaan op grond van deelname aan een re-integratietraject onder de Participatiewet. Het is belangrijk dat deze wijzingen meteen worden doorgegeven aan de Belastingdienst/Toeslagen; dit vergt een aanpassing van de huidige KOT-gegevens en dus geen nieuwe aanvraag.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

15. Als iemand tijdens zijn inburgeringstraject tijdelijk een baan heeft, is er dan nog recht op KOT? Wat moet er worden gedaan?

Ja, als iemand tijdens het inburgeringstraject gaat werken blijft er recht bestaan. Het is wel belangrijk dat deze wijziging meteen doorgegeven wordt aan de Belastingdienst/Toeslagen om terugvordering te voorkomen. Het recht op KOT blijft als de inburgeraar inkomen uit werk heeft ipv een bijstandsuitkering. Wel kan door het nieuwe inkomen, ook al is dat tijdelijk, de hoogte van de KOT mogelijk veranderen. Ook kan het nodig zijn de opvanguren aan te passen.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

16. Indien er geen recht bestaat op KOT vanwege een toeslagpartner in het buitenland en de ouder wil na de inburgeringsplicht aan het werk. Is er dan nog steeds geen recht op KOT?

Met een toeslagpartner in een land buiten de EU/EER kan er geen aanspraak gemaakt worden op KOT, zowel tijdens een inburgeringstraject als wanneer de ouder werkt. Wel is er mogelijk recht op financiering van de kinderopvang via de SMI-regeling van de gemeente.

(vraag toegevoegd op 13 september 2021)

Meer informatie

Contactpersoon