Participatie in de inburgering
Laatste update: 28 oktober 2024Inleiding
Over deze handreiking
Sinds de Wet inburgering 2021 van kracht werd op 1 januari 2022, is de gemeente verantwoordelijk voor een passend aanbod aan taal- en participatiemogelijkheden, met als doel nieuwkomers zo snel mogelijk volwaardig te laten deelnemen aan de samenleving.
Uit de KIS-monitor 2024 blijkt dat gemeenten in de praktijk stuiten op diverse uitdagingen, met name bij het organiseren van de participatiecomponent. Het is vaak lastig om de verschillende verplichtingen van inburgeraars in een haalbaar rooster samen te brengen. Ook het vinden van geschikte werk- of participatieplekken is een terugkerend knelpunt. Werkgevers zijn vaak terughoudend in het aannemen van inburgeraars die de taal nog niet beheersen, terwijl duale trajecten juist gericht zijn op leren in de werkomgeving.
Veel gemeenten zijn nieuw in de organisatie van participatie binnen de inburgering en hebben behoefte aan praktische tips en tools. Deze handreiking biedt beleidsmedewerkers en professionals inspiratie en ondersteuning bij de invulling van participatie, met tips en voorbeelden die toepasbaar zijn op alle leerroutes.
Leeswijzer
- Hoofdstuk 1 beschrijft het beleidskader en de doelen van de Wet inburgering 2021 (Wi2021).
- Hoofdstuk 2 gaat in op welke organisaties gemeenten kunnen betrekken bij de uitvoering.
- Hoofdstuk 3 bespreekt de praktische uitvoering van participatie en geeft een overzicht van de verschillende participatie-activiteiten.
- Hoofdstuk 4 biedt praktische aanbevelingen en strategieën voor het begeleiden van inburgeraars naar een participatieplek en voor de ondersteuning van werkgevers.
- Hoofdstuk 5 richt zich op wat bijdraagt aan een succesvolle inrichting en uitvoering van participatie en biedt hierbij praktische tips.
- Hoofdstuk 6 presenteert verschillende goede praktijkvoorbeelden die laten zien hoe gemeenten en organisaties succesvol participatie-activiteiten en -programma’s hebben opgezet en uitgevoerd. Deze voorbeelden dienen ter inspiratie en als praktische leidraad voor de lezer.
- Hoofdstuk 7 bevat toelichting, instructies en een link naar materialen voor een participatieprogramma, waar uitvoerders meteen mee aan de slag kunnen. Deze bestaat uit twee modules, ontwikkeld door NewBees.
Definities
In deze handreiking wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende termen, waarbij de volgende definities worden aangehouden:
- Participatie-activiteiten: activiteiten die bijdragen aan zelfredzaamheid, maatschappelijke deelname en voorbereiding op de arbeidsmarkt;
- Participatieplek: werkplekken zoals stages, vrijwilligerswerk, werkervaringsplaatsen of betaald werk;
- Participatie: de alomvattende verplichting binnen de Wet inburgering 2021 (Wi2021).
Verder wordt in deze handreiking de term ‘inburgeraars’ gebruikt om te verwijzen naar de deelnemende doelgroep: mensen die verplicht zijn om in te burgeren en van wie wordt verwacht dat ze deelnemen aan participatie-activiteiten. Dit omvat zowel asielstatushouders als gezinsmigranten; als er onderscheid bestaat in verplichtingen, is het aangegeven in de tekst.
Inhoud
-
6. Praktijkvoorbeelden
- 6.1. Vrijwilligerswerk door inburgeraars in de gemeente Arnhem
- 6.2. Een snelle start voor de Z-route in de gemeente Groningen
- 6.3. Ervaringsdeskundige begeleiding in de gemeente Zaanstad
- 6.4. Een basisjaar voor inburgeraars in de gemeente Meppel
- 6.5. Motivatie vergroten onder inburgeraars in de regio West-Friesland
- 6.6. Effectief werkgevers betrekken in de gemeente Meierijstad
Participatie in de inburgering
Laatste update: 28 oktober 2024Inleiding
Participatie en inburgering gaan hand in hand
Participatie speelt een essentiële rol in de inburgering. Het helpt mensen met een inburgeringsplicht om snel en volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Sinds de invoering van de Wet inburgering 2021 ligt de regie op uitvoering bij de gemeente. Taal en participatie worden in de inburgeringstrajecten geïntegreerd om elkaar te versterken. Het is een uitdagende taak die gemeenten vaak samen met (lokale) uitvoeringsorganisaties oppakken. Om participatie te bevorderen, heeft NewBees in samenwerking met Divosa deze handreiking opgesteld, ter inspiratie voor de invulling van participatie binnen de inburgering.
Deze handreiking is bedoeld voor beleidsmedewerkers en uitvoerende professionals van gemeenten en (lokale) organisaties, die betrokken zijn bij het inburgerings- en participatiebeleid. Ze bevat aandachtspunten en concrete voorbeelden voor het vormgeven van participatie binnen de inburgering.
Het belang van participatie in de inburgeringstrajecten
Actieve deelname aan de samenleving speelt een sleutelrol in het integratieproces van inburgeraars. Het helpt hen de Nederlandse taal en cultuur te leren kennen en biedt ruimte om talenten te ontwikkelen en een sociaal netwerk op te bouwen. Dit bevordert het zelfvertrouwen en de persoonlijke groei, waardoor inburgeraars beter in staat zijn om zelfstandig deel te nemen aan de samenleving. Werk draagt ook bij aan fysieke en psychische gezondheid, vermindert stress en verhoogt de levenskwaliteit. Financiële onafhankelijkheid is daarbij een belangrijk positief gevolg.
Actieve inburgeraars verrijken de samenleving door divers talent en nieuwe perspectieven te introduceren, wat bijdraagt aan economische en culturele groei. Bovendien vermindert duurzame arbeidsparticipatie onder inburgeraars de afhankelijkheid van uitkeringen, wat de druk op sociale zekerheidssystemen verlaagt. Actieve inburgeraars bouwen bovendien bruggen tussen verschillende culturen.
Over deze handreiking
Sinds de Wet inburgering 2021 van kracht werd op 1 januari 2022, is de gemeente verantwoordelijk voor een passend aanbod aan taal- en participatiemogelijkheden, met als doel nieuwkomers zo snel mogelijk volwaardig te laten deelnemen aan de samenleving.
Uit de KIS-monitor 2024 blijkt dat gemeenten in de praktijk stuiten op diverse uitdagingen, met name bij het organiseren van de participatiecomponent. Het is vaak lastig om de verschillende verplichtingen van inburgeraars in een haalbaar rooster samen te brengen. Ook het vinden van geschikte werk- of participatieplekken is een terugkerend knelpunt. Werkgevers zijn vaak terughoudend in het aannemen van inburgeraars die de taal nog niet beheersen, terwijl duale trajecten juist gericht zijn op leren in de werkomgeving.
Veel gemeenten zijn nieuw in de organisatie van participatie binnen de inburgering en hebben behoefte aan praktische tips en tools. Deze handreiking biedt beleidsmedewerkers en professionals inspiratie en ondersteuning bij de invulling van participatie, met tips en voorbeelden die toepasbaar zijn op alle leerroutes.
Leeswijzer
- Hoofdstuk 1 beschrijft het beleidskader en de doelen van de Wet inburgering 2021 (Wi2021).
- Hoofdstuk 2 gaat in op welke organisaties gemeenten kunnen betrekken bij de uitvoering.
- Hoofdstuk 3 bespreekt de praktische uitvoering van participatie en geeft een overzicht van de verschillende participatie-activiteiten.
- Hoofdstuk 4 biedt praktische aanbevelingen en strategieën voor het begeleiden van inburgeraars naar een participatieplek en voor de ondersteuning van werkgevers.
- Hoofdstuk 5 richt zich op wat bijdraagt aan een succesvolle inrichting en uitvoering van participatie en biedt hierbij praktische tips.
- Hoofdstuk 6 presenteert verschillende goede praktijkvoorbeelden die laten zien hoe gemeenten en organisaties succesvol participatie-activiteiten en -programma’s hebben opgezet en uitgevoerd. Deze voorbeelden dienen ter inspiratie en als praktische leidraad voor de lezer.
- Hoofdstuk 7 bevat toelichting, instructies en een link naar materialen voor een participatieprogramma, waar uitvoerders meteen mee aan de slag kunnen. Deze bestaat uit twee modules, ontwikkeld door NewBees.
Definities
In deze handreiking wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende termen, waarbij de volgende definities worden aangehouden:
- Participatie-activiteiten: activiteiten die bijdragen aan zelfredzaamheid, maatschappelijke deelname en voorbereiding op de arbeidsmarkt;
- Participatieplek: werkplekken zoals stages, vrijwilligerswerk, werkervaringsplaatsen of betaald werk;
- Participatie: de alomvattende verplichting binnen de Wet inburgering 2021 (Wi2021).
Verder wordt in deze handreiking de term ‘inburgeraars’ gebruikt om te verwijzen naar de deelnemende doelgroep: mensen die verplicht zijn om in te burgeren en van wie wordt verwacht dat ze deelnemen aan participatie-activiteiten. Dit omvat zowel asielstatushouders als gezinsmigranten; als er onderscheid bestaat in verplichtingen, is het aangegeven in de tekst.
1 Wettelijk kader
In dit hoofdstuk worden het doel en het wettelijke kader van participatie in de Wet inburgering 2021 (Wi2021) toegelicht. Per leerroute wordt uitgelegd wat het doel is van participatie en aan welke voorwaarden deze activiteiten moeten voldoen. Ook wordt de beleidsvrijheid van gemeenten om invulling te geven aan participatie binnen leerroutes besproken. Tevens worden financieringsmogelijkheden voor participatie-activiteiten belicht.
1.1. Waarom participatie organiseren in de inburgering?
De Wi2021 gaat niet alleen over het leren van de Nederlandse taal, maar ook over participatie. Vanuit de wet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het aanbieden van drie verschillende leerroutes. Iedere leerroute is gericht op het leren van de Nederlandse taal, in combinatie met participatie. Dit betekent dat de gemeente voor iedereen die inburgeringsplichtig is onder de Wi2021, een leerroute vastlegt in het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP). Dit plan legt vast hoe taallessen en participatie-activiteiten elkaar aanvullen, met als doel volledige deelname aan de samenleving. Het doel is dat het inburgeringstraject bijdraagt aan het voldoen aan de inburgeringsplicht en de integratie in de samenleving. Door deze beleidsambitie is het inburgeringsstelsel gepositioneerd als onderdeel van het bredere sociaal domein.
Een belangrijk doel van de Wi2021 is dat inburgeraars het voor hen hoogst haalbare taalniveau behalen, idealiter B1, om volwaardig mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Niveau B1 staat voor een 'onafhankelijk gebruiker', die op de werkvloer kan communiceren over situaties en ervaringen. Andere niveaus, zoals A1 en A2, zijn meer gericht op basale taalvaardigheden: het beantwoorden van vragen en beschrijven van alledaagse handelingen. Om taalniveau B1 te kunnen halen is het nodig om vanaf de start van de leerroute de taal te leren en te oefenen in combinatie met de praktijk.
Duale benadering van taal en participatie
De duale benadering, waarbij taalonderwijs wordt gecombineerd met participatie in een talige omgeving, is een kernprincipe van het huidige inburgeringsstelsel. Onderzoek van Cito en ITTA toont aan dat het combineren van taallessen met praktische toepassingen van de geleerde taal bijdraagt aan een snellere en effectievere taalverwerving. [1, 2]. Dit stimuleert een duale aanpak van taal en participatie, waardoor sociale interactie en betrokkenheid bij de samenleving worden versterkt. Dit wordt ook wel praktijkgericht leren genoemd.
Lees in de handreiking Kwaliteit van taal in de inburgering hoe je bij de inkoop van taalaanbod participatie kunt meenemen.
-
1. Op zoek naar het succes van inburgering (Cito 2008)
2. Buitenschools leren in het NT2-onderwijs, Yolande Emmelot en Simon Verhallen e.a., ITTA (1997)
1.2. Participatie in de leerroutes
Vanuit de Wi2021 is de gemeente verantwoordelijk om voor inburgeraars die inburgeringsplichtig zijn onder deze wet, een van de drie leerroutes: de B1-route, Onderwijsroute of Zelfredzaamheidsroute (Z-route) aan te bieden. Tijdens de brede intake wordt samen met mensen onderzocht welke leerroute het beste aansluit bij de capaciteiten en ambities van het individu. De leerroute wordt vastgelegd in het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP). In dit plan kan de gemeente afspraken opnemen over taallessen en participatie, en hoe deze elkaar aanvullen en versterken binnen het inburgeringstraject. De wettelijke verplichting voor participatie verschilt echter per leerroute.
- B1-route: inburgeraars streven binnen drie jaar naar taalniveau B1 of schalen af naar A2 na aanzienlijk geleverde inspanning. Participatie is niet wettelijk verplicht, maar wordt gestimuleerd om integratie en het vinden van werk te bevorderen.
- Onderwijsroute: voor inburgeraars met potentieel en ambitie om een reguliere opleiding te volgen. Deze route omvat intensief taalschakelonderwijs en bereidt voor op het behalen van een erkend diploma. Hoewel participatie niet verplicht is, wordt actieve maatschappelijke betrokkenheid aangemoedigd.
- Zelfredzaamheidsroute (Z-route): deze route is voor inburgeraars waarvoor de onderwijs- of B1-route niet haalbaar is. De focus ligt op zelfredzaamheid, met 800 uur taalonderwijs en voor statushouders ook 800 uur verplichte participatie. Voor gezinsmigranten bestaat de Z-route uit 800 uur taal, inclusief aandacht voor KNM. De urenverplichting voor het participatie-onderdeel vervalt voor hen. De Z-route wordt afgerond met een gesprek in plaats van een examen.
Participatie in de Z-route volgens het Besluit inburgering
De wettelijke verplichte participatie voor inburgeringsplichtige statushouders die de Z-route volgen wordt in artikel 3.14 van het Besluit inburgering 2021 als volgt omschreven:
In totaal 800 uren besteed aan activiteiten gericht op zelfredzaamheid, activering en participatie in de Nederlandse maatschappij, waarbij de activiteiten:
- Plaatsvinden in een Nederlandstalige omgeving; en
- Niet in isolement plaatsvinden.
Voorbeelden van dergelijke participatie-activiteiten worden uitgebreid toegelicht in paragraaf 3.2.
Vroeg starten met taal én participatie
De Wi2021 moedigt gemeenten en betrokken uitvoeringsorganisaties aan om zo vroeg mogelijk te starten met taal en participatie, het liefst al vanaf de periode in de opvang. De hoofdregel is dat inspanningen voorafgaand aan het vaststellen van het PIP niet meetellen voor de urenverplichting in Z-route. Wel is het mogelijk dat participatie-uren in het kader van de brede intake meetellen voor de urenverplichting van de participatiecomponent van de Z-route (Bi2021, artikel 3.14, zesde lid). De brede intake start zodra de gemeente contact heeft met de inburgeraar over diens inburgering in het kader van de brede intake. Dit kan dus ook al vóór huisvesting in de gekoppelde gemeente zijn.
Meer informatie over de leerroutes
Bekijk de Handreiking Leerroutes en de Wet inburgering in vraag en antwoord.
1.3. Beleidsvrijheid
Gemeenten hebben veel beleidsvrijheid bij de invulling van participatie binnen de leerroutes. Deze flexibiliteit heeft een aantal voordelen:
- Aansluiting bij bredere doelstellingen: de invulling van participatie kunnen gemeenten laten aansluiten op de lokale context en op de algemene voorzieningen in het sociaal domein. Bijvoorbeeld door de participatiecomponent te integreren met de doelstellingen van de Participatiewet. Zo kunnen gemeenten een coherente aanpak ontwikkelen die bijdraagt aan de bredere doelstellingen van sociale inclusie en arbeidsparticipatie.
- Lokale invulling: gemeenten kunnen participatie-activiteiten afstemmen op bestaande lokale initiatieven en maatschappelijke organisaties, zoals buurtactiviteiten en zelforganisaties van inburgeraars en vrijwilligerswerk, om zo optimaal aan te sluiten bij de lokale context.
- Maatwerk: gemeenten kunnen trajecten op maat ontwikkelen die passen bij de specifieke situatie en behoeften van de inburgeraar.
1.4. Financieel kader
De Wi2021 voorziet in financiering via de SPUK inburgering (Specifieke uitkering inburgeringsvoorzieningen) voor leerroutes, de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP), maatschappelijke begeleiding, en het Participatieverklaringstraject (PVT). Voor de SPUK inburgering geldt dat gemeenten zelf kunnen bepalen of onderdelen afzonderlijk of gezamenlijk worden georganiseerd en hoeveel budget aan elk onderdeel wordt besteed.
De financiering van participatie-activiteiten binnen de leerroutes hangt af van de visie en beleidskeuzes van de gemeente. Gemeenten kunnen de SPUK inburgering inzetten voor participatie-activiteiten binnen deze leerroutes. Afhankelijk van het beleid van de gemeente kunnen inburgeraars naast taallessen deelnemen aan (reguliere) participatie-activiteiten, uitgevoerd door de gemeente zelf of door lokale organisaties. Naast de SPUK inburgering kunnen gemeenten, afhankelijk van de lokale context, ook gebruikmaken van de volgende budgetten om participatie in de leerroutes te organiseren:
- Re-integratiebudget: activiteiten Participatiewet die gericht zijn op arbeidsmarktoriëntatie (stages), werknemersvaardigheden en toeleiding naar (vrijwilligers)werk.
- Wmo-budget (Wet maatschappelijke ondersteuning): activiteiten welzijn, sociale basis, vrijwilligerswerk, sociale activering, dagbesteding.
- Incidentele middelen: bijvoorbeeld Integraal Zorg Akkoord (IZA) en Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA).
- Middelen arbeidsmarktregio voor toeleiding naar werk.
2 Organisatie en uitvoering
Uit het eerste hoofdstuk volgt dat het organiseren van participatie in de leerroutes bijdraagt aan het behalen van de inburgeringsplicht op een zo hoog mogelijk taalniveau. De praktische vraag is dan: hoe zorg je er als gemeente samen met uitvoeringspartners voor dat elke inburgeraar een traject volgt waarin taal en participatie elkaar versterken? Dit hoofdstuk biedt gemeenten ideeën en inspiratie over hoe zij dit kunnen aanpakken.
2.1. Wie voert de participatie-activiteiten uit?
Een kernvraag bij het organiseren van participatie is: wie voert deze activiteiten uit? De gemeente heeft de regierol in de inburgering en maakt hierin belangrijke keuzes.
Opties voor de gemeente:
- Zelf uitvoeren: de gemeente kan ervoor kiezen om alleen het taalonderwijs in te kopen bij een taalaanbieder, terwijl ze zelf verantwoordelijk blijft voor de organisatie en uitvoering van de participatie-activiteiten. Een voordeel hiervan is dat gemeenten directe controle behouden over de participatie-activiteiten, waardoor ze deze kunnen afstemmen op lokale behoeften en voorzieningen uit de Participatiewet. Een nadeel kan zijn dat gemeenten te maken krijgen met een gebrek aan capaciteit en expertise om participatie-activiteiten uit te voeren, wat een impact kan hebben op de kwaliteit en effectiviteit.
- Deels of volledig uitbesteden: sommige gemeenten werken graag samen met verschillende aanbieders, zoals taalaanbieders, sociale werkbedrijven en welzijnsorganisaties. Deze gedeelde verantwoordelijkheid zorgt voor diversiteit in aanbod, maar vraagt ook om goede communicatie en afstemming tussen verschillende partijen.
- Duaal inkopen: gemeenten kunnen kiezen voor één contract voor zowel taal- als participatie-activiteiten, wat zorgt voor een geïntegreerde aanpak. Deze optie vraagt minder coördinatie tussen verschillende partijen, maar er bestaat een risico dat taalaanbieders minder ervaring hebben met participatie-activiteiten.
- Twee contracten: een contract met een taalaanbieder en een contract met een gespecialiseerde organisatie voor participatie. Deze aanpak zorgt voor kwaliteit door de inzet van expertise, maar vraagt wel goede afstemming en communicatie tussen beide partijen.
2.2. Samenhang met sociaal domein
Gemeenten kunnen ook met sociaal ontwikkelbedrijven en/of andere gemeenten samenwerken op het gebied van participatie. Dit kan leiden tot lagere uitvoerings- en inkoopkosten en biedt meer mogelijkheden om een passend aanbod te ontwikkelen. Gemeenten hebben de vrijheid om gezamenlijk in te kopen, bijvoorbeeld op het gebied van het sociaal domein of de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
Het is belangrijk om ook binnen de eigen gemeente verbinding te maken met het bredere sociale domein, zoals de sociale basis, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), het Integraal Zorg Akkoord (IZA), armoedebestrijding, schuldenaanpak, de Participatiewet en gezondheidsprojecten. Deze verbindingen dragen bij aan een integrale en samenhangende ondersteuning voor inburgeraars in de gemeente.
2.3. Betrokken organisaties
Gemeenten kunnen, naast hun uitvoeringspartners, ook andere lokale organisaties betrekken bij participatie-activiteiten. Veel van deze organisaties bieden activiteiten aan voor buurtbewoners en inwoners uit de regio, waarbij inburgeraars kunnen aansluiten. Dit vergroot niet alleen het netwerk van inburgeraars en hun kennis van de omgeving, maar helpt de organisaties ook om hun publiek te verbreden.
Denk hierbij aan:
- Bibliotheken: voor taal- en leesbevorderingsprogramma’s.
- Musea: voor culturele activiteiten en educatieve programma's.
- Buurt- en gemeenschapscentra: voor sociale activiteiten en buurtinitiatieven.
- Zorginstellingen: voor vrijwilligerswerk en sociale interactie.
- Sportverenigingen: voor integratie door middel van sport en recreatie.
- Vrijwilligers en non-profitorganisaties: voor ondersteuning bij vrijwilligerswerk en projecten gericht op gemeenschapsopbouw (community building).
- Lokale bedrijven en werkplekken: voor stages, werkervaring en begeleiding bij werk (jobcoaching).
3. Participatie in de praktijk
Dit hoofdstuk bespreekt de praktische invulling van participatie volgens de Wet Inburgering 2021. Het behandelt de verschillende soorten activiteiten die deel uitmaken van de verplichte 800 uur participatie in de Zelfredzaamheidsroute (Z-route), maar die ook waardevol kunnen zijn voor inburgeraars in de B1-route en de Onderwijsroute.
3.1. Praktische toepassing van participatie in de inburgering
Bij het invullen van de participatiecomponent in de Z-route is het belangrijk te voldoen aan twee eisen: ten eerste dat de activiteiten plaatsvinden in een Nederlandstalige omgeving en ten tweede dat deze niet in isolement plaatsvinden. Participatie moet gericht zijn op zelfredzaamheid, activering en integratie in de Nederlandse maatschappij. Dit betekent dat naast participatie-activiteiten zoals betaald werk, stages of vrijwilligerswerk, ook andere activiteiten die bijdragen aan deze doelen meetellen. Hieronder vallen ook de verplichte Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en het Participatieverklaringstraject (PVT) voor elke inburgeraar.
De Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en het Participatieverklaringstraject (PVT)
De MAP en het PVT zijn beide verplicht voor inburgeraars in de Wi2021. De Module Arbeidsmarkt en Participatie bereidt inburgeringsplichtigen voor op de Nederlandse arbeidsmarkt en laat hen kennismaken met de werkcultuur in Nederland. Naast training in acht verschillende thema’s omvat de Module Arbeidsmarkt en Participatie ook een participatiecomponent van 40 uur. De Module Arbeidsmarkt en Participatie is verplicht voor zowel de Z-route als de B1-route. Het Participatieverklaringstraject introduceert inburgeraars tot de kernwaarden en grondbeginselen van de Nederlandse samenleving, zodat zij begrijpen wat van hen als burgers wordt verwacht. Het Participatieverklaringstraject is verplicht voor alle inburgeringsplichtigen. Uren waarin inburgeraars actief bezig zijn met deze trajecten, mogen worden afgetrokken van de verplichte participatie-uren in de Z-route.
Maatwerk
Een belangrijk doel van de Wet inburgering 2021 is maatwerk: het inburgeringsaanbod moet worden afgestemd op de startpositie en ontwikkelmogelijkheden van de nieuwkomer. Het is belangrijk om te evalueren hoe specifieke activiteiten bijdragen aan de ontwikkeling en zelfredzaamheid van het individu. Sommige inburgeraars zijn mogelijk sneller klaar voor een (vrijwilligers)werkplek, terwijl anderen meer baat hebben bij een langere periode van ondersteuning met leerzame groepsactiviteiten. Deze focus op maatwerk garandeert dat participatie-activiteiten niet alleen voldoen aan de wettelijke eisen, maar ook daadwerkelijk bijdragen aan de persoonlijke groei en integratie van inburgeraars.
Opgelet: participatie is altijd maatwerk
De cijfers uit de KIS-monitor 2024 (Kennisplatform Inclusief Samenleven) suggereren dat gemeenten binnen de Z-route vooral focussen op het activeren en vergroten van de zelfredzaamheid van inburgeraars, in plaats van directe begeleiding naar betaald werk. Binnen de B1-route komt dit laatste vaker voor. Participatie wordt vaak vormgegeven door middel van lokale activiteiten die ontmoeting en beweging stimuleren. Sommige gemeenten bieden ook startbanen (werk met ondersteuning op een beschutte plek) aan voor deelnemers aan de Z-route. De invulling van de Z-route blijft echter maatwerk, waarbij gemeenten in samenspraak met de inburgeraar het traject op individueel niveau vormgeven. Hierbij maken zij onder andere gebruik van jobcoaches.
3.2. Voorbeelden van participatie
Omdat participatie maatwerk is, kan een breed scala aan activiteiten worden ingezet. Enkele voorbeelden van participatie-activiteiten in een inburgeringstraject zijn:
- Werk: betaald werk op de Nederlandse arbeidsmarkt, wat de praktijkervaring en taalvaardigheid verbetert.
- Stages: onbetaalde, tijdelijke werkervaringen met een duidelijk leerelement, die beroepsvaardigheden ontwikkelen en integratie op de arbeidsmarkt bevorderen.
- Vrijwilligerswerk: deelname aan eenmalige of langdurige activiteiten bij maatschappelijke organisaties.
- Oefenen met een taalmaatje of taalbuddy: samen met een taalmaatje of taalbuddy taalvaardigheden oefenen.
- Taalcafé: een ontspannen informele setting waarin de Nederlandse taal wordt geoefend door gesprekken met vrijwilligers en andere deelnemers, wat taalvaardigheid en sociale contacten bevordert.
- Workshops: sessies over diverse thema’s die vaardigheden en kennis ontwikkelen, zoals computervaardigheden, budgetteren of gezondheid.
- Excursies door de buurt: wandelingen of uitstapjes die inburgeraars kennis laten maken met de omgeving, lokale voorzieningen en gemeenschapscentra, wat hun zelfredzaamheid vergroot.
- Culturele activiteiten: bezoeken aan musea of deelname aan lokale festivals, wat inburgeraars helpt zich meer verbonden te voelen met hun nieuwe woonomgeving.
- Sportactiviteiten: deelname aan sport verbetert de gezondheid en vergroot het lokale netwerk, wat sociale verbindingen en integratie bevordert. Dit kan variëren van fietsles en zwemles tot andere sportactiviteiten.
- MAP (Module Arbeidsmarkt en Participatie): behandelen van de acht thema’s en de verplichte 40 uur praktijkervaring.
- PVT (Participatieverklaringstraject): verplichte lessen waarin kennis wordt gemaakt met Nederlandse kernwaarden en samenleving.
- Maatschappelijke begeleiding: praktische ondersteuning bij het regelen van basisvoorzieningen en voorlichting over Nederlandse basisvoorzieningen. Wanneer deze activiteiten voldoen aan de eisen van de participatiecomponent van de Z-route, kan de gemeente besluiten deze uren mee te tellen als de verplichte participatie-uren. Dit geldt ook voor activiteiten gericht op financiële zelfredzaamheid.
Ter illustratie van de diversiteit aan participatie-activiteiten en het belang van maatwerk in het inburgeringstraject, toont figuur 1 praktijkvoorbeelden van twee inburgeraars die hun participatie-uren hebben afgerond.
4. Begeleiding naar een participatieplek
Uit de KIS-Monitor 2024 blijkt dat het vinden van geschikte werk- of participatieplekken voor inburgeraars een terugkerend knelpunt is. Factoren zoals hoge taaleisen, beperkte netwerken, diploma’s die niet erkend zijn en terughoudendheid bij werkgevers vanwege de investering die begeleiding van inburgeraars met zich meebrengt, vormen hierbij uitdagingen. Gemeenten spelen vanaf de start van de inburgering een belangrijke rol in het ondersteunen van inburgeraars bij het overwinnen van deze obstakels. In dit hoofdstuk geven we praktische tips en stappen om gemeenten en betrokken organisaties te helpen de begeleiding naar participatieplekken te verbeteren, zowel voor nieuwkomers als werkgevers.
4.1. Voorbereiding van inburgeraars op de Nederlandse arbeidsmarkt
De inburgeringsperiode biedt een kans om werknemersvaardigheden te ontwikkelen en de Nederlandse werkcultuur te leren kennen. De overgang naar de arbeidsmarkt kan moeilijk zijn door verschillen in cultuur, taal en verwachtingen. Daarom is een goede voorbereiding essentieel. Hoewel de MAP veel belangrijke thema’s behandelt, is extra focus op arbeidsmarktvoorbereiding relevant. Herhaling en oefening helpen bij het ontwikkelen van sollicitatievaardigheden, werketiquette en andere noodzakelijke vaardigheden. Dit kan bijvoorbeeld via workshops en trainingen over:
- Cv maken: leer inburgeraars een aantrekkelijke en professionele cv op te stellen die aansluit bij de Nederlandse arbeidsmarkt en hun vaardigheden, kennis, talent en ervaring weerspiegelt.
- Oefenen van sollicitatiegesprekken: organiseer rollenspellen ter voorbereiding op sollicitatiegesprekken.
- Werketiquette in Nederland: informeer nieuwkomers over de geschreven en ongeschreven regels op de Nederlandse werkvloer, zoals punctualiteit en samenwerking.
- Vrijwilligerswerk: bespreek de positieve perceptie van vrijwilligerswerk in Nederland. Leg uit hoe vrijwilligerswerk als opstap kan dienen naar betaald werk en helpt bij netwerken en het verbeteren van taalvaardigheden.
- Arbeidsrecht en -voorwaarden: informeer inburgeraars over rechten en plichten als werknemer in Nederland. Dit omvat kennis over arbeidscontracten, werktijden, verlofregelingen, minimumloon en andere relevante arbeidsvoorwaarden.
- Beroepsoriëntatie: verdiep de kennis van verschillende beroepen en sectoren binnen de Nederlandse en lokale context. Organiseer bedrijfsbezoeken en nodig professionals uit om een realistisch beeld van de arbeidsmarkt te schetsen.
Bij workshops en trainingen is het belangrijk dat mensen volop de kans krijgen om te oefenen. Kennis opdoen over het vinden van werk in Nederland is één ding, maar die kennis echt gebruiken in de praktijk is minstens zo belangrijk.
Ontdek de ervaring en talenten van nieuwkomers
Inburgeraars brengen vaak waardevolle ervaring uit hun land van herkomst mee, variërend van professionele tot sociale vaardigheden en competenties. Hoewel zij het beroep dat zij in hun thuisland uitoefenden mogelijk niet kunnen oppakken in Nederland, beschikken zij over deze vaardigheden en competenties, die zij ook in Nederland goed kunnen inzetten. Door deel te nemen aan activiteiten zoals workshops, excursies, sport en culturele uitstapjes, kunnen nieuwkomers hun vaardigheden verder ontwikkelen en ontdekken welke mogelijkheden er zijn in Nederland (zie ook paragraaf 3.2. Voorbeelden van participatie). Uitvoeringsprofessionals die deze activiteiten organiseren, krijgen zo ook een beter beeld van de talenten en ambities van de inburgeraars. Dit helpt in de zoektocht naar participatieplekken die goed aansluiten bij de kwaliteiten en vaardigheden van inburgeraars.
4.2. Voorlichting aan werkgevers
Het is belangrijk dat werkgevers de voordelen zien van het werken met inburgeraars. Diversiteit op de werkvloer brengt veel meerwaarde en nieuwkomers bieden unieke kwaliteiten en perspectieven. Direct contact en kennismaking maken een verschil; werkgevers nemen sneller iemand aan die ze persoonlijk hebben ontmoet. Daarom is het nuttig om samen met inburgeraars werkbezoeken te doen bij interessante bedrijven of netwerkevenementen te organiseren. Zo kunnen werkgevers en nieuwkomers elkaar ontmoeten en samen ontdekken of er mogelijkheden zijn voor een oefendag, snuffelstage of kennismaking. Wanneer een bedrijfsleider of eigenaar kennismaakt met een enthousiaste kandidaat, bestaat de kans dat er een goede match ontstaat.
Inburgeraars aannemen: voordelen voor werkgevers
Het aannemen van inburgeraars biedt werkgevers voordelen en kan het imago van hun bedrijf versterken. Inburgeraars brengen waardevolle inzichten, ervaringen en kennis mee vanuit hun cultuur. In onze steeds diverser wordende samenleving kan deze expertise helpen om nieuwe markten aan te boren en de klantenkring te vergroten. Dit stelt werkgevers in staat om beter in te spelen op de behoeften en verwachtingen van een diverse groep klanten of cliënten. Bovendien kan een divers team bijdragen aan creativiteit. Door inburgeraars aan te nemen, tonen werkgevers hun inzet voor gelijke kansen, diversiteit en maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat een positief effect kan hebben op de werksfeer en het imago van hun bedrijf. Inburgeraars aannemen kan ook helpen bij het voldoen aan vereisten zoals Social Return on Investment (SROI) en de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO-ladder), wat de kans op succesvolle aanbestedingen vergroot. Daarnaast zijn er financiële voordelen: diverse regelingen en subsidies verlagen de kosten voor werkgevers, wat het nog aantrekkelijker maakt om inburgeraars een kans te geven.
Voor werkgevers die inburgeraars in dienst willen nemen zijn er verschillende regelingen en subsidies beschikbaar:
- Subsidieregeling Ondersteuning Werkgevers Inzet Statushouders (SOWIS): deze regeling ondersteunt werkgevers bij het duurzaam aannemen van statushouders. Werkgevers kunnen via het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) subsidie aanvragen voor extra begeleiding op de werkvloer, gericht op het overbruggen van taal- en cultuurverschillen. Er is budget beschikbaar voor 2025 en 2026. De minister maakt drie maanden voor de openstelling de aanvraagtermijnen en subsidieplafonds bekend zodat werkgevers zich kunnen voorbereiden.
- Loonkostensubsidie: als een statushouder vanwege een arbeidsbeperking of taalachterstand niet het volledige minimumloon kan verdienen, kan een werkgever loonkostensubsidie aanvragen via de gemeente. De gemeente vergoedt daarna het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon aan de werkgever.
- Proefplaatsing: werkgevers kunnen een inburgeraar op proef aannemen zonder loonverplichting, terwijl de inburgeraar zijn uitkering behoudt. De werkgever geeft vooraf aan dat er een arbeidscontract volgt als de kandidaat geschikt blijkt.
- Social Return on Investment (SROI): deze overheidsaanpak richt zich op het creëren van werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder inburgeraars. Het aannemen van inburgeraars helpt werkgevers om aan SROI-eisen te voldoen, wat hun kansen op overheidsopdrachten kan vergroten.
- Subsidie praktijkleren: deze regeling biedt werkgevers financiële ondersteuning bij het aanbieden van leerwerktrajecten. Werkgevers ontvangen een vergoeding voor de begeleiding van inburgeraars.
- Jobcoach: voor werknemers die onder de Participatiewet vallen, kan de gemeente een jobcoach organiseren en financieren. Een jobcoach biedt begeleiding op de werkvloer, bijvoorbeeld bij het inwerken en opstellen van een werkplan.
4.3. Inburgeraars en werkgevers samenbrengen
Het verbinden van inburgeraars en werkgevers gaat niet altijd vanzelf. Tijdens de inburgering spelen gemeenten een bemiddelende rol bij dit proces. Het benutten van lokale en regionale voorzieningen en het opbouwen van een netwerk van relevante contacten binnen de gemeente zijn daarbij van groot belang. Dit vergt tijd en inzet. Neem daarom contact op met lokale werkgevers, arbeidsbureaus en maatschappelijke organisaties. Deze partijen kunnen waardevolle informatie en contacten bieden en helpen bij het leggen van verbindingen met bedrijven die openstaan voor samenwerking met inburgeraars.
Netwerkevenementen organiseren is een effectieve manier om inburgeraars en werkgevers met elkaar in contact te brengen. Wees transparant over de mogelijkheden en zorg dat het doel helder is: ontmoetingen faciliteren die kunnen leiden tot samenwerkingen. Dit zijn enkele stappen om succesvol een netwerkevenement te organiseren:
- Voorbereiding: help inburgeraars, een-op-een of in een workshop, bij het maken en oefenen van een korte presentatie over wie ze zijn en wat ze willen bereiken op de Nederlandse arbeidsmarkt. Zo kunnen ze in maximaal vijf minuten hun vaardigheden, talenten, ambities en interesses presenteren tijdens het evenement.
- Uitnodigen van werkgevers: nodig werkgevers uit verschillende sectoren in de regio uit en zorg dat ze gemotiveerd zijn om deel te nemen. Informeer hen goed over de voordelen van het aannemen van inburgeraars. Denk hierbij aan een versterkt imago, toegang tot nieuwe markten, een divers klantenbestand en financiële voordelen zoals subsidies (meer hierover in paragraaf 4.2. Voorlichting aan werkgevers).
- Evenementstrategie: creëer een informele setting waarin inburgeraars en werkgevers met elkaar in gesprek kunnen gaan. Zorg voor voldoende gelegenheid om zichzelf voor te stellen en vragen te stellen aan elkaar, bijvoorbeeld met vragenkaarten, spelletjes, en korte presentaties, gevolgd door een-op-eengesprekken. Een speeddatesessie is ook een goede optie, zodat alle deelnemers elkaar kort kunnen spreken. Omdat het voor inburgeraars spannend kan zijn om de eerste stap te zetten, is het belangrijk om waar nodig ondersteuning en gespreksstarters te bieden, zodat ze makkelijker het gesprek kunnen beginnen.
- Opvolging: zorg direct na het evenement voor een goede opvolging, zodat waardevolle kennismakingen en mogelijke matches kunnen uitmonden in concrete (vrijwilligers)werkplekken. Zorg ervoor dat deelnemers elkaars contactgegevens hebben, zodat je kunt stimuleren en faciliteren dat ze ook na de sessie contact opnemen. Bied hierbij ondersteuning waar nodig.
Lees hoe gemeente Meierijstad een banenmarkt voor inburgeraars heeft georganiseerd.
Regionale verbinders statushouders
Om meer statushouders aan het werk te helpen, presenteerde de voormalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in de zomer van 2023 het Plan van aanpak Statushouders aan het werk. Een belangrijk onderdeel van dit plan zijn de ‘regionale verbinders statushouders’. Deze verbinders werken in arbeidsmarktregio’s en onderzoeken welke projecten en initiatieven er al zijn voor de werkgelegenheid van statushouders, welke daarvan effectief zijn en hoe deze opgeschaald kunnen worden. Daarnaast creëren ze nieuwe mogelijkheden voor statushouders om werk te vinden. Centrumgemeenten in de 35 arbeidsmarktregio’s ontvangen budget via een decentralisatie-uitkering om deze rol in te vullen. Lees meer over de regionale verbinders statushouders.
4.4. Ondersteuning van werkgevers bij de begeleiding van inburgeraars
Om duurzame werkrelaties tussen werkgevers en inburgeraars te realiseren, is het belangrijk dat werkgevers inzicht hebben in de specifieke uitdagingen en benodigde ondersteuning. Daarnaast moeten ze weten hoe ze de vaardigheden en ervaringen van inburgeraars effectief kunnen inzetten binnen hun organisatie. Praktische tips en handvatten over hoe ze inburgeraars op de werkvloer kunnen begeleiden, zijn daarom waardevol. Dit helpt werkgevers om een inclusieve werkomgeving te creëren waarin inburgeraars zich welkom en gesteund voelen, en goed kunnen functioneren. Zo ontstaat er een werkomgeving die bijdraagt aan positieve bedrijfsresultaten en toont hoe waardevol divers talent is voor onze samenleving.
Praktische tips:
- Informeer werkgevers over cultuursensitief werken: leg werkgevers uit hoe cultuursensitief werken bijdraagt aan een werkklimaat waar aandacht is voor culturele verschillen en waar collega’s begrip hebben voor elkaars achtergrond. Dit bevordert wederzijds respect en samenwerking, vermindert het risico op misverstanden en conflicten en ondersteunt optimale prestaties van alle medewerkers, ook die zonder migratieachtergrond. Werkgevers kunnen bijvoorbeeld een training organiseren of inkopen over cultuursensitief werken. Als dit qua tijd of budget niet haalbaar is, kan een uitwisselingssessie met het team een laagdrempelige optie zijn. Tijdens zo’n sessie leren collega’s elkaar beter kennen door te praten over de werkcultuur, elkaars achtergrond, en door vooral vragen te stellen en te luisteren. Op deze manier kunnen veel misverstanden en aannames worden voorkomen. In paragraaf 5.4. wordt cultuursensitief werken uitgebreider besproken, met praktische tips voor de toepassing ervan op de werkvloer.
- Verstrek informatie over subsidies en regelingen: Voorzie werkgevers van informatie over beschikbare subsidies en regelingen die het aannemen van inburgeraars aantrekkelijker maken. Denk hierbij aan de loonkostenregeling, proefplaatsingen en specifieke budgetten zoals de Subsidieregeling Ondersteuning Werkgevers Inzet Statushouders (SOWIS). Bied ondersteuning bij het aanvragen door werkgevers te helpen met het invullen van formulieren, het maken van plannen en het opstellen van rapportages, of verwijs naar organisaties die hen kunnen begeleiden bij het aanvragen van deze subsidies. De beschikbare subsidies en regelingen kunnen per gemeente of regio verschillen, dus het is belangrijk om te onderzoeken welke opties er in jouw regio en gemeente zijn.
- Geef werkgevers tips over trainingen voor hun medewerkers: er bestaan specifieke programma’s die medewerkers helpen om zich bewust te worden van de impact van uitsluiting en die praktische handvatten bieden om inclusie op de werkvloer te bevorderen. Dit draagt bij aan een werksfeer waar medewerkers zich veilig en welkom voelen, en vergroot uiteindelijk de kans op duurzame werkrelaties. Voorbeelden van zulke programma's en trainingen die werkgevers kunnen overwegen (en zoektermen om geschikte aanbieders te vinden) zijn:
- Training over inclusief leiderschap: gericht op leidinggevenden en managers om hen te helpen de impact van vooroordelen in hun beslissingen te begrijpen en hen te leren hoe ze een inclusieve werkomgeving kunnen creëren.
- Training interculturele communicatie: gericht op het effectief en respectvol communiceren met collega’s en klanten uit diverse culturen.
- Training in bewustwording van vooroordelen (bias training): gericht op het herkennen en begrijpen van onbewuste vooroordelen.
- Informeer werkgevers over het ‘buddy-systeem’. Het is vaak nuttig om inburgeraars binnen het bedrijf aan een collega als buddy te koppelen. Deze buddy kan hen helpen met praktische zaken en dient als eerste aanspreekpunt, wat de nieuwkomer een gevoel van veiligheid en ondersteuning geeft. Zorg ervoor dat buddy’s goed getraind zijn in het begeleiden en duidelijk weten waar hun verantwoordelijkheid begint en eindigt. Een optie hiervoor is het programma ‘Taalbuddy's op het werk’, dat Nederlandstalige werknemers ondersteunt die als buddy optreden voor anderstalige collega's.
- Informeer werkgevers over hoe ze kunnen omgaan met communicatiebarrières: geef hen tips voor communicatie met inburgeraars, bijvoorbeeld door het inzetten van tolken en het gebruik van visuele hulpmiddelen. Lees meer tips over omgaan met communicatiebarrières.
- Houd regelmatig contact met zowel de nieuwkomer als de werkgever, bij voorkeur met de direct leidinggevende van de nieuwkomer. Blijf na de plaatsing betrokken en bied ondersteuning waar nodig om eventuele uitdagingen snel aan te pakken. Dit helpt om uitval te voorkomen, verhoogt het werkplezier en draagt bij aan een duurzame integratie van de nieuwkomer binnen de organisatie. Jobcoaches, wijkteams of andere ondersteunende partijen kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.
Online zijn er verschillende handreikingen beschikbaar met waardevolle tips die werkgevers kunnen helpen. Hieronder een overzicht van enkele van deze hulpmiddelen:
- De flyer 'Een statushouder bij u aan het Werk!' is het resultaat van de inspanningen van de Community of Practice Inburgering – Noordoost-Nederland. Deze flyer brengt regelingen in kaart voor werkgevers die met inburgeraars willen samenwerken.
- Het Rapport Van de werkvloer naar het leven van ITTA (Kennisinstituut voor Taalontwikkeling) biedt inzichten in hoe werkgevers duurzaam impact kunnen maken op arbeidsparticipatie en het leven van hun werknemers. Dit rapport kan dienen als gids bij het opzetten van ondersteuningsstructuren, zoals ontwikkelingsgesprekken, werkplekbegeleiding en cursusaanbod, die bijdragen aan een productieve en ondersteunende werkomgeving voor werknemers met diverse achtergronden en vaardigheden. Op basis van de bevindingen uit het rapport is er, in samenwerking met werkgevers, een document met praktische handvatten (download pdf) ontwikkeld.
- De handleiding Diversiteit, equity & inclusie: van theorie naar praktijk van NewBees INC. biedt concrete adviezen om inclusiviteit hoger op de agenda te krijgen binnen een organisatie. Inclusieve organisaties hebben vaak een hogere productiviteit en minder verzuim en verloop. NewBees INC. benoemt de belangrijkste obstakels en biedt praktische oplossingen om een breed draagvlak te creëren voor een werkelijk inclusieve werkomgeving.
- De Handreiking voor het begeleiden van statushouders op de werkvloer, ontwikkeld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), biedt werkgevers waardevolle inzichten. Deze gids bevat essentiële aandachtspunten, praktijkvoorbeelden en concrete stappen om de integratie van statushouders binnen hun organisatie te bevorderen.
- De Handreiking Cultuursensitief werken richt zich primair op werken binnen gemeenten, maar bevat ook waardevolle richtlijnen en adviezen die bruikbaar zijn voor andere werkomgevingen.
5. Praktische tips en tricks voor het organiseren van participatie
In dit hoofdstuk delen we werkzame elementen voor de uitvoering van participatie in de inburgering, aangevuld met praktische tips. Deze elementen en tips dragen bij aan de maatschappelijke doelstelling van de Wet inburgering 2021 (Wi2021) om inburgeraars direct te laten deelnemen aan de samenleving.
5.1. Gebruik het bestaande lokale netwerk
Een belangrijke voorwaarde om participatie binnen het inburgeringsproces te bevorderen, is het optimaal benutten van het bestaande lokale netwerk. Lokale netwerken bestaan uit diverse organisaties en initiatieven die actief zijn binnen een gemeenschap, zoals buurtverenigingen, vrijwilligersorganisaties, onderwijsinstellingen, werkgevers, culturele instellingen en zorgorganisaties. Zij bieden vaak uiteenlopende ondersteuningsmogelijkheden aan, van taal- en cultuurprogramma’s tot arbeidsbemiddeling en sociale activiteiten. Door inburgeraars actief bij deze netwerken te betrekken, wordt het gemeenschapsgevoel en de verbondenheid versterkt.
Praktische tips over gebruik van het lokale netwerk:
- Breng relevante netwerken in kaart: start met het identificeren van lokale netwerken en organisaties. Breng in kaart welke hiervan al betrokken zijn bij de ondersteuning van inburgeraars en welke nog benut kunnen worden.
- Stimuleer samenwerking: organiseer netwerkbijeenkomsten waar verschillende lokale organisaties samenkomen om kennis en middelen uit te wisselen. Hierin kan de gemeente een faciliterende rol spelen.
- Maak informatie toegankelijk: zorg dat inburgeraars duidelijke informatie ontvangen over beschikbare lokale netwerken en hoe ze hieraan kunnen deelnemen. Dit kan bijvoorbeeld via flyers of video's in hun eigen taal.
- Integreer het lokale netwerk in participatie-activiteiten: organiseer bijvoorbeeld een rondleiding bij de lokale bibliotheek of bezoek samen een buurtcentrum.
- Moedig actieve deelname aan: moedig inburgeraars aan om zelfstandig lokale evenementen te bezoeken. Dit bevordert hun integratie en versterkt hun sociale netwerk. Een eerste bezoek kan gezamenlijk worden georganiseerd, zodat inburgeraars een plek leren kennen waar ze later zelf naartoe kunnen.
- Ondersteun lokale organisaties: niet alle medewerkers van welzijnsorganisaties of buurtverenigingen weten hoe ze nieuwkomers het beste kunnen verwelkomen. Breng hen in contact met experts of deel eigen ervaringen om hen hierin te begeleiden.
5.2. Bied visuele ondersteuning en begeleiding in de eigen taal
Hoewel inburgering bij voorkeur in de Nederlandse taal plaatsvindt, kan het aanbieden van activiteiten in het Nederlands niet effectief zijn als inburgeraars de taal nog weinig spreken. Ze begrijpen de inhoud dan onvoldoende. Aanbieders van participatie-activiteiten geven aan dat het voor deelnemers lastig is goed mee te doen wanneer hun taalbeheersing nog beperkt is. Het leidt tot een vicieuze cirkel: participatie-activiteiten in het Nederlands dragen bij aan de taalbeheersing, maar om goed mee te kunnen doen met de participatie-activiteiten is enige kennis van de Nederlandse taal nodig.
Het vertalen van activiteiten en workshops is een waardevolle oplossing. Het ondersteunt inburgeraars vanaf het begin van hun traject bij de participatie. Begeleiding in de eigen taal brengt essentiële informatie effectief over en doorbreekt taalbarrières. Start een workshop bijvoorbeeld in het Nederlands en bied daarna vertalingen aan. Controleer in de eigen taal of de inburgeraars de informatie hebben begrepen. In de praktijk kan vertalen soms lastig zijn, vooral in groepen waar meerdere talen worden gesproken. Als vertalingen niet haalbaar zijn, kan visuele ondersteuning met eenvoudig Nederlands helpen om taalbarrières te overbruggen.
Begeleiding in de eigen taal zorgt ervoor dat inburgeraars zich meer op hun gemak voelen. De aanwezigheid van tolken maakt het eenvoudiger voor hen om hun interesses, talenten en behoeften te delen. Dit biedt medewerkers ook de kans om inburgeraars beter te leren kennen, waardoor ze meer maatwerk kunnen bieden bij het vinden van een geschikte vrijwilligersplek, stage of baan.
Praktische tips over ondersteuning en begeleiding in eigen taal:
- Zet tolken in tijdens participatie-activiteiten. Dit kan bijvoorbeeld door ervaringsdeskundigen in te schakelen.
- Maak tijdens activiteiten gebruik van visuele hulpmiddelen en gebaren. Zo kan iedereen deelnemen, ongeacht hun taalniveau. Technologische ondersteuning, zoals vertaalapparaten met koptelefoons, kan ook helpen om taaldrempels te verlagen. Meer informatie hierover lees je in het artikel Vertaaloortjes en begrippenlijsten: Tips over communicatie met inburgeraars.
- Organiseer activiteiten waar taalvaardigheid minder van belang is. Zoals sport, kunst en ambacht. Inburgeraars kunnen hier direct aan deelnemen.
- Ontwikkel informatiemateriaal in meerdere talen met essentiële informatie over lokale diensten, participatiemogelijkheden en rechten en plichten.
Lees over de gemeente Meppel die begeleiding in eigen taal in de praktijk brengt met de AanZet-methode.
Bekijk het overzicht van participatie-activiteiten die vanaf het begin van de inburgering kunnen worden ingezet, omdat ze deels in meerdere talen beschikbaar zijn.
5.3. Zet ervaringsdeskundigen slim in
Ervaringsdeskundigen zijn mensen die zelf het inburgeringsproces hebben doorlopen en uit eigen ervaring weten welke uitdagingen inburgeraars kunnen tegenkomen. Ze begrijpen hoe het is om je weg te vinden als nieuwkomer in Nederland. Door hun persoonlijke ervaringen zijn ze waardevolle mentoren en rolmodellen, die een echte connectie kunnen maken met de inburgeraars.
Het inzetten van ervaringsdeskundigen helpt om een mogelijke kloof tussen begeleiders en inburgeraars te overbruggen. Zij zorgen ervoor dat de begeleiding goed aansluit bij de belevingswereld van de inburgeraar, wat essentieel is voor effectief maatwerk – een belangrijke pijler van de Wet inburgering 2021.
Zorgvuldige selectie van ervaringsdeskundigen
Niet iedereen die het inburgeringstraject heeft doorlopen, is automatisch geschikt als ervaringsdeskundige. Voor deze rol zijn sterke sociale en professionele vaardigheden nodig. Bij de selectie van ervaringsdeskundigen is het belangrijk om te letten op de benodigde competenties en de invloed van persoonlijke en politieke overtuigingen. Door uiteenlopende vluchtredenen kunnen er soms vooroordelen zijn tegenover andere groepen. Daarom is het essentieel om ervaringsdeskundigen zorgvuldig te selecteren, te ondersteunen en op te leiden.
Voor een professionele inzet van ervaringsdeskundigen zijn volgens de Vereniging van Ervaringsdeskundigen de volgende competenties van belang:
- Gelijkwaardige houding: stelt zich open en gelijkwaardig op in contacten en deelt zowel persoonlijke als gezamenlijke ervaringen.
- Gebruik van passende methoden en technieken: maakt gebruik van verschillende methoden, zoals mentoring, het delen van persoonlijke ervaringen op een passende manier, het fungeren als cultureel bemiddelaar en het versterken van inburgeraars door hen te ondersteunen en te motiveren.
- Veranderingsgericht advies: geeft advies gebaseerd op ervaringskennis, gericht op ondersteuning, dienstverlening en beleid.
- Reflecteren op en ontwikkelen van eigen deskundigheid: bijvoorbeeld door middel van intervisie.
Praktische tips over de inzet van ervaringsdeskundigen:
- Begeleid mensen om ervaringsdeskundigen te worden: identificeer mensen die het inburgeringstraject hebben doorlopen en potentie en interesse tonen om ervaringsdeskundige te worden. Bied hen training en ondersteuning in communicatieve vaardigheden, interculturele bemiddeling en mentoring om hun vaardigheden te versterken. Er zijn diverse online cursussen en trainingen beschikbaar om ervaringsdeskundigen professioneel te ontwikkelen. Een eenvoudige online zoekopdracht levert vaak al veel relevante resultaten op, inclusief trainingen in de eigen regio.
- Definieer heldere rollen en verantwoordelijkheden: creëer duidelijke en haalbare rollen voor ervaringsdeskundigen. Stem de rollen van ervaringsdeskundigen af op hun status als vrijwilliger of betaalde kracht. Voor taken zoals caseloadbeheer of coördinatie is een betaalde functie aan te bevelen, om overbelasting te voorkomen en de geleverde inzet op waarde te schatten.
- Organiseer mentoring en groepsbijeenkomsten: verbind inburgeraars met ervaringsdeskundigen. Bied inburgeraars een-op-een mentoring aan door hen te koppelen aan ervaringsdeskundigen voor persoonlijke begeleiding en ondersteuning. Organiseer daarnaast groepsbijeenkomsten en workshops waarin ervaringsdeskundigen hun kennis en ervaringen met meerdere inburgeraars tegelijk kunnen delen.
- Betrek ervaringsdeskundigen actief bij de ontwikkeling van beleid en besluitvormingsprocessen. Hun perspectief en ervaring zijn waardevol en kunnen bijdragen aan een effectiever inburgeringsbeleid.
- Betaal ervaringsdeskundigen marktconform: ervaringsdeskundigen leveren waardevol werk en verdienen een marktconforme beloning die hun inzet en bijdrage goed waardeert.
- Lees meer tips in de Handreiking ervaringsdeskundigen inzetten van het Verwey-Jonker Instituut.
5.4. Werk cultuursensitief
Cultuursensitief werken is essentieel bij de begeleiding van mensen met een andere culturele achtergrond. Door bewust om te gaan met verschillen en respect te tonen voor de normen, waarden en tradities van anderen, voorkom je miscommunicatie. Het gaat om het erkennen van verschillen en deze te zien als verrijking in plaats van als obstakels.
Vaardigheden voor cultuursensitieve begeleiding
Voor cultuursensitieve begeleiding zijn enkele vaardigheden van belang. Naast cultureel bewustzijn is empathie cruciaal, evenals een open houding tegenover de ander. Een laagdrempelige manier om hier invulling aan te geven is door middel van een gesprek. Een vragenspel kan hierbij helpen, waarbij je bijvoorbeeld vragen stelt over culturele gebruiken en normen en waarden. Wederzijds begrip maakt het makkelijker om zonder (onbewuste) waardeoordelen naar de situatie te kijken en het perspectief van de ander mee te nemen. Communiceer beschrijvend in plaats van oordelend.
Bij de begeleiding van participatie gaat het om wederzijds leren. De begeleider leert de nieuwkomer kennen, terwijl er kennis over Nederland wordt overgedragen. Door persoonsgericht en cultuursensitief te werken, krijg je meer inzicht in de leefwereld en toekomstplannen van de nieuwkomer. Dit helpt om een passende participatieplek te vinden en een sterke verbinding op te bouwen.
Interview over cultuursensitief werken
Regionale verbinder statushouders Marleen Schuit in de arbeidsmarktregio Foodvalley, zet zich al ruim 25 jaar in voor statushouders op de arbeidsmarkt. Om de uitstroom van statushouders naar werk te bevorderen, was het nodig om een solide basis onder de bestaande initiatieven te leggen. Deze basis was cultuursensitief werken. Lees het verhaal van Marleen.
Praktische tips over cultuursensitieve begeleiding:
- Ga in gesprek met de nieuwkomer die je begeleidt: maak contact door vragen te stellen, goed te luisteren en vraag door als iets niet duidelijk is. Toon begrip door samen te vatten wat er besproken is en door emoties te erkennen. Trek conclusies, zoek samen naar oplossingen en maak duidelijke afspraken.
- Zorg voor duidelijke en eenvoudige communicatie: vermijd jargon en pas je spreektempo aan het taalniveau aan. Maak de inhoud van een gesprek concreet met behulp van bijvoorbeeld foto’s, zoals foto's van beroepen bij een gesprek over werksoorten. Gebruik indien nodig tolken of vertalingen. Lees meer tips over communicatie met inburgeraars.
- Toon begrip voor verschillende culturele achtergronden, rituelen en tijdsconcepten. Pas je programma en activiteiten aan, zodat deze aansluiten bij belangrijke culturele en religieuze feestdagen en gebruiken van inburgeraars. Weet je bijvoorbeeld dat de Iftar tijdens de Ramadan belangrijk is voor iemand? Organiseer dit dan samen als participatie-activiteit.
- Cultuursensitiviteit vraagt om oefening. Blijf nadenken over de impact van je eigen handelen. Organiseer je bijvoorbeeld een borrel? Overweeg of je alcohol gaat schenken, welke alternatieven er zijn en bespreek dit met collega’s.
5.5. Zorg voor nauwkeurige administratie en inzicht in participatie-uren
In het kader van de Wet inburgering 2021 zijn gemeenten verplicht de participatie-uren van inburgeraars in de Z-route nauwkeurig bij te houden. Een goed georganiseerde en transparante administratie is essentieel, zowel om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen, als voor een effectieve uitvoering van participatie-activiteiten.
Voordelen van een goed georganiseerde administratie
Een betrouwbare en efficiënte administratie biedt meerdere voordelen:
- Nauwkeurige urenregistratie: gemeenten moeten uren doorgeven aan DUO om aan te tonen dat inburgeraars voldoen aan de participatie-eisen. Dit helpt om boetes en juridische complicaties te voorkomen.
- Voortgangsmonitoring: een duidelijke administratie maakt het mogelijk om de voortgang van inburgeraars te volgen en tijdig bij te sturen. Dit zorgt voor betere begeleiding en ondersteuning en helpt gemeenten hun regierol goed te vervullen.
- Evaluatie en optimalisatie: betrouwbare gegevens stellen gemeenten in staat om de effectiviteit van hun participatieprogramma’s te evalueren en te verbeteren, zodat zij beter kunnen inspelen op de behoeften van inburgeraars.
- Inzicht voor inburgeraars: inzicht in hun uren en voortgang geeft inburgeraars vertrouwen en vergroot hun motivatie. Een goed overzicht van de participatie-activiteiten draagt ook bij aan de opbouw van een relevant cv, wat essentieel is voor het vinden van werk.
Het is belangrijk dat inburgeraars inzicht hebben in hun eigen participatie-uren en de voortgang van hun inburgering. De gemeente biedt het juiste aanbod, maar de inburgeraars zijn zelf verantwoordelijk voor hun aanwezigheid en actieve deelname. Het niet tijdig afronden van de participatie-uren kan leiden tot boetes en gemiste kansen op belangrijke informatie en vaardigheden. Daardoor kunnen inburgeraars minder snel meedoen in de samenleving. Inzicht in hun voortgang laat deelnemers bovendien zien hoe hun inzet bijdraagt aan hun inburgering, wat hen motiveert.
Praktische tips over administratie van participatie-uren:
- Bied inzicht in de voortgang van participatie-uren: zorg ervoor dat inburgeraars toegang hebben tot voortgangsinformatie, zodat ze deze zelfstandig kunnen volgen. Als een digitaal systeem niet beschikbaar is, kunnen een-op-een begeleidingssessies helpen om regelmatig een overzicht van hun voortgang te geven. Voor analfabete inburgeraars kan een visuele weergave van de voortgang helpen om het makkelijker te begrijpen.
- Gebruik een digitaal registratiesysteem: kies voor een gebruiksvriendelijk digitaal systeem dat eenvoudig toegang biedt tot participatie-uren en voortgangsinformatie. Dit verkleint de kans op handmatige fouten en zorgt voor consistente gegevensopslag.
- Integreer voortgangsbesprekingen: informeer inburgeraars tijdens het intakegesprek en vervolgens bij participatie-activiteiten over het belang van participatie en hun verplichtingen. Plan maandelijkse contactmomenten om uitdagingen te bespreken en hen te ondersteunen. Dit helpt om barrières te identificeren en oplossingen te bieden om op schema te blijven.
5.6. Uitgelicht: aandacht voor jongeren
Uit onderzoek van Movisie komen verschillende uitdagingen naar voren waar jonge inburgeraars mee te maken hebben bij het vinden van hun plek in de Nederlandse samenleving. Ze ervaren vaak eenzaamheid, sociale uitsluiting en praktische obstakels. Zo hebben ze vaak slechts oppervlakkige contacten met mensen met een Nederlandse achtergrond, wat diepgaande integratie bemoeilijkt.
Daarnaast laat het onderzoek zien dat jonge inburgeraars, ondanks hun motivatie om mee te doen, soms worden belemmerd door complexe regelgeving, beperkte ondersteuning na het verkrijgen van een verblijfsstatus en onverwerkte trauma’s uit hun vluchtgeschiedenis. Movisie pleit voor meer aandacht voor sociale steun en inclusie, waarbij de specifieke behoeften en ervaringen van deze jongeren centraal staan.
Op basis van deze inzichten is het cruciaal om maatwerk te bieden aan jonge inburgeraars, afgestemd op hun sociale, educatieve en emotionele behoeften.
Praktische tips voor de begeleiding van jonge inburgeraars:
- Creëer ontmoetingskansen voor jonge inburgeraars en organiseer activiteiten die aansluiten bij de interesses van jonge inburgeraars. Dit kan variëren van sport- en spelactiviteiten tot culturele uitwisselingen en workshops. Een tip voor gemeenten is om zich aan te sluiten bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Dit fonds maakt het mogelijk voor jongeren om vaak gratis of tegen een kleine bijdrage te sporten, muziek te maken en/of deel te nemen aan andere culturele of sportieve activiteiten. Daarnaast bestaat er het Volwassenfonds Sport & Cultuur, dat volwassenen ondersteunt in het deelnemen aan vergelijkbare activiteiten.
- Informeer jonge inburgeraars over plekken in de buurt waar ze Nederlandstaligen kunnen ontmoeten. Denk aan lokale sportverenigingen, bibliotheken, jeugdcentra of culturele evenementen die aansluiten bij hun interesses.
- Bied een-op-een begeleiding (mentorschap) of zet peersupportgroepen op, zodat jongeren hun ervaringen en tips kunnen uitwisselen. Jongeren hebben behoefte om gehoord te worden en kunnen veel baat hebben bij steun van leeftijdsgenoten.
- Organiseer informatiesessies over diverse carrièremogelijkheden. Geef voorlichting over educatieve programma's, stages en het vinden van werk. Het is belangrijk dat jonge inburgeraars de kans krijgen om hun passie te ontdekken en hun talenten te ontwikkelen.
- Meer over de begeleiding van jongeren in de Z-route lees je in de handreiking Jongeren in de Z-route van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS).
6. Praktijkvoorbeelden
Dit hoofdstuk biedt een overzicht van praktijkvoorbeelden van gemeenten en organisaties die effectieve participatie-activiteiten en -programma's hebben opgezet en uitgevoerd. Het laat zien hoe enkele van de eerder genoemde werkzame elementen en tips in de praktijk worden toegepast. In veel van de genoemde gemeenten hebben de eerste inburgeraars in de Z-route inmiddels hun 800 uur participatie voltooid.
6.1. Vrijwilligerswerk door inburgeraars in de gemeente Arnhem
De gemeente Arnhem heeft, samen met andere gemeenten, een duaal traject in de regio Midden-Gelderland ingekocht via een aanbesteding. Taal- en participatietrajecten zijn bij één partner ingekocht voor B1- en Z-route, zodat deze geïntegreerd worden aangeboden. De inkoop is gefinancierd vanuit het inburgeringsbudget.
Werkzame elementen bij participatie in Arnhem:
- Inzet van het bestaande lokale netwerk
- Praktijkgericht leren
Inzet van het lokale netwerk
In Arnhem is een samenwerking gestart tussen NewBees, de uitvoerder van participatie voor inburgeraars, en de lokale woonzorginstelling Innoforte. De ervaringsdeskundige van NewBees benaderde Innoforte met het verzoek om vrijwilligersplekken voor inburgeraars. De bewoners van Innoforte hadden behoefte aan sociale activiteiten gericht op beweging en interactie. Tegelijkertijd zocht NewBees naar mogelijkheden waarbij deelnemers actief konden bijdragen aan de lokale gemeenschap en hun Nederlands konden oefenen.
Beide partijen zagen kansen in deze samenwerking en besloten hun krachten te bundelen. Samen organiseren ze nu regelmatig activiteiten, zoals wandelingen, dans- en muziekactiviteiten en educatieve programma’s zoals filmeducatie. De inburgeraars begeleiden en ondersteunen de ouderen tijdens deze activiteiten.
Voordelen voor de bewoners en inburgeraars
De samenwerking biedt voordelen voor zowel inburgeraars als bewoners van de zorginstelling. De ‘wandeldriedaagse’ bevorderde bijvoorbeeld de fysieke beweging van de bewoners en gaf inburgeraars de kans om hun Nederlands te oefenen en een actieve rol te spelen in de lokale gemeenschap. Daarnaast helpt deze samenwerking om zowel inburgeraars als ouderen uit hun isolement te halen, wat nieuwe sociale contacten oplevert. Voor de bewoners van Innoforte betekent dit meer interactie en diversiteit in hun dagelijkse routine.
Deze samenwerking onderstreept het belang van het benutten van lokale netwerken en voorzieningen, en het opbouwen van relaties met lokale werkgevers, arbeidsbureaus en maatschappelijke organisaties zoals zorginstellingen. Op deze manier ontstaan betekenisvolle verbindingen die bijdragen aan succesvolle participatie binnen de inburgering.
6.2. Een snelle start voor de Z-route in de gemeente Groningen
De gemeente Groningen heeft de participatie van de inburgering voor nieuwkomers intern georganiseerd. Dit houdt in dat verschillende gemeentelijke diensten samenwerken om de begeleiding van statushouders te verzorgen. Het coördinatiepunt Thuisin050 speelt hierbij een centrale rol en biedt ondersteuning binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. Daarnaast biedt het sociaal ontwikkelbedrijf Iederz een programma voor inburgeraars die de Z-route volgen. Voor het participatie-onderdeel van de inburgering wordt gebruikgemaakt van reguliere budgetten vanuit de Wmo en de Participatiewet.
Werkzame elementen bij participatie in Groningen:
- Inzet van het bestaande lokale netwerk
- Aansluiting op de Participatiewet en verschillende leefgebieden
Een snelle start voor inburgeraars
In de gemeente Groningen is de Z-route voor inburgeraars zo ingericht, dat zij direct na de start van hun inburgering kunnen deelnemen aan het participatieprogramma. Dit programma, ontwikkeld door de ontwikkelcoaches van het sociaal ontwikkelbedrijf Iederz, bestaat uit een gestandaardiseerd traject van 250 uur, verspreid over vier maanden. Inburgeraars zijn gedurende deze periode vier dagdelen per week actief, waaronder één volledige dag.
Het programma wordt continu aangepast en verbeterd op basis van feedback en observaties van de ontwikkelcoaches. Door cultuursensitief te werken, wordt het programma steeds beter afgestemd op de specifieke behoeften van de inburgeraars.
Samenwerking met lokale organisaties
Het programma is opgebouwd rondom wekelijkse thema’s die verschillende aspecten van het leven in Nederland behandelen, zoals de Nederlandse cultuur, gezondheid, financiën, digitale vaardigheden en werknemersvaardigheden. Iederz maakt hierbij gebruik van de expertise van lokale organisaties, zoals de Groningse Kredietbank voor lessen over geld lenen en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) voor workshops en voorlichting over gezondheid. Daarnaast omvat het programma culturele uitstapjes naar diverse locaties in de stad Groningen, wat de deelnemers helpt om hun nieuwe leefomgeving beter te leren kennen.
Aansluiting op de Participatiewet
De gemeente Groningen sluit aan op de Wet maatschappelijke ondersteuning door samen te werken met de re-integratieafdeling, zodat statushouders kunnen deelnemen aan re-integratietrajecten. Deze trajecten omvatten onder andere productiewerk en zijn gericht op het ‘werkfit’ maken van deelnemers. Hierbij wordt gekeken naar hun werkcapaciteiten, interesses en gebruikelijke werketiquette.
Daarnaast kan Iederz, als onderdeel van de gemeente, via het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een nieuwe indicatie voor beschut werk aanvragen voor inburgeraars die moeite hebben met het vinden van een geschikte participatieplek. Hierdoor kunnen zij tijdens hun inburgering al starten op een beschutte werkplek, waarbij de gewerkte uren meetellen voor de vereiste 800 uur participatie. Zo krijgen deze inburgeraars de mogelijkheid om betaald werk te verrichten via een contract bij een sociale werkplaats, terwijl zij verder worden begeleid door de ontwikkelcoaches van Iederz.
Gestructureerde aanpak
Na een intensieve periode van vier maanden hebben de ontwikkelcoaches een duidelijk beeld van de talenten en doelen van de inburgeraars. Vervolgens vindt er een warme overdracht plaats naar de regievoerders, die de inburgeraars verder begeleiden naar passende werk- of participatieplekken. Als er niet direct een geschikte participatieplek beschikbaar is, wordt er alternatieve dagbesteding geregeld. Inburgeraars die een nieuwe indicatie voor beschut werk hebben ontvangen, blijven bij Iederz voor verdere begeleiding.
Dankzij deze gestructureerde aanpak, in samenwerking met het lokale netwerk, zorgt de gemeente Groningen ervoor dat inburgeraars direct na de start van hun inburgering kunnen deelnemen aan participatie. Dit legt een solide basis voor hun verdere inburgering en integratie in de Nederlandse samenleving.
6.3. Ervaringsdeskundige begeleiding in de gemeente Zaanstad
De gemeente Zaanstad heeft een Gemeentelijk Team Inburgering opgericht, bestaande uit casemanagers die zich uitsluitend richten op de begeleiding van inburgeraars. De gemeente heeft de inkoop van taal- en participatietrajecten afzonderlijk belegd bij gespecialiseerde aanbieders, waarbij NewBees verantwoordelijk is voor de uitvoering van participatie. Zaanstad beheert actief het netwerk van het sociaal domein, waardoor de uitvoerders van inburgering nauw samenwerken met de sociaal wijkteams, andere gemeentelijke diensten, en het lokale werkbedrijf Werkom.
Werkzame elementen bij participatie in Zaanstad:
- Inzet van ervaringsdeskundigen
- Begeleiding in eigen taal
- Cultuursensitief werken
- Inzet van het bestaande lokale netwerk
De kracht van maatwerk en lokale netwerken
Zaanstad laat zien hoe een breed lokaal netwerk effectief kan worden ingezet om inburgeraars te ondersteunen bij het vinden van geschikte participatieplekken. Casemanagers van het Gemeentelijk Team Inburgering leren de inburgeraars goed kennen, zodat hun bestaande competenties en persoonlijke ambities duidelijk naar voren komen. Dankzij het nauwe contact met zowel de taalschool als de begeleiders van NewBees ontstaat er een compleet beeld van de talenten van de inburgeraars. Deze samenwerking zorgt voor een gerichte en efficiënte begeleiding naar passende participatieplekken in de regio.
Kennismaking in de eigen taal
Een voorbeeld van het begeleidingsproces is de inburgering van Ahmed, een 49-jarige nieuwkomer uit Syrië, die wordt ondersteund door NewBees. Het intakegesprek wordt gevoerd door Nora, die eveneens uit Syrië komt. Door haar achtergrond kan Nora de informatie vertalen en kan Ahmed in het Arabisch over zijn leven en doelen in Nederland praten. Tijdens het gesprek geeft Ahmed aan dat hij eerst de Nederlandse taal wil leren en meer contact wil hebben met mensen om zijn taalvaardigheid te verbeteren. Hoewel hij ervaring heeft in de bouw, twijfelt hij nog over zijn carrièrekeuzes in Nederland en overweegt hij een ander vakgebied. De inburgeringsperiode biedt hem de ruimte om zijn loopbaanopties verder te verkennen.
Groepsactiviteiten en verdere kennismaking
Vanaf het begin neemt Ahmed actief deel aan de groepsactiviteiten van NewBees, waar hij wekelijks samen met andere inburgeraars meer leert over het leven en werken in Nederland. Door deze interacties krijgt hij de kans om de lokale gemeenschap beter te leren kennen. Voor Nora bieden deze activiteiten ook de mogelijkheid om Ahmed beter te begrijpen. Ze merkt op dat hij leergierig en vastberaden is, en sterk gemotiveerd om de Nederlandse taal goed onder de knie te krijgen. Op basis van hun gesprekken en observaties identificeren ze samen zijn belangrijkste kwaliteiten: besluitvaardigheid, doelgerichtheid, moed, empathie en behulpzaamheid. Deze informatie wordt vervolgens opgenomen in zijn persoonlijke profiel op het NewBees Online platform. Met deze inzichten zoekt Nora binnen het netwerk van NewBees Zaanstad naar een passende participatieplek voor Ahmed.
Begeleiding en ondersteuning op de werkplek
Nora vindt voor Ahmed een geschikte vrijwilligersplek bij een Internationale Schakelklas, waar hij verantwoordelijk is voor het voorbereiden en uitdelen van ontbijt aan de studenten. Deze functie, die dicht bij huis is, biedt hem de mogelijkheid om zijn taalvaardigheid te verbeteren. Tijdens het kennismakingsgesprek met de begeleider van de Internationale Schakelklas biedt Nora vertaling en legt ze Ahmeds verantwoordelijkheden uit. Ze volgt zijn voortgang door de locatie twee keer te bezoeken, waarbij ze zijn functioneren, punctualiteit en taalontwikkeling bespreekt met de begeleider. Ahmed geniet van zijn werk, toont geduld en past zich goed aan het Nederlandse werkritme aan. Hij waardeert de nadruk op punctualiteit en het tijdig voltooien van taken. Inmiddels heeft Ahmed zijn vrijwilligerswerk succesvol afgerond en bijna 800 uur participatie voltooid. Zijn begeleiding wordt binnenkort overgedragen aan werkontwikkelbedrijf Werkom, dat hem verder zal ondersteunen op weg naar betaald werk.
De aanpak in Zaanstad toont aan hoe belangrijk het is om inburgeraars goed te leren kennen, gebruik te maken van lokale netwerken en maatwerkbegeleiding in hun eigen taal te bieden.
6.4. Een basisjaar voor inburgeraars in de gemeente Meppel
De gemeente Meppel heeft ervoor gekozen om de participatie van inburgeraars intern te organiseren. Veel activiteiten vinden plaats in het sociaal activeringscentrum MensA, waar zowel inburgeraars als deelnemers aan de Wet maatschappelijke ondersteuning terecht kunnen. Voor de Zelfredzaamheidsroute heeft de gemeente een eigen programma ontwikkeld dat voortdurend wordt verbeterd en uitgevoerd door stagebegeleiders. Deze begeleiders zijn tevens verantwoordelijk voor het vinden van geschikte participatieplekken. Voor de B1-route is er geen vast programma, maar de gemeente stimuleert participatie wel. Waar nodig schakelt de gemeente consulenten of stagebegeleiders in om voor deze deelnemers een participatieplek te vinden.
Werkzame elementen bij participatie in Meppel:
- Begeleiding in eigen taal
- Praktijkgericht leren
- Inzet van het bestaande lokale netwerk
Flexibel participatieprogramma in de Z-route met ondersteuning in eigen taal
Het basisjaar in Meppel omvat een participatieprogramma van 240 uur voor inburgeraars in de Z-route en is ontstaan uit een pilotproject met enkele andere gemeenten. In de beginfase fungeerde het intensieve programma van tien weken als een brugklas en brede intake. Twee dagdelen per week werden besteed aan thema's zoals wonen, werk, gezondheid, onderwijs en sociale netwerken, ondersteund door gastsprekers en excursies. Daarnaast bestond het programma uit twee dagdelen taalonderwijs en één dagdeel sport en spel. Deze opzet zorgde voor goed inzicht in de deelnemers en hun competenties, wat de brede intake aanzienlijk verbeterde. Het programma bleek effectief in het wegwijs maken van inburgeraars in Nederland, en specifiek binnen de eigen gemeente.
Hoewel de inhoud grotendeels hetzelfde is gebleven, is het geëvolueerd naar een basisjaar dat nu specifiek gericht is op de Z-route. Het programma beslaat nu 40 weken twee dagdelen per week: één dagdeel sport en spel en één dagdeel thematische sessies. De thema’s omvatten ook de onderwerpen van de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en het Participatieverklaringstraject (PVT), waardoor inburgeraars deze vereisten eveneens kunnen afronden.
Taal leren in de praktijk: sport en beweging
Een uniek onderdeel van het programma is het sport- en spelonderdeel van Bewegen Werkt. Dit draagt bij aan de fysieke en mentale gezondheid van inburgeraars en biedt daarnaast mogelijkheden om hun taalvaardigheid te verbeteren door middel van specifieke spelvormen. Bijvoorbeeld tijdens estafettes, waarbij deelnemers lichaamsdelen leren benoemen door bordjes met termen zoals ‘hoofd’ en ‘arm’ op het juiste lichaamsdeel te plaatsen.
Methodiek AanZet: flexibel inzetbaar met meertalige ondersteuning
Een ander belangrijk element van het basisjaar is de methodiek AanZet, die thematische sessies biedt. Deze flexibele aanpak geeft inburgeraars praktische inzichten en handvatten voor hun inburgering. De methodiek maakt gebruik van laagdrempelig taalgebruik en ondersteuning in de eigen taal, waardoor een brug wordt geslagen tussen het land van herkomst en Nederland. Er zijn video's beschikbaar in vier talen: Arabisch, Dari, Tigrinya en Engels. Het basisjaar omvat 13 thema’s uit het AanZet-programma. Elk thema duurt drie weken, met één dagdeel per week. Twee weken zijn gericht op inhoudelijke sessies, en de derde week heeft een praktische insteek, vaak met een excursie.
Een belangrijk voordeel van dit programma is de mogelijkheid voor inburgeraars om op elk moment in te stromen. Hierdoor hoeven ze niet te wachten tot er genoeg deelnemers zijn voor een nieuwe groep en kunnen ze direct aan de slag. Deze flexibiliteit zorgt ervoor dat iedereen meteen kan beginnen met participeren, terwijl ze de volledige reeks thema’s doorlopen.
Persoonlijke begeleiding door stagebegeleiders
In Meppel wordt het programma versterkt door de inzet van stagebegeleiders, die verantwoordelijk zijn voor het vinden van participatieplekken voor inburgeraars en het begeleiden van groepsactiviteiten. Ze leren de deelnemers goed kennen, wat de begeleiding persoonlijk maakt en het vinden van een passende participatieplek vergemakkelijkt.
Het basisjaar in de gemeente Meppel biedt inburgeraars een start in Nederland met een flexibele, persoonlijke en doelgerichte aanpak. De ondersteuning in de eigen taal en de nadruk op praktijkgericht leren, zoals door excursies en sportactiviteiten, helpen inburgeraars om de geleerde taal en kennis direct toe te passen.
6.5. Motivatie vergroten onder inburgeraars in de regio West-Friesland
De zeven West-Friese gemeenten hebben gezamenlijk beleid ontwikkeld voor de inburgering, en hebben taal en participatie als duaal traject ingekocht via een aanbesteding. Voor de uitvoering is een regionaal inburgeringsteam opgericht in samenwerking met de deelnemende gemeenten en WerkSaam West-Friesland, het lokale werkbedrijf. Ook de financiële middelen zijn regionaal gebundeld. De gemeenten hebben een regionaal aanbod opgezet en hebben ervoor gekozen dit duale aanbod via aanbesteding bij externe experts in te kopen. De uitvoering van de participatie is gegund aan NewBees, voor zowel de Z-route als de B1-route.
Werkzame elementen bij participatie in West-Friesland:
- Nauwkeurige administratie en inzicht in participatie-uren
- Inzet van het bestaande lokale netwerk
Motivatie en betrokkenheid door inzicht in voortgang van inburgeraars
In de West-Friese gemeenten viel op dat sommige deelnemers een lagere motivatie hadden, deels omdat het na het eerste intakegesprek niet altijd duidelijk was wat er precies van hen werd verwacht en waarom. Om dit aan te pakken, hebben de gemeenten ervoor gezorgd dat inburgeraars meer inzicht krijgen in de waarde van hun deelname aan het participatietraject en hun voortgang in uren.
Betrokkenheid stimuleren
Een belangrijk aspect van deze aanpak is het bieden van duidelijkheid en het stimuleren van betrokkenheid. Inburgeraars worden aan het begin van het traject niet alleen geïnformeerd over verplichtingen, maar er wordt ook expliciet aandacht besteed aan de meerwaarde van deelname aan de activiteiten. Het doel is om inburgeraars te laten inzien dat de inburgeringstrajecten niet alleen verplichtingen zijn, maar ook kansen bieden om een netwerk op te bouwen en vaardigheden te ontwikkelen. Zo wordt deelnemers aan de Z-route bijvoorbeeld uitgelegd dat deelname hen helpt bij het opbouwen van hun leven in Nederland. Ook leren zij dat de vereiste 800 uur een verplichting is vanuit de Wi2021. Deze informatie wordt gedurende het traject regelmatig herhaald en door begeleiders vertaald in de eigen taal.
Inzicht in de voortgang bieden
Inburgeraars worden gestimuleerd om actief hun voortgang te volgen en hun uren te controleren via een online portaal. Bij de start ontvangen ze toegang tot dit portaal met een persoonlijk profiel, waardoor ze inzicht krijgen in hun gewerkte uren en algehele voortgang. Tijdens een workshop leren inburgeraars hoe ze de functies van het portaal optimaal kunnen benutten. Door het belang van het inburgeringsprogramma te benadrukken en deelnemers inzicht te geven in hun voortgang, krijgen zij meer controle over hun traject.
In Hoorn merken de begeleiders dat deelnemers gemotiveerd zijn om hun uren te voltooien en zelf controleren of hun uren voor activiteiten correct zijn geregistreerd. Binnen de Z-route is dit vooral belangrijk, zodat inburgeraars precies kunnen zien hoe hun voortgang richting het behalen van hun certificaat verloopt. Voor deelnemers aan de B1-route is het vooral motiverend om te zien hoe hun cv met Nederlandse werkervaring zich ontwikkelt.
Vriendelijke competitie
Een mooi voorbeeld van de toegenomen motivatie is de hechte band die vier Syrische mannen tijdens hun inburgering hebben ontwikkeld. Mohammed en Nedal, beiden 60 jaar oud, Sanad, 41 jaar, en Anwar, 53 jaar, nemen deel aan dezelfde groep voor participatie-activiteiten. Toen ze ontdekten hoe ze hun uren konden inzien, ontstond er een vriendelijke competitie. De mannen zijn bijna altijd aanwezig, en als iemand afwezig is, sturen de anderen een foto om te laten zien dat ze er wel zijn en nu een voorsprong hebben. Hoewel ze inmiddels alle vier de vereiste 800 uur hebben voltooid, blijven ze deelnemen vanwege de waarde die ze hechten aan hun gezamenlijke bijeenkomsten.
De aanpak in de West-Friese gemeenten laat zien dat afwezigheid bij participatie-activiteiten niet altijd voortkomt uit een gebrek aan motivatie. Soms spelen andere factoren een rol, zoals een tekort aan informatie. De ervaring leert dat inzicht in de voortgang en het aantal gewerkte uren bijdraagt aan een hogere aanwezigheid, motivatie en plezier onder inburgeraars.
6.6. Effectief werkgevers betrekken in de gemeente Meierijstad
De gemeente Meierijstad heeft de inburgering opgezet met een integrale aanpak, door gebruik te maken van de bestaande structuur van Participeren in Meierijstad (PIM). Onder PIM hebben ze het label PIM Welkom ontwikkeld voor inburgeraars, waarin alle onderdelen van de Wet inburgering 2021 zijn samengebracht. De gemeente regisseert de uitvoering van deze aanpak en wordt ondersteund door een netwerk van lokale partners. De financiering komt uit landelijke middelen, zoals het Specifieke uitkering inburgeringsvoorzieningen (SPUK) budget voor leerroutes en begeleiding, aangevuld met lokale re-integratiebudgetten.
Werkzame elementen bij participatie in Meierijstad:
- Inzet van het bestaande lokale netwerk
- Cultuursensitief werken
Succesvolle matching via banenmarkt
De gemeente Meierijstad organiseerde al enige tijd banenmarkten, oorspronkelijk alleen voor statushouders. Dit werd later uitgebreid naar iedereen met een migratieachtergrond. Al snel bleek echter dat de opzet van de banenmarkt niet optimaal werkte. De verwachtingen van werkgevers wat betreft taal- en arbeidsvaardigheden van inburgeraars klopten vaak niet. Deze ervaring maakte duidelijk dat de aanpak herzien moest worden, aangezien de behoefte aan banenmarkten bij zowel inburgeraars als werkgevers onverminderd bleef bestaan.
Gerichte voorbereiding en begeleiding van werkgevers en inburgeraars
De vernieuwde aanpak voor de banenmarkten legt de focus op een grondige voorbereiding, om de aansluiting tussen werkgevers en inburgeraars te verbeteren. Voortaan worden werkgevers vooraf goed geïnformeerd over het taalniveau, de benodigde begeleiding, en de taken die inburgeraars kunnen uitvoeren. De kansen en voordelen die het in dienst nemen van inburgeraars bieden worden benadrukt.
Om een betere match te garanderen, worden alleen inburgeraars uitgenodigd waarvan wordt ingeschat dat ze passen bij de beschikbare vacatures van aanwezige werkgevers. Omdat veel inburgeraars het moeilijk vinden om zelf op werkgevers af te stappen, worden extra begeleiders zoals jobcoaches en consulenten ingezet om hun actieve deelname te bevorderen. Daarnaast zijn er begeleiders aanwezig om vertaling te bieden tijdens de gesprekken, zodat de communicatie soepel verloopt.
Efficiënte opvolging
Om de administratieve last te verlichten, werden vooraf tijdsblokken gereserveerd voor sollicitatiegesprekken. Inburgeraars kregen een briefje waarop ze tijdens de banenmarkt hun geplande sollicitatiegesprekken konden noteren en dit vervolgens aan hun consulent konden laten zien. Hierdoor had de gemeente na afloop een helder overzicht van alle geplande gesprekken, wat de opvolging efficiënter maakte.
Dankzij deze aanpassingen waren de laatste edities van de banenmarkt zeer succesvol, met meerdere geslaagde matches tussen werkgevers en inburgeraars. De gemeente Meierijstad heeft inmiddels een uitgebreid netwerk opgebouwd van enthousiaste werkgevers die graag deelnemen aan toekomstige banenmarkten. Hoewel dit proces veel tijd en inspanning vergde, ziet de gemeente het als een waardevolle investering die zijn vruchten heeft afgeworpen. De aanpak in Meierijstad laat zien dat het mogelijk is een brug te slaan tussen inburgeraars en werkgevers door het inzetten van het lokale netwerk, gecombineerd met gerichte voorbereiding en begeleiding.
7. Direct aan de slag met een participatieprogramma
De Wet inburgering 2021: participatie vanaf dag één
De Wet inburgering 2021 legt de nadruk op directe participatie, zodat nieuwkomers snel en volwaardig kunnen meedoen in Nederland. Deze handreiking biedt regisseurs en beleidsmedewerkers niet alleen praktische tips en tools, maar ook een participatieprogramma waarmee zij direct aan de slag kunnen om inburgeraars te ondersteunen.
Het participatieprogramma van NewBees vormt de basis hiervan. Dit programma is opgebouwd rond twaalf domeinen, zoals werk, cultuur, gezondheid en vrije tijd, die nieuwkomers stap voor stap begeleiden op weg naar zelfredzaamheid, deelname aan de samenleving, en werk.
Het programma is speciaal geschikt voor nieuwkomers met beperkte kennis van de Nederlandse taal, dankzij de vele visuele elementen. Een praktisch stappenplan stelt regisseurs en uitvoerders in staat om meteen aan de slag te gaan. Het programma omvat groepsbijeenkomsten die een stimulerende start bieden en helpen bij het opbouwen van sociale netwerken. Dit maakt het mogelijk om de deelnemers goed te leren kennen, wat de zoektocht naar passende werk- of stageplekken vergemakkelijkt.
Daarnaast combineert het programma groepsbijeenkomsten met zelfstandig werken, waardoor het zowel toegankelijk is voor deelnemers als haalbaar voor begeleiders om voldoende participatie aan te bieden. Alle materialen en instructies zijn beschikbaar op de website van NewBees.
Colofon
Divosa
Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
divosa.nl
NewBees
Radarweg 60 | 1043 NT Amsterdam
info@new-bees.org
new-bees.org
Auteurs
Deze handreiking is opgesteld door NewBees, in opdracht van en in samenwerking met Divosa.
De auteurs van deze handreiking zijn:
Annemiek Dresen, algemeen directeur bij NewBees
Lotte van der Veer, projectmedewerker bij NewBees
Mariëlle Truijen, projectmedewerker bij NewBees
Jet van Mierlo, projectmedewerker Inburgering bij Divosa
Petra Ginjaar, programmamanager Inburgering bij Divosa
Eindredactie
Elodie Kona (NewBees)
Webredactie
Mathilde Kroon (Divosa)
Versie
Oktober 2024