Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Museum: 90 jaar sociaal domein

Laatste update: 05 juni 2024

3. Van immigratie naar integratie (vanaf de jaren vijftig)

Terwijl er eind jaren vijftig van de vorige eeuw nog Nederlanders emigreren, zijn de eerste tekorten aan arbeidskrachten al voelbaar. Werving van arbeiders buiten Nederland lijkt de makkelijkste oplossing. 

In de jaren zestig draait die werving op volle toeren, eerst in Zuid-Europa, later in Turkije en Marokko. Duizenden gastarbeiders maken hun entree in de Nederlandse samenleving. Niemand denkt dan aan integratiebeleid. Werkgevers, vakbonden en overheid zijn ervan overtuigd dat gastarbeiders tijdelijk zullen blijven. Nederland is geen immigratieland, benadrukt de politiek in de jaren zeventig. 

Migranten krijgen geen kans om te integreren in de Nederlandse samenleving. Kinderen van gastarbeiders krijgen taal- en cultuuronderwijs ten behoeve van de terugkeer. Eigen moskeeën moeten de emancipatie in eigen kring bevorderen. Toch zijn er signalen dat mensen langer zullen blijven. Daarvoor komt pas erkenning in 1979, met het rapport Etnische Minderheden van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid. 

In de jaren tachtig rijpt het besef dat werk het beste middel is voor integratie. Maar het is crisis en met name het zware en ongeschoolde werk waarvoor migranten naar Nederland kwamen, is weggevallen. Economisch gezien waren migranten niet meer nodig, maar ze gingen ook niet meer weg. Dat veranderde het denken ingrijpend. Integratie of culturele aanpassing werd sindsdien een voorwaarde voor de verbetering van de arbeidsmarktpositie van migranten.