Overslaan en naar de inhoud gaan

Wet inburgering in vraag en antwoord

Laatste update: 01 april 2025

4 Uitvoering

Leerbaarheidstoets

1. Wat meet de leerbaarheidstoets?

De leerbaarheidstoets heeft als verplicht onderdeel van de brede intake het doel om inzicht te geven in het niveau van de Nederlandse taal dat een inburgeringsplichtige kan bereiken gedurende de inburgeringstermijn, en geeft enkel antwoord op de vraag: “Is het niveau van de Nederlandse taal dat nodig is voor de B1-route haalbaar binnen de inburgeringstermijn van 3 jaar?”. Dat wordt gedaan met een ja/nee uitspraak. Wordt iemand in de B1-route geplaatst dan is er ook de afschaalmogelijkheid naar taalniveau A2. De leerbaarheidstoets geeft géén indicatie van het actuele taalniveau, of andere capaciteiten en vaardigheden. Ook wordt de leerbaarheidstoets niet ingezet als instrument om voortgang of ontwikkeling te monitoren. De uitkomst van de toets is een belangrijke indicator voor het vaststellen van de leerroute van de inburgeringsplichtige door de gemeente.

(update 5 juli 2022)

2. Hoe is deze toets ontwikkeld?

De leerbaarheidstoets is ontwikkeld door Bureau ICE. Bureau ICE heeft jarenlange ervaring in het ontwikkelen van examens en toetsen op het gebied van inburgering. De inhoud van de leerbaarheidstoets is bepaald door inhoudsdeskundigen die ruime ervaring hebben op het gebied van cognitiewetenschappen en psychologie maar die ook deskundig zijn op het gebied van NT2 en meertaligheid, onderwijs, toetsen en toetsontwikkeling, beleid en projectmanagement. Zij dragen zorg voor een leerbaarheidstoets die onafhankelijk, objectief en cultuurvrij is met gelijke kansen voor iedere inburgeringsplichtige. Tijdens het ontwikkelproces is voortdurend input verkregen van meerdere externe deskundigen op het gebied van taalleerbaarheidstoetsen en ook mensen uit andere culturen en landen die beoordelen of de toetsitems geschikt zijn. Alle toets items zijn in meerdere fases in pretests beoordeeld op geschiktheid en hun voorspellende waarde bij het bepalen van de uiteindelijke resultaten. De leerbaarheidstoets vergt geen kennis van de Nederlandse taal, maar kijkt naar factoren die iets zeggen over leerbaarheid en dan met name de taalleerbaarheid.

(update 5 juli 2022)

3. Welke rol hebben gemeenten bij de leerbaarheidstoets?

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding bij de afname van de leerbaarheidstoets. Op deze manier wordt de leerbaarheidstoets gepositioneerd als integraal onderdeel van de brede intake. Concreet betekent dit dat gemeenten verantwoordelijk worden voor het inplannen van de afspraken met de kandidaten voor de afname van de leerbaarheidstoets, het beschikbaar stellen van afnamelocaties en devices en de begeleiding bij de afname van de toets. De toetsbegeleiders worden getraind en gecertificeerd door Bureau ICE, zie ook vraag 8. Gemeenten hebben geen rol bij de verwerking of beoordeling van de leerbaarheidstoets.

(update 5 juli 2022)

4. Als uit de leerbaarheidstoets blijkt dat B1-taalniveau niet haalbaar is, komt de inburgeraar dan direct in de Z-route terecht?

Als uit de leerbaarheidstoets blijkt dat de B1-route, inclusief afschaling naar taalniveau A2, niet haalbaar is voor een inburgeraar, dan lijkt een keuze voor de Z-route voor de hand te liggen. De gemeente bepaalt echter op basis van alle informatie uit de brede intake welke leerroute het meest passend is voor de inburgeraar. Het is dus mogelijk om, bij zwaarwegende redenen, af te wijken van de uitslag van de leerbaarheidstoets. Indien een gemeente beslist om af te wijken van de uitslag van de leerbaarheidstoets, dan dient de gemeente dat transparant en begrijpelijk vast te leggen in het PIP.  

(update antwoord op 7 september 2021)

5. Op welke manier worden gemeenten geacht het actuele taalniveau vast te stellen?

Tijdens de brede intake dient de gemeente o.a. informatie in te winnen over het taalniveau van de inburgeringsplichtige. Het betreft een inschatting van het taalniveau, waarbij geen erkende toets gebruikt hoeft te worden. Gemeenten kunnen bij de inschatting uiteraard informatie gebruiken vanuit het COA (zoals hun inschatting van de taalvaardigheid en de gemaakte voortgang tijdens voorinburgering) of de expertise van taalscholen aanwenden, bijvoorbeeld door hen onderdeel te maken van een multidisciplinair team voor de afname van de brede intake.  

(vraag toegevoegd op 3 mei 2021)

6. Welke keuzes zijn er aan de gemeenten in hun rol bij de afname van de leerbaarheidstoets?

Voor het afnemen van de leerbaarheidstoets zijn gemeenten vrij in enkele keuzes die gemaakt moeten worden. Dit zijn keuzes zoals:

  • Wordt de toets lokaal of regionaal afgenomen?
  • Wordt de toets individueel of klassikaal afgenomen?
  • Gaat de gemeente de taak zelf uitvoeren of wordt deze uitbesteed aan een andere partij? (Hierbij is het van belang te vermelden dat de gemeente wel eindverantwoordelijk blijft voor de kwaliteit en objectiviteit en dat er geen sprake mag zijn van belangenverstrengeling in relatie tot het aanbieden van het taalaanbod.
  • Op welk moment in de brede intake wordt de toets wordt afgenomen? 

Het lijkt voor de hand liggend dat dit wordt gedaan aan het eind van de brede intake, zodat de inburgeringsplichtige zover mogelijk gevestigd is in de gemeente. Deze keuzes worden ook benoemd en uitgewerkt in de Impactanalyse Leerbaarheidstoets van de VNG. Op basis van deze keuzes kunnen toetsbegeleiders worden uitgekozen en ingeschreven voor de training bij Bureau ICE. Daarnaast zal de gemeente ook tijdig faciliteiten moeten regelen, zoals toetslocaties en devices. Meer informatie over de eisen aan devices 

(update 5 juli 2022)

7. Is de leerbaarheidstoets ook toegankelijk voor niet-digivaardigen en analfabeten? 

De toets is zo ingericht dat deze ook te maken is voor niet- of minder digivaardigen en analfabeten. Voor niet-digivaardige deelnemers is een device met touchscreen noodzakelijk. 

De instructie over de leerbaarheidstoets is zowel geschreven als in audio beschikbaar in 29 verschillende talen. Daarnaast kan de toetsbegeleider zo nodig aanvullende uitleg geven over het gebruik van het device. Het beantwoorden van de vragen van de leerbaarheidstoets vraagt verder geen talen of -digitale kennis.

(vraag toegevoegd op 25 oktober 2021)

8. Wat houdt het in om toetsbegeleider te zijn bij de afname van de leerbaarheidstoets? 

Als toetsbegeleider faciliteer je de begeleiding bij de afname van de leerbaarheidstoets waardoor de inburgeringsplichtige deze toets kan maken. Dit betekent dat je de inburgeringsplichtige naar zijn of haar plek brengt, eventueel uitleg geeft over het doel van de toets en het device, dat je de toets opstart, en ook weer afsluit wanneer die is afgerond. Om als toetsbegeleider aan de slag te gaan is het belangrijk dat je beschikt over de volgende vaardigheden: 

  • goede communicatieve en sociale vaardigheden
  • goede communicatieve vaardigheden met mensen die weinig Nederlands spreken
  • goede administratieve en computervaardigheden
  • stevige doch vriendelijke, geduldige persoonlijkheid
  • culturele sensitiviteit 

Voordat je aan het werk kunt als toetsbegeleider moet je eerst de zelfstudiemodule voor Optimum doornemen en de online training (1 dagdeel) van Bureau ICE hebben gevolgd. Aanmelden voor de online training gaat via de website van Bureau ICE.

Nadat een toetsbegeleider de online training heeft gevolgd moet deze persoon ook aangemeld worden bij DUO. Nadat dit is gebeurd ontvangt de toetsbegeleider informatie over zijn of haar account op het doorgegeven emailadres. Na 90 dagen moet het wachtwoord worden aangepast, wegens veiligheidsredenen. De toetsbegeleider ontvangt hierover een mail op hetzelfde emailadres.

Daarnaast kan de toetsbegeleider het dashboard voor de leerbaarheidstoets openen en kan de toets worden opgestart via deze links. Deze ontvangt de toetsbegeleider ook bij informatie over zijn of haar account.

(update 5 juli 2022)

9. Hoe ontvangt de gemeente het resultaat van de leerbaarheidstoets? 

De uitslag van de leerbaarheidstoets is binnen 48 uur beschikbaar. De gemeente kan de uitslag van de toets ophalen in het Portaal Inburgering. Let op: de gemeente heeft alleen inzicht in de uitslag van de inburgeringsplichtige die in de eigen gemeente woonachtig is.

Bekijk ook de handleiding over de Portal Inburgering over de Wet inburgering 2021.

(update 27 januari 2022)

10. Ontvangen gemeenten ook middelen voor hun rol bij de afname bij de leerbaarheidstoets? 

Er worden structurele middelen beschikbaar gesteld. De middelen volgen het verwachte aantal inburgeraars per jaar.

2022 2023 2024 2025 en verder
€ 6,2 miljoen € 5,7 miljoen € 5,6 miljoen € 5,5 miljoen

Deze bedragen zijn inclusief btw en omvatten kosten voor toetsbegeleiders (incl. tijd voor training), inplannen van afspraken met inburgeraars, eventuele tolkenkosten en de prijs voor afnamelocaties en devices. Voor verdeling van deze middelen wordt aansluiting gezocht bij middelen die gemeenten ontvangen voor de brede intake. De middelen worden toegekend in de meicirculaire 2022.

(vraag toegevoegd op 25 oktober 2021)

11. Moeten deelnemers zich vooraf voorbereiden op de leerbaarheidstoets?

Nee, dit is niet de bedoeling. Het betreft een leerbaarheidstoets en geen examen. De toets is zo ingericht dat de vraag: “Is het niveau van de Nederlandse taal dat nodig is voor de B1-route haalbaar binnen de inburgeringstermijn van 3 jaar?” beantwoord kan worden. Hiervoor wordt gekeken naar de leerbaarheid van de inburgeringsplichtige op dat moment zonder voorbereiding. Het is wel aan te raden om als klantmanager vooraf de juiste verwachtingen te wekken bij de inburgeringsplichtige tijdens de gesprekken die worden gevoerd in het kader van de brede intake. Daarin kan de oefenomgeving van de leerbaarheidstoets worden gebruikt. Op deze manier kan de deelnemer zien en ervaren hoe de afname van de leerbaarheidstoets gaat. In deze omgeving is ook een instructie voor de leerbaarheidstoets in 30 talen beschikbaar.

(update 10 februari 2022)

12. Op welke manier kan de leerbaarheidstoets worden afgenomen als de inburgeringsplichtige nog op een azc woont? 

De begeleiding bij de afname van de leerbaarheidstoets is een taak van de gemeente. De gemeente draagt zorg voor de toetsbegeleiders bij de afname, de afnamelocatie en de benodigde devices. Indien de gemeente ervoor kiest om te starten met de brede intake op het moment dat de inburgeringsplichtige nog op het azc woont, zal de kandidaat voor de afname van de leerbaarheidstoets naar de gemeentelijke locatie moeten reizen. Hiervoor kan de gemeente afspraken maken met de gekoppelde inburgeringsplichtige. 

Ondersteuning vanuit het azc bij de begeleiding bij de afname van de leerbaarheidstoets, bijvoorbeeld in de vorm van personele capaciteit of beschikbare ruimtes of locaties, is niet aan de orde.

(vraag toegevoegd op 25 oktober 2021)

13. Mag er bij het afnemen van de leerbaarheidstoets een tolk aanwezig zijn?

De instructie voor de leerbaarheidstoets is, zowel schriftelijk als in audiofragmenten in 29 talen beschikbaar. 

Indien de gemeenten het daarnaast nodig of wenselijk vindt, kunnen tolken ingezet worden voor aanvang van de leerbaarheidstoets. Tolken kunnen in de eigen taal van de inburgeringsplichtige het proces van de leerbaarheidstoets en de afname toelichten, bijvoorbeeld door een uitleg te geven over de werking van het device. De tolken mogen, net als de toetsbegeleiders, geen inhoudelijke hulp of ondersteuning bieden bij het maken van de toets. De aanwezigheid van tolken gedurende de afname van de toets is niet nodig. 

(vraag toegevoegd op 25 oktober 2021)

14. Blijft het COA ook een leerbaarheidstoets afnemen?

Voorafgaand aan de start van de NT2-lessen binnen het programma Voorinburgering neemt het COA bij alle deelnemers een toets taalleerbaarheid af. De toets taalleerbaarheid geeft inzicht of iemand een snelle, gemiddelde of langzame leerling is. Op basis van de resultaten van de toets kan de taaldocent de statushouder in één van de drie niveaugroepen plaatsen (analfabeten, laagopgeleiden en middelbaar/hoogopgeleiden) en daarmee een voor hem/haar zo passend mogelijk taaltraject uitzetten. Deze toets taalleerbaarheid heeft enkel betrekking op de NT2-lessen bij het COA en houdt geen verband met de leerbaarheidstoets die zal worden afgenomen om de leerroute binnen de reguliere inburgering te bepalen. Het resultaat van de toets taalleerbaarheid is ook zichtbaar op het klantprofiel dat met de gemeente wordt gedeeld.

(vraag toegevoegd op 4 november 2021)

15. Wanneer is ontheffing van de leerbaarheidstoets mogelijk?

Ontheffing van de leerbaarheidstoets is alleen geregeld voor personen met een auditieve of visuele beperking.  Zie hiervoor artikel 14 lid 6 onder a en b Wi2021.

(vraag  toegevoegd op 13 juni 2023)

16. Kunnen inburgeraars met een zintuiglijke beperking de leerbaarheidstoets maken?

Dit is afhankelijk van de beperking van de inburgeraar. Inburgeraars met een auditieve beperking zouden de leerbaarheidstoets kunnen maken, als zij in staat zijn om de schriftelijke toelichting bij de leerbaarheidstoets te lezen en begrijpen. Ook is het mogelijk dat een gebarentolk in de taal van de inburgeringsplichtige wordt ingezet, als deze beschikbaar is in desbetreffende taal. Als hiertoe geen mogelijkheden bestaan, dan is het voor een inburgeraar met een auditieve beperking niet mogelijk om de leerbaarheidstoets te maken.

De leerbaarheidstoets bestaat uit veel visuele elementen. Omdat het niet mogelijk is om de toets om te zetten in braille, is het voor inburgeraars met een visuele beperking niet mogelijk om de leerbaarheidstoets te maken.

In de gevallen dat het niet mogelijk is de leerbaarheidstoets te maken hoeft de toets niet worden afgenomen. Hiervoor is het noodzakelijk dat een medisch specialist vaststelt dat iemand op basis van de richtlijnen van het FENAC (Nederlandse Federatie van Audiologische Centra) een auditieve beperking heeft, of door een medisch specialist is vastgesteld dat op basis van de richtlijnen van het NOG (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap) een inburgeringsplichtige een visuele beperking heeft. Hiermee vervalt de verplichte leerbaarheidstoets. Dit is verder uitgewerkt in de wet en lagere regelgeving.

(update 9 januari 2023)

17. Hoe kan de leerroute van een inburgeraar met een zintuiglijke beperking worden bepaald?

Tijdens de brede intake kan de expertise van verschillende brancheorganisaties op het gebied van zintuiglijke beperkingen ingezet worden. Het gaat hier om Koninklijke Visio voor visueel beperkten en GGMD voor auditief beperkten. Deze experts kunnen een goede inschatting geven van wat de inburgeraar al kan en wat de inburgeraar nog nodig heeft om met ondersteuning en hulpmiddelen deel te nemen aan een inburgeringstraject. In samenwerking met deze organisaties kan voor de inburgeraar met een zintuiglijke beperking het PIP opgesteld worden.

Lees meer over de ondersteuning door de brancheorganisaties

(update 9 januari 2023)

Meer informatie

Contactpersoon