Overslaan en naar de inhoud gaan

Wet inburgering in vraag en antwoord

Laatste update: 01 april 2025

5 Leerroutes en onderwijs

Leerroutes en onderwijs algemeen

1. Is het voor de financiering nodig dat gemeenten verantwoording afleggen over het verloop van de leerroutes?

Nee, gemeenten ontvangen een budget dat grotendeels gebaseerd is op gerealiseerde aantallen inburgeraars. Het prestatiedeel van de financiering is gebaseerd op afgeronde inburgeringstrajecten. Er wordt voor de bekostiging niet gekeken naar het verloop van de inburgeringstrajecten of de snelheid waarmee ze zijn afgerond. Enkel het feit dat ze zijn afgerond is relevant voor de bekostiging.

2. Hoe bepaalt een gemeente de raming van het volume per leerroute?

SZW heeft een inschatting gemaakt van de verdeling van de inburgeringsplichtigen over de drie leerroutes (zie vraag 3). Dit is een inschatting bij benadering. Dit is immers afhankelijk van de asielinstroom, de achtergrondkenmerken van de inburgeringsplichtigen en de verdeling van de inburgeringsplichtigen over gemeenten. Daarmee kan de verdeling van de inburgeringsplichtigen over de drie leerroutes fluctueren en afwijken van de gegeven inschatting. De door SZW gemaakte inschatting geeft dus richting aan gemeenten. Gemeenten kunnen echter deze volumeraming per leerroute aanpassen op de lokale situatie, als daar aanleiding toe is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de gemeente een zeer specifieke doelgroep huisvest, die gemiddeld een lagere of hogere leerbaarheid hebben.

3. Hoe zijn de inburgeringsplichtigen, naar verwachting, verdeeld over de drie leerroutes?

SZW heeft een inschatting gemaakt van de verdeling van de inburgeringsplichtigen over de drie leerroutes. Om te komen tot een zo’n goed mogelijke inschatting is er als eerste gekeken naar de verwachte instroom in de Z-route en de Onderwijsroute. Die instroom is namelijk het beste in te schatten op basis van huidige cijfers van DUO. De overige inburgeringsplichtigen komen dan in aanmerking voor de B1-route (inclusief de mogelijkheid om na anderhalf jaar indien nodig af te schalen naar A2). Bij deze schatting gaat het om een landelijk beeld en is gebruik gemaakt van cohorten onder de huidige Wet inburgering. 

Er moet wel een belangrijke kanttekening worden gemaakt bij deze inschatting. De schatting van de verdeling van de inburgeringsplichtigen over de drie leerroutes is er namelijk één bij benadering. Dit is immers afhankelijk van de asielinstroom en achtergrondkenmerken van de inburgeringsplichtigen en de verdeling van de inburgeringsplichtigen over gemeenten. Daarmee kan de verdeling van de inburgeringsplichtigen over de drie leerroutes fluctueren en afwijken van onderstaande inschatting.

Verdeling inburgeringsplichtigen over leerroutes
   Asielstatushouders  Gezins- en overige migranten 
Z-route  15% 3%
Onderwijsroute 25% 14%
B1-route 60% 83%

4. De verdeling van aantallen inburgeraars in de verschillende leerroutes kan fluctueren over gemeenten. Worden ook de kostenverschillen die hierdoor mogelijk ontstaan gemonitord?

Bij zowel de macroraming als de verdeling van de SPUK-middelen wordt uitgegaan van één gemiddelde prijs per leerroute van € 10.000. Er wordt in de financiering dus geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende leerroutes. Uit de evaluatie na 3 jaar zal blijken of er wezenlijke kostenverschillen zijn tussen de leerroutes en of dit zorgt voor problemen voor gemeenten.

5. Hoe ga ik zorgen dat statushouders B1 halen, waar ze het nu al lastig vinden om A2 te halen?

Niveau B1 is het uitgangspunt in het nieuwe stelsel. Dit helpt mensen in hun werk en bij het meedoen in de samenleving. Het leren van de taal tijdens de inburgering is een investering. Daarvoor zijn goede lessen nodig en daarbij is de combinatie met participatie via werk en in de samenleving belangrijk: om een taal te leren moet je hem gebruiken. Naar verwachting is het niet voor alle inburgeringsplichtigen haalbaar om het inburgeringsexamen op B1-niveau af te ronden.

Er zijn in het nieuwe stelsel drie leerroutes, waarbinnen inburgeringsplichtigen op het voor hen hoogst haalbare niveau aan de inburgeringsplicht kunnen voldoen: de B1-route, de onderwijsroute (gericht op B1- of B2-niveau en uitstroom naar het mbo of naar het hoger onderwijs) en de zelfredzaamheidsroute (Z-route) voor de groep die naar verwachting rond A1-niveau zal uitkomen. Op basis van de brede intake, inclusief de leerbaarheidstoets die inzicht moet verschaffen in de snelheid waarmee de inburgeringsplichtige de Nederlandse taal kan leren, wordt vastgesteld welke leerroute het beste past bij de inburgeringsplichtige. De te volgen leerroute en de wijze waarop de inburgeringsplichtige gedurende het inburgeringstraject door de gemeente wordt begeleid, wordt vastgelegd in het PIP.

Wanneer B1 niet haalbaar blijkt tijdens het volgen van de B1-route en dit goed is onderbouwd, kan worden afgesproken dat (een of meerdere) taalonderdelen op A2-niveau worden afgelegd. Daarnaast krijgen gemeenten met de regierol de mogelijkheid via inkoop van leerroutes, combinatie met participatie en het bieden van de juiste begeleiding de effectiviteit van inburgering te vergroten.

6. Is het mogelijk om tussentijds te veranderen van leerroute?

Schakelen tussen leerroutes is mogelijk in het nieuwe stelsel. Hiervoor moet wel het PIP worden aangepast en er moet onderbouwing voor zijn. Het kan zijn dat een inburgeraar in de Z-route toch meer kan of dat de vorderingen van de inburgeraar in de B1-route sterk achterblijven. De termijn, waarbinnen geschakeld kan worden tussen de leerroutes, is 1,5 jaar na de start van de inburgeringstermijn. In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om af te wijken van deze termijn. Dit is vastgelegd in het Besluit inburgering 2021.

Zie ook de aparte Q&A over Wijzigen leerroute

(update  17 oktober 2023)

7. Is het mogelijk om binnen de leerroutes taalvaardigheden op verschillende niveaus te halen?

Met het stelsel wordt ingezet op een zo hoog mogelijk taalniveau en op maatwerk. Het uitgangspunt daarvoor zijn de drie leerroutes en de brede intake. Het is in principe mogelijk om verschillende examenniveaus te combineren voor de taalonderdelen. Een inburgeraar legt dan bijvoorbeeld het examenonderdeel lezen af op een hoger niveau dan schrijven (op B2 in plaats van B1). B2-niveau valt binnen de doelstelling van de nieuwe wet waarbij B1 het uitgangspunt is.

Voor het afleggen van examenonderdelen op A2-niveau moet voldaan worden aan bepaalde voorwaarden, het PIP moet daarvoor ook worden aangepast. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt nog vastgelegd hoe dit in de praktijk wordt uitgevoerd en wanneer er sprake is van ‘aanzienlijke inspanningen’ van de inburgeringsplichtige. In een dergelijke situatie waarin examinering op A2-niveau mag plaatsvinden, voldoet iemand dus aan de inburgeringsplicht als alle examenonderdelen op ten minste A2-niveau zijn behaald. Dit betekent ook dat niets er aan in de weg staat dat de inburgeringsplichtige op onderdelen alsnog wordt geëxamineerd op B1-niveau.

Afschalen naar A2-niveau is niet mogelijk binnen de onderwijsroute. Schakelen van de onderwijsroute naar de B1-route (en dan onder de daarvoor geldende voorwaarden afschalen naar A2-niveau) kan gedurende het hele inburgeringstraject. 
Het taalschakeltraject binnen de onderwijsroute wordt zodanig ingericht dat het goed aansluit op de beoogde vervolgopleiding. Vervolgopleidingen vragen vaak minimaal B2-niveau. Indien een inburgeringsplichtige in de onderwijsroute examenonderdelen op B2-niveau kan afleggen, dan dient dit gestimuleerd te worden door de gemeente. Het behalen van een hoger taalniveau, doet in dat geval recht aan de capaciteiten van de inburgeringsplichtige en vergroot tevens de kansen van de inburgeringsplichtige op het behalen van een diploma in het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt.

De Z-route is bedoeld voor inburgeringsplichtigen bij wie tijdens de brede intake wordt vastgesteld dat zij veel moeite zullen hebben met het leren van de Nederlandse taal en voor wie A2-niveau niet haalbaar is. De Z-route is een intensief traject met activiteiten die aansluiten bij de persoonlijke capaciteiten van de inburgeringsplichtige. Er wordt gestreefd naar kennis van de Nederlandse taal op ten minste niveau A1, zelfredzaamheid in de samenleving, activering en participatie. In die gevallen dat het mogelijk is dat iemand in de Z-route alsnog examenonderdelen op A2-niveau kan behalen, dient dit gestimuleerd te worden door de gemeente.

(update 14 januari 2021)

8. Als een inburgeringsplichtige in de B1-route start, kan deze persoon dan nooit in de Z-route komen?

Er is een onderscheid tussen afschalen naar niveau A2 in de B1-route en schakelen tussen routes, bijvoorbeeld van B1 naar de Z-route. Wanneer B1 niet haalbaar blijkt tijdens het volgen van de B1-route en dit goed is onderbouwd, kan worden afgesproken dat (een of meerdere) taalonderdelen op A2-niveau worden afgelegd. Dit heet afschalen. Iemand kan, nadat dit in het PIP is vastgelegd, examens op niveau A2 doen om te voldoen aan de inburgeringsplicht. Op het diploma komt te staan op welk niveau de examens zijn behaald.

Als een route echt niet passend blijkt (niveau is bijvoorbeeld te hoog of te laag) is schakelen tussen leerroutes aan de orde. Iemand gaat dan een andere leerroute volgen en het PIP moet daarop worden aangepast. Daarvoor moet voldoende onderbouwing zijn. In het geval van schakelen van de B1-route naar de Z-route moet blijken dat de vordering van de inburgeraar in de B1-route sterk achterblijft bij de verwachtingen uit de brede intake en dat ook A2 niet haalbaar is. De termijn, waarbinnen geschakeld kan worden tussen de leerroutes, is 1,5 jaar na de start van de inburgeringstermijn. In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om af te wijken van deze termijn. Dit is vastgelegd in het Besluit inburgering 2021.

(update 17 oktober 2023)

Meer informatie

Contactpersoon