Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking Scenario's warme overdracht van COA naar gemeente

Laatste update:

3 Het proces tot aan de keuze voor een scenario

3.2 Drie factoren om rekening mee te houden

De keuze van een gemeente voor een scenario hangt sterk samen met de mogelijkheden van die gemeente om een vroegtijdig inburgeringstraject te organiseren en van de afstand tot het azc. Relevante factoren waarmee elke gemeente rekening moet houden:

1. Afstand tot azc

Een grotere afstand tussen huisvestingsgemeente en azc vraagt meer van een inburgeraar om in de gemeente deel te nemen aan activiteiten van de Brede intake en het reguliere inburgeringstraject. Een inburgeraar zal niet altijd in staat zijn om te reizen en niet altijd is het voor de huisvestingsgemeente realistisch dit te organiseren.

Voor bijvoorbeeld het afnemen van de Brede intake is het een optie dat de regievoerder van de gemeente naar het azc afreist. Dit vraagt dan weer meer van de regievoerder. Of dit haalbaar is, hangt af van de afstand tot het azc en ook van de omvang van de taakstelling. Grotere gemeenten met een hogere taakstelling moeten vaker inburgeraars vanuit verschillende azc’s huisvesten, waardoor het meer vraagt om al in het azc te starten met het reguliere inburgeringstraject. Een andere optie bij een grotere afstand tot het azc is het digitaal afnemen van onderdelen van de Brede intake. Uiteraard moeten hiervoor de digitale vaardigheden van de inburgeraar voldoende zijn en de juiste middelen beschikbaar zijn. 

2. Verwachte periode tot huisvesting

De gemiddelde wachtperiode tot huisvesting is in een deel van de gemeenten in Nederland zes tot acht maanden. Het is van belang om de verwachte periode tot huisvesting mee te wegen in de keuze voor een scenario, met oog voor het streven naar een doorlopende lijn in de inburgering en een zo snel mogelijke opvolging van de Voorinburgering, Brede intake, PIP en de start van het reguliere inburgeringstraject.

De Voorinburgering duurt gemiddeld veertien weken. Komt er in de huisvestingsgemeente pas na langere tijd een woning beschikbaar, dan bestaat het risico van een gat in de doorlopende lijn als niet al in het azc begonnen wordt met de Brede intake en het reguliere inburgeringstraject. Maar ook bij een korte wachtperiode tot huisvesting (binnen een aantal weken) kan het juist wenselijk zijn om alvast te starten met de Brede intake – en géén gebruik te maken van de Voorinburgering –, zodat iemand na huisvesting direct met het reguliere inburgeringstraject kan beginnen.

3. Persoonlijke situatie en kenmerken inburgeraar 

Persoonlijke situatie en kenmerken van de inburgeraar – medische zaken, gezinssituatie en bijvoorbeeld leeftijd – kunnen de keuze voor een passend scenario voor snelle integratie en participatie beïnvloeden. Zo kan de fysieke gesteldheid van een inburgeraar invloed hebben op de mogelijkheid om vanuit het azc naar de gemeente af te reizen voor activiteiten in het kader van de Brede intake. En digitale vaardigheden zijn bijvoorbeeld van belang voor het voeren van een online gesprek op afstand. Ook kan het voor een inburgeraar die midden in het proces van gezinshereniging zit te veel gevraagd zijn om in het azc gelijktijdig de Voorinburgering te volgen en te starten met de Brede intake (scenario 2).