Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilots inburgering van start tot finish, deel 5: Ontzorgen

Laatste update:

5. Pilot Geertruidenberg

Finish: ‘Dankzij de pilot is ontzorgen geen vaag begrip meer, maar juist heel concreet geworden’

In de gemeenten Geertruidenberg, Drimmelen, Altena en Oosterhout (hierna: Dongemondgemeenten) werd de pilot ontzorgen gecombineerd met een pilot duale trajecten. ’We willen mensen helpen om snel uit de uitkering te komen en werk te vinden. Belangrijk daarvoor is een goede start zonder schulden in de beginperiode of zorgen rond financiële administratie. Als we daar in het begin in investeren, dan vergroten we de kans op een snelle en duurzame instroom naar werk.’

Naast de sterke relatie tussen ontzorgen en duale trajecten, zagen de Dongemondgemeenten ook veel voordelen op het gebied van samenwerking, vertelt Richard Derks, projectleider bij de gemeente Geertruidenberg. ‘We dachten dat op het gebied van regionale samenwerkingen, zeker als het gaat over ontzorgen, nog veel te winnen viel met elkaar.’

Rommelige instroom door corona

De pilot ontzorgen bestond uit drie onderdelen:

  1. het ontzorgen van de vaste lasten voor de huur, rekeningen voor gas, water, licht en zorgverzekering in samenwerking met de kredietbank,
  2. groepstrainingen richting financiële zelfredzaamheid,
  3. individuele begeleiding. 

Derks: ‘Het liefste wil je dat daar een bepaalde volgorde in zit. Het ontzorgen van de vaste lasten direct als mensen binnenkomen, vervolgens volgen ze groepstraining en krijgen ze individuele begeleiding. Uiteindelijk neemt de individuele begeleiding het over en wordt het vaste lasten beheer afgebouwd.’

Alleen door corona hadden de gemeenten een rommelige instroom. ‘We hadden weinig nieuwe statushouders begin dit jaar. We deden de trainingen met mensen die al langer in Nederland waren, terwijl deze eigenlijk bestemd zijn voor mensen die net in Nederland zijn.’ Zo hebben de gemeenten iets minder ervaring kunnen opdoen met de beoogde doelgroep. Toch heeft de pilot vele inzichten gegeven.

Als we in het begin investeren in een goede start zonder zorgen over schulden of administratie, maken we daarmee het pad naar werk een stuk makkelijker.

Financieel ontzorgen minimaliseren 

Na de pilot nemen de Dongemondgemeenten als les mee om het financieel ontzorgen alleen voor de wettelijk verplichte onderdelen (huur, water/energie en zorgverzekering) en standaard voor zes maanden te doen. 

Derks: ‘Er was een discussie over wat je allemaal moet en eventueel kan ontzorgen. Hoe breed maak je het? Alleen de verplichte onderdelen of ook de kinderopvang en het internet? Je kunt alles wel overnemen, maar dat vergt ook veel administratie en het moet uiteindelijk een keertje terug. En op basis waarvan geef je het dan weer terug aan de statushouder? Voordat alles dan weer op de naam van de statushouder staat zijn er weer een paar weken voorbij.’

Daarom willen de Dongemondgemeenten het heel simpel houden en juist inzetten op een goede maatschappelijke begeleiding.  

Inzetten op begeleiding 

Derks noemt goede begeleiding essentieel. ‘Dat mensen straks financieel zelfredzaam zijn valt of staat met de begeleiding. Je kunt wel allemaal dingen bij mensen weghalen, maar uiteindelijk moeten de mensen het later zelf doen.’

In het vervolg willen ze investeren in de kwaliteit van individuele begeleiding in het eerste half jaar en deze integreren in de maatschappelijke begeleiding. Ook was er met de begeleiding veel maatwerk nodig. ‘Eigenlijk is het beperkt wat je collectief kunt doen, omdat de mensen bijvoorbeeld verschillen in opleidingsniveau en taal. Collectief kun je wel veel van elkaar leren en een netwerk van contact ontwikkelen.’  

Daarnaast is het belangrijk om naast de begeleiding ook te kunnen toetsen of en wanneer iemand financieel zelfredzaam is. Derks: ‘Bij de training was er een intake waar de inburgeraar zelf aangaf hoe financieel zelfredzaam hij was op verschillende onderdelen. Alleen werd dit gewoon gedaan aan de hand van een vragenlijst die afgevinkt werd, terwijl je dit juist in de praktijk wilt zien en beoordelen. Dat kan alleen in goede samenwerking met individuele begeleiding.’

Ontzorgen gecombineerd met een duaal traject 

Naast het ontzorgen hebben de Dongemondgemeenten nog een pilot duale trajecten gedraaid. Derks: ‘We leggen veel nadruk op de begeleiding richting werk. Als we in het begin investeren in een goede start zonder zorgen over schulden of administratie, maken we daarmee het pad naar werk een stuk makkelijker.’

De doelstelling van de beide pilots was dan ook leren op welke wijze ontzorgen moet worden ingericht, zodat het maximaal bijdraagt aan het wegnemen van stress bij regelzaken zodat deelnemers zich beter kunnen focussen op de inburgering. Dat vergroot de kans op  een snellere en duurzame uitstroom naar werk.  

Het was de bedoeling om deze pilots synchroon te laten lopen met dezelfde groep deelnemers. ‘Dan kan je zien of het ontzorgen van mensen ook effect heeft op de uitstroom naar werk', aldus Derks. Alleen de pilot ontzorgen werd verschoven, terwijl de duale trajecten al liepen. Daardoor hebben verschillende groepen meegedaan aan de twee pilots en kon het effect moeilijk worden gemeten. ’We hebben losse stukjes van de beide trajecten, maar nu willen we het hele proces uitproberen.’ 

Geleerde lessen

  • Investeer in de kwaliteit van individuele begeleiding en integreer dit in de maatschappelijke begeleiding.
  • Voer het financieel ontzorgen alleen uit voor de wettelijk verplichte onderdelen (huur, water/energie en zorgverzekering) en standaard voor zes maanden.
  • Belangrijk om randvoorwaarden zoals laptops, internet, kinderopvang en vrij(stelling) van / afstemming met inburgeringsactiviteiten tijdig te regelen.
  • Stel vast wanneer inburgeraars financieel zelfredzaam zijn en welke (toetsbare) stadia daarin te herkennen zijn.

Geen vaag begrip meer 

Hoewel de pilots misschien niet liepen zoals van tevoren bedacht, zijn de gemeenten blij met de geleerde lessen. Derks: ‘We hebben nu het gevoel dat we grip op het ontzorgen hebben. Het is geen vaag begrip meer, maar heel concreet geworden. Daar zijn we trots op.’ 

Ook hebben de gemeenten meer zicht op de realiteit. ‘De betrokken partijen hadden zelf ook nog niet alles op orde. Iedereen heeft nu wat huiswerk en weet wat er de komende maanden tot aan de implementatie nog geregeld moet worden. We weten nu bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om de randvoorwaarden tijdig te bespreken, dat de gemeente de regierol echt moet pakken en dat maatwerk een vereiste is.’

Ook de samenwerking met de vier gemeenten verliep goed. Derks: ‘Je leert veel van elkaar. Wat voor de ene gemeente erg vanzelfsprekend is, is voor de ander weer een zinvolle les. Leuk om het zo met meerdere gemeenten te doen en te leren van elkaar.’